Herhaling H6

Herhaling H6
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling H6

Slide 1 - Tekstslide

Box 1
Box 3

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel belasting betaal je?

Slide 3 - Tekstslide

Heb je genoeg betaald?

Slide 4 - Tekstslide

Elk inkomen betaalt hetzelfde percentage belasting
Iemand met een hoog inkomen betaalt in verhouding meer belasting dan iemand met een laag inkomen. 
Iemand met een hoog inkomen betaalt in verhouding minder belasting dan iemand met een laag inkomen. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Nivellering
het verschil tussen een hoog inkomen en laag inkomen wordt in verhouding kleiner.
Denivellering
het verschil tussen een hoog inkomen en laag inkomen wordt in verhouding groter.

Slide 7 - Tekstslide

Als het belastingpercentage toeneemt naarmate het inkomen stijgt, is er sprake van...
A
Een progressief belastingtarief.
B
Een degressief belastingtarief
C
Een proportioneel belastingtarief

Slide 8 - Quizvraag

Als het belastingpercentage bij ieder inkomen gelijk is, is er sprake van...
A
Een progressief belastingtarief.
B
Een degressief belastingtarief
C
Een proportioneel belastingtarief

Slide 9 - Quizvraag

Als het belastingpercentage afneemt naarmate het inkomen stijgt, is er sprake van...
A
Een progressief belastingtarief.
B
Een degressief belastingtarief
C
Een proportioneel belastingtarief

Slide 10 - Quizvraag

Als je veel verdient, moet je ook veel belasting betalen. Hier is sprake van
A
Het profijtbeginsel
B
Het draagkrachtbeginsel
C
Het solidariteitsbeginsel

Slide 11 - Quizvraag

Als je geld moet afstaan voor diegene die geen inkomen hebben, is er sprake van
A
Het profijtbeginsel
B
Het draagkrachtbeginsel
C
Het solidariteitsbeginsel

Slide 12 - Quizvraag

Als je alleen belasting moet betalen als je er ook gebruik van maakt is er sprake van
A
Het profijtbeginsel
B
Het draagkrachtbeginsel
C
Het solidariteitsbeginsel

Slide 13 - Quizvraag

Denivellering of nivellering?
De kinderopvang gratis maken
A
Denivellering
B
Nivellering

Slide 14 - Quizvraag

Denivellering of nivellering?
Het minimumloon verhogen.
A
Denivellering
B
Nivellering

Slide 15 - Quizvraag

Denivellering of nivellering?
Geen belasting betalen over het vermogen in box 3.
A
Denivellering
B
Nivellering

Slide 16 - Quizvraag

Het belastbaar inkomen is
A
het bedrag dat je aan belasting moet betalen.
B
het bedrag waarover je belasting moet betalen.

Slide 17 - Quizvraag

Wendy heeft een brutojaarinkomen van €36.000
Het eigenwoningforfait van haar huis is €2.000.
De hypotheekrente die ze mag aftrekken bedraagt €11.000.
Bereken haar belastbaar inkomen.

Slide 18 - Open vraag

Betaalt iemand met een inkomen van 58.000 euro gemiddeld meer of minder dan 52% belasting?
Leg uit!

Slide 19 - Open vraag

Hoe kan het dat iemand die
werkt en spaargeld geeft,
geen belasting hoeft
te betalen?

Slide 20 - Open vraag

Hebben de heffingskortingen invloed op je belastbaar inkomen?
A
Nee
B
Ja

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide


Slide 23 - Open vraag

Hanneke heeft een vermogen van €89.000. Bereken het bedrag dat zij aan belasting moet betalen in box 3. Gebruik voor de berekening de gegevens uit onderstaande tabel.

Slide 24 - Open vraag