th1 les 40 (26 januari)

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Le verbe avoir (10 minutes)
  • Corriger les exercices (5 minutes)
  • Au travail (15 minutes)
  • Corriger les exercices (5 minutes)
  • Kahoooooot (10 minutes) 

Slide 2 - Tekstslide

Le verbe avoir (10 minutes)
Quiz in lessonup = ga naar lessonup.app
Prends ton portable


Slide 3 - Tekstslide

Vertaal naar het NL:
Nous avons

Slide 4 - Open vraag

Vertaal de zin naar het NL:
J'ai quatre chiens

Slide 5 - Open vraag

Vertaal naar het Frans:
Ik heb een zus

Slide 6 - Open vraag

Vertaal naar het Frans:
U heeft

Slide 7 - Open vraag

Vertaal naar het NL:
Jelle a un oncle

Slide 8 - Open vraag

Vertaal naar het Frans:
Zij (v) hebben

Slide 9 - Open vraag

Vertaal naar het NL:
Tu as un ami

Slide 10 - Open vraag

Vertaal naar het Frans:
Ils ont deux frères

Slide 11 - Open vraag

Corriger les exercices (5 min)
On corrige les exercices 8A, 8B et 8C ensemble!

Slide 12 - Tekstslide

Au travail (10 minutes)
Tu fais les exercices:
  • 8D + 8E (p. 50)
  • 8F + 8G (p. 72)

Klaar? 
Maak opdracht 8H (p. 72)

In stilte!
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

8D 

1  Nous avons 
2  Il a 
3  Vous avez
4  Elle a 
5  Tu as 
6  J’ai
7  Oscar a 
8  Monsieur et madame Roi ont

8E

Mogelijke zinnen:
1 La fille a un chien./ Elle a un chien.

2 Le père et la mère ont cinq enfants.     / Ils ont deux fils et trois filles.

3 Il a un copain.


Slide 14 - Tekstslide

8F

A Avoir betekent hebben
B
1 Tu > E       
2 J’ > C       
3 Vous > D  
4 Nous > F  
5 Mes parents > B   
6 Marc > F      



8G

1 Tu as 
2 Elle a 
3 Vous avez 
4 Nous avons 
5 J’ai 
6 Jean-Pierre et Sarah ont 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide