ICW lyrics: stijlfiguren 2019-2020 ACHTERGROND

STIJLFIGUREN
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

STIJLFIGUREN

Slide 1 - Tekstslide

STIJLFIGUREN
Bijzondere formuleringen of woorden die een bepaald effect teweegbrengen. 

Je kunt stijlfiguren gebruiken om teksten te verlevendigen en zo de luisteraar te beïnvloeden. 


Slide 2 - Tekstslide

BEELDSPRAAK
Term voor overdrachtelijk/figuurlijk taalgebruik

* Vergelijking (Haar lippen zijn als rozen zo rood)
* Metafoor (Haar dunne rozen)
* Metonymie (Oranje heeft verloren; Daar komt de neus)
* Personifcatie (De deur kraakt en zucht)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

BETEKENISRELATIES
Polysemie (spel)
Homonymie (vorst)
Synonymie (rijwiel, fiets)
Antonymie (warm, koud)

Ander voorbeeld:
Madamme Tussaud; zij was.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

PERSONIFICATIE
* Stijlfiguur: personificatie: een vorm van beeldspraak waarbij je iets levenloos of niet-menselijks (bijv. een concept, een abstract begrip, bloemen etc.) menselijke eigenschappen geeft (bijv. “de bomen fluisteren” en “de woorden wandelen”). 
* Voorbeeld Nas en Emily Dickinson, perspectief van een pistool/geweer. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

EMILY DICKINSON (DEEL)
To foe of His - I’m deadly foe -
None stir the second time -
On whom I lay a Yellow Eye -
Or an emphatic Thumb -

Though I than He - may longer live
He longer must - than I -
For I have but the power to kill,
Without - the power to die -

Slide 10 - Tekstslide

TESTJE

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

"Door te zwijgen, vertelt hij me juist heel veel." Dit is een:
A
paradox
B
parodie
C
parabel
D
paragnost

Slide 13 - Quizvraag

Twee verschillende woorden hebben dezelfde betekenis. Deze woorden zijn:
A
homoniem
B
synoniem
C
antoniem
D
contradictoir

Slide 14 - Quizvraag

"I'm the Ladies Love, legend in leather.
Long and lean...". Deze stijlfiguur heet:
A
assonantie
B
antithese
C
allegorie
D
alliteratie

Slide 15 - Quizvraag

"Zoet als een sappie" is een:
A
metafoor
B
metonym
C
vergelijking
D
vergoelijking

Slide 16 - Quizvraag

"I am so hungry, I could eat a horse." Dit is een:
A
oxymoron
B
eufemisme
C
hyperbool
D
paradigma

Slide 17 - Quizvraag

"Ik kwam, ik zag, ik overwon." - Julius Caesar. Dit is een:
A
anafoor
B
metafoor
C
herbivoor
D
polyfoor

Slide 18 - Quizvraag

"Going to the other side" instead of "Death". Dit is een voorbeeld van:
A
optimisme
B
dysfemisme
C
eufemisme
D
anaforisme

Slide 19 - Quizvraag

"De studenten melden zich NOOIT ziek als ze geen zin hebben in de les."
Dit is een vorm van:
A
antonymie
B
ironie
C
typografie
D
iconografie

Slide 20 - Quizvraag