Blok 4 4.15 Schrijfopdracht 41 en 4.15 en opdracht 42 en 44 1KGT

Blok 4 Schrijven
4.51 Taalverzorging
Maak je eigen tekst

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Blok 4 Schrijven
4.51 Taalverzorging
Maak je eigen tekst

Slide 1 - Tekstslide

Lees deze tekst.
Stel je voor: in een werkstuk van je 
klasgenoot staat de volgende zin:

‘Beatrix, de oudste dochter van koningin Juliana en prins Bernhard, was drieëntwintig jaar koningin der Nederlanden alvorens zij in 2013 werd opgevolgd door haar zoon Willem-Alexander.’

Slide 2 - Tekstslide

‘Beatrix, de oudste dochter van koningin Juliana en prins Bernhard, was drieëntwintig jaar koningin der Nederlanden alvorens zij in 2013 werd opgevolgd door haar zoon Willem-Alexander.’

Denk je dat je klasgenoot deze zin zelf heeft geschreven? Leg je antwoord uit

Slide 3 - Open vraag

‘Beatrix, de oudste dochter van koningin Juliana en prins Bernhard, was drieëntwintig jaar koningin der Nederlanden alvorens zij in 2013 werd opgevolgd door haar zoon Willem-Alexander.’

Verander de zin, schrijf hem in je eigen woorden zodat iedereen het begrijpt.

Slide 4 - Open vraag

Weet je het nog? 
We hebben 4 afspraken en regels voor schrijven.
Daar komt regel 5 bij.

Slide 5 - Tekstslide

4.15 Taalverzorging - afspraken en regels Schrijven
  1. Gebruik hoofdletters en leestekens.
     Een tekst waarin hoofdletters en leestekens staan, is makkelijker te lezen.
  2. In een zin schrijf je altijd een persoonsvorm.
  3. Gebruik nette woorden en wees beleefd. Volwassenen en onbekenden spreek je aan met u. Alleen als ze zeggen dat je 'je' mag zeggen, dan schrijf je 'je' .
  4. De regels voor de e-mail

Slide 6 - Tekstslide

4.15  Taalverzorging - afspraken en regels Schrijven
5.  Neem een tekst of tekstgedeelten uit een bron nooit zomaar over.
  • Maak er je eigen tekst van. 
  • Verander moeilijke woorden of te lange zinnen.
  • Schrijf altijd de naam van de bron op.
      (ook als je de tekst in je eigen woorden schrijft.)

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 42 schrijfopdracht
Je krijgt een schrijfopdracht!
Je bestudeert eerst de informatie in deze les.
Daarna maak je zelfstandig de opdracht.

De opdracht staat in Word bij je huiswerk in magister.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 44 schrijfopdracht
Je krijgt een schrijfopdracht over een tekst van Wikipedia
- De Afsluitdijk
Je bestudeert eerst de informatie in deze les.
Daarna maak je zelfstandig de opdracht.

De opdracht staat in Word bij je huiswerk in magister.

Slide 9 - Tekstslide

Blok 4 Schrijven
4.16 Inleiding-middenstuk- slot
Tekst voor schoolkrant

Slide 10 - Tekstslide

Inleiding – middenstuk – slot
Een goede tekst bestaat uit drie delen: een inleiding, een middenstuk en een slot.





inleiding
- De schrijver vertelt meestal waar de tekst over gaat. 
- Jij weet dan of je de rest van de tekst ook wilt lezen. 
- Meestal is de inleiding één alinea.
middenstuk
- De schrijver vertelt meer over het onderwerp. 
- Het middenstuk bestaat meestal uit meerdere alinea’s. 
- In elke alinea wordt iets verteld over het onderwerp. (deelonderwerp)
slot
- De schrijver maakt een duidelijk einde aan de tekst. 
- Meestal bestaat het slot uit één alinea.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht schrijfopdracht schoolkrant
Je gaat in tweetallen een schrijfopdracht voor een schoolkrant / muurkrant maken.

De opdracht staat in Word bij je huiswerk in magister.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht schoolkrant (1)
  • Je werkt mee aan een schoolkrant wedstrijd voor jongeren tot 14 jaar. 
  • In de schoolkrant moeten 10 onderwerpen komen.
  • Je kunt kiezen uit de volgende onderwerpen:
    1. Windmolens - 2. dieren in de stad - 3. de innuits - 4. bodemschatten van Groenland -
    5. Electrische auto's - 6. Festivals voor jongeren - 7. Influencers - 8. op zomervakantie? -
    9. gehoorproblemen bij jongeren - 10. TikTok,  Snapchat of toch iets anders? - 11. Online lesgeven.



Slide 13 - Tekstslide

Opdracht schoolkrant (2)
Hoe ga je aan het werk?
  • Maak een woordweb bij het onderwerp dat je hebt gekozen.
  • Onderstreep in je woordweb drie woorden waarover je wilt schrijven in je
      tekst. Dit zijn je deelonderwerpen.
  • Zoek op internet informatie over de deelonderwerpen



Slide 14 - Tekstslide

Opdracht schoolkrant (3)
Denk ook aan:

  • Een titel boven je tekst.
  • Twee tussenkopjes in je tekst.
  • Denk aan de  5  schrijf afspraken en regels 

  • Je levert de correcte tekst in Word in. Lettergrootte 12p


Slide 15 - Tekstslide

Onderwerp
Tekstdoel
uitleg geven
Tekstsoort
uitleggende tekst
Tekstvorm
artikel in schoolkrant / muurkrant
Publiek
jongeren 12-14 jaar
De indeling van jouw artikel
Inleiding
Vertel de lezers in minimaal één zin waar je tekst over gaat.
middenstuk
1e alinea 
Vertel in minimaal vier zinnen over je eerste deelonderwerp.
2e alinea
Vertel in minimaal vier zinnen over je tweede deelonderwerp 
3e alinea
Vertel in minimaal vier zinnen over je derde deelonderwerp. 
slot
 Sluit je tekst in minimaal één zin duidelijk af.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht schrijfopdracht schoolkrant

De opdracht staat in Word bij je huiswerk in magister.

De opdracht moet dinsdag 13 april af zijn.

Slide 17 - Tekstslide