Tekstverbanden chronologie opsommend tegenstellend klas 2

Welkom bij Nederlands!
START:
Pak je boek, schrift & pen. Berg je mobieltje op.
Maak H3, Lezen, opdracht 1 (pag. 87) vast.

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
START:
Pak je boek, schrift & pen. Berg je mobieltje op.
Maak H3, Lezen, opdracht 1 (pag. 87) vast.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Info
  • Uitleg H3 Lezen
  • ZS: Lezen maken
  • ZF: Lezen maken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide



Info

Het PW is volgende week.


Vandaag starten we wel alvast met H3, omdat we anders achter gaan lopen.

Vandaag
  • Info
  • Uitleg 
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

DOELEN:

- signaalwoorden in teksten herkennen

- chronologisch, opsommend  en tegenstellend verbanden in teksten herkennen









    



Slide 4 - Tekstslide



Chronologisch

Tijdsvolgorde


Signaalwoorden: eerst,  nu, nadat, vervolgens, terwijl, etc.

Vandaag
  • Info 
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide



Opsommend

Dingen achter elkaar opnoemen


Signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, ook, verder, etc.

Ook:

  • en
Vandaag
  • Info 
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 6 - Tekstslide



Tegenstellend

Tegenovergestelde dingen noemen.


Signaalwoorden: tegenover, maar,  hoewel, echter, aan de ene kant...aan de andere kant

Vandaag
  • Info 
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 7 - Tekstslide



Aan de slag!
Vandaag
  • Info

  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting
Je maakt H3, Lezen, opdracht 2 (pag. 88).

Huiswerk: H3, Lezen, opdracht 1, 2 & 3.

Slide 8 - Tekstslide



ZS
  • Je werkt voor jezelf en in stilte.
  • Je weet wat je moet doen.

Je maakt H3, Lezen, opdracht 2 (pag. 88).

Huiswerk: H3, Lezen, opdracht 1, 2 & 3.






Vandaag
  • Info

  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 9 - Tekstslide



ZF
  • Je werkt voor jezelf.
  • Je mag fluisterend overleggen met elkaar.
  • Je weet wat je moet doen.

Je maakt H3, Lezen, opdracht 2 (pag. 88).

Huiswerk: H3, Lezen, opdracht 1, 2 & 3.





Vandaag
  • Info

  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 10 - Tekstslide



Doel vandaag
  • Je hebt alles nagekeken.
Vandaag
  • Info 
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 11 - Tekstslide



Tijd over?
We gaan een paar quizvragen doen.

Pak je telefoon erbij.
Wel een telefoon en geen naam?
Dat kan niet...
Vandaag
  • Info 
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 12 - Tekstslide

Genoemde zaken zijn elkaars tegenovergestelde
A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
opsommend verband

Slide 13 - Quizvraag

Genoemde zaken worden achter elkaar opgesomd
A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
opsommend verband

Slide 14 - Quizvraag

Gebeurtenissen worden in een bepaalde tijdsvolgorde genoemd
A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
opsommend verband

Slide 15 - Quizvraag

Daarna, vervolgens, intussen, 2017, nu, eerst, vroeger, acht uur ...
Signaalwoorden horen bij:

A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
opsommend verband

Slide 16 - Quizvraag

Ten eerste, ten tweede, verder, ook, ten slotte, om te beginnen, 1, 2, 3, ...
Signaalwoorden horen bij:

A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
opsommend verband

Slide 17 - Quizvraag

Maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant, aan de andere kant, tegenover, ...
Signaalwoorden horen bij:

A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
opsommend verband

Slide 18 - Quizvraag

We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers. Nu is ons gebouw al te klein.

A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
opsommend verband

Slide 19 - Quizvraag

We hebben Jan de Ried aangenomen vanwege zijn kennis van de markt. Daarnaast heeft hij ruime ervaring als leidinggevende.

A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
opsommend verband

Slide 20 - Quizvraag

Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen, maar daar denkt mijn zakenpartner anders over.

A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
opsommend verband

Slide 21 - Quizvraag

Afsluiting
Huiswerk:
H3, Lezen, opdracht 1, 2 & 3.

Slide 22 - Tekstslide