Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
ICW lyrics: stijlfiguren
OBJECT WRITING
Werken aan sheet: nummers 1, 2 & 3
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
OBJECT WRITING
Werken aan sheet: nummers 1, 2 & 3
Slide 1 - Tekstslide
STIJLFIGUREN
Slide 2 - Tekstslide
STIJLFIGUREN
Bijzondere formuleringen of woorden die een bepaald effect teweegbrengen.
Je kunt stijlfiguren gebruiken
om teksten te verlevendigen en zo de luisteraar te beïnvloeden.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
"Door te zwijgen, vertelt hij me juist heel veel." Dit is een:
A
paradox
B
parodie
C
parabel
D
paragnost
Slide 5 - Quizvraag
Twee verschillende woorden hebben dezelfde betekenis. Deze woorden zijn:
A
homoniem
B
synoniem
C
antoniem
D
contradictoir
Slide 6 - Quizvraag
"I'm the Ladies Love, legend in leather.
Long and lean...". Deze stijlfiguur heet:
A
assonantie
B
antithese
C
allegorie
D
alliteratie
Slide 7 - Quizvraag
"Zoet als een sappie" is een:
A
metafoor
B
metonym
C
vergelijking
D
vergoelijking
Slide 8 - Quizvraag
"I am so hungry, I could eat a horse." Dit is een:
A
oxymoron
B
eufemisme
C
hyperbool
D
paradigma
Slide 9 - Quizvraag
"Hello darkness my old friend I've come to talk with you..." (Simon & Garfunkel). Dit is een:
A
alliteratie
B
paradox
C
synoniem
D
apostrophe
Slide 10 - Quizvraag
"Ik kwam, ik zag, ik overwon." - Julius Caesar. Dit is een:
A
anafoor
B
metafoor
C
herbivoor
D
polyfoor
Slide 11 - Quizvraag
"Going to the other side" instead of "Death". Dit is een voorbeeld van:
A
optimisme
B
dysfemisme
C
eufemisme
D
anaforisme
Slide 12 - Quizvraag
"De studenten melden zich NOOIT ziek als ze geen zin hebben in de les."
Dit is een vorm van:
A
antonymie
B
ironie
C
typografie
D
iconografie
Slide 13 - Quizvraag
BEELDSPRAAK
Term voor overdrachtelijk/figuurlijk taalgebruik
Vergelijking (Haar lippen zijn als rozen zo rood)
Metafoor (Haar dunne rozen)
Metonymie (Oranje heeft verloren; Daar komt de neus)
Personifcatie ( De deur kraakt en zucht)
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
BETEKENISRELATIES
Polysemie (spel)
Homonymie (vorst)
Synonymie (rijwiel, fiets)
Antonymie (warm, koud)
Ander voorbeeld:
Madamme Tussaud; zij was.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
SHEET
Nummers 4 & 5
Donderdag aan de slag met de rest...
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
ICW lyrics: stijlfiguren 2019-2020 ACHTERGROND
Juni 2020
- Les met
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
ICW lyrics: stijlfiguren 2019-2020
Januari 2020
- Les met
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Oefentoets Woordenschat H1, H2, H3, H4 3V
December 2023
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Woordenschat hfd 1 VH3 deel 2
September 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
WP 18
April 2024
- Les met
17 slides
Taal
Lager onderwijs
Communication and information
November 2023
- Les met
42 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Reanimatie
September 2024
- Les met
39 slides
zorg
Hoger onderwijs
Weektaak wk 39
September 2020
- Les met
12 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs