Iemand met een hoog inkomen betaalt in verhoudingmeer belasting dan iemand met een laag inkomen.
Iemand met een hoog inkomen betaalt in verhoudingminder belasting dan iemand met een laag inkomen.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Nivellering het verschil tussen een hoog inkomen en laag inkomen wordt in verhoudingkleiner.
Denivellering het verschil tussen een hoog inkomen en laag inkomen wordt in verhoudinggroter.
Slide 7 - Tekstslide
Als het belastingpercentage toeneemt naarmate het inkomen stijgt, is er sprake van...
A
Een progressief belastingtarief.
B
Een degressief belastingtarief
C
Een proportioneel belastingtarief
Slide 8 - Quizvraag
Als het belastingpercentage bij ieder inkomen gelijk is, is er sprake van...
A
Een progressief belastingtarief.
B
Een degressief belastingtarief
C
Een proportioneel belastingtarief
Slide 9 - Quizvraag
Als het belastingpercentage afneemt naarmate het inkomen stijgt, is er sprake van...
A
Een progressief belastingtarief.
B
Een degressief belastingtarief
C
Een proportioneel belastingtarief
Slide 10 - Quizvraag
Als je veel verdient, moet je ook veel belasting betalen. Hier is sprake van
A
Het profijtbeginsel
B
Het draagkrachtbeginsel
C
Het solidariteitsbeginsel
Slide 11 - Quizvraag
Als je geld moet afstaan voor diegene die geen inkomen hebben, is er sprake van
A
Het profijtbeginsel
B
Het draagkrachtbeginsel
C
Het solidariteitsbeginsel
Slide 12 - Quizvraag
Als je alleen belasting moet betalen als je er ook gebruik van maakt is er sprake van
A
Het profijtbeginsel
B
Het draagkrachtbeginsel
C
Het solidariteitsbeginsel
Slide 13 - Quizvraag
Denivellering of nivellering? De kinderopvang gratis maken
A
Denivellering
B
Nivellering
Slide 14 - Quizvraag
Denivellering of nivellering? Het minimumloon verhogen.
A
Denivellering
B
Nivellering
Slide 15 - Quizvraag
Denivellering of nivellering? Geen belasting betalen over het vermogen in box 3.
A
Denivellering
B
Nivellering
Slide 16 - Quizvraag
Het belastbaar inkomen is
A
het bedrag dat je aan belasting moet betalen.
B
het bedrag waarover je belasting moet betalen.
Slide 17 - Quizvraag
Wendy heeft een brutojaarinkomen van €36.000 Het eigenwoningforfait van haar huis is €2.000. De hypotheekrente die ze mag aftrekken bedraagt €11.000. Bereken haar belastbaar inkomen.
Slide 18 - Open vraag
Betaalt iemand met een inkomen van 58.000 euro gemiddeld meer of minder dan 52% belasting? Leg uit!
Slide 19 - Open vraag
Hoe kan het dat iemand die werkt en spaargeld geeft, geen belasting hoeft te betalen?
Slide 20 - Open vraag
Hebben de heffingskortingen invloed op je belastbaar inkomen?
A
Nee
B
Ja
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Open vraag
Hanneke heeft een vermogen van €89.000. Bereken het bedrag dat zij aan belasting moet betalen in box 3. Gebruik voor de berekening de gegevens uit onderstaande tabel.