AF 4 Spijsverteringsstelsel 1

M1W1
1
spijsverteringsstelsel
TM module 4
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

M1W1
1
spijsverteringsstelsel
TM module 4

Slide 1 - Tekstslide

Iedereen heeft wel eens een gestoorde spijsvertering gehad.


Noem een probleem met de spijsvertering dat je zelf hebt gehad.

Slide 2 - Tekstslide

Welke klachten had je?

Slide 3 - Tekstslide

In welk deel van het spijsverteringsstelsel zat het probleem?

Slide 4 - Tekstslide

Is het overgegaan? Zo ja, hoe?

Slide 5 - Tekstslide

timer
0:20
lever
maag
12-vingerige darm
pancreas
colon
dunne darm

Slide 6 - Sleepvraag

A.M4H1
spijsverteringsstelsel
LEERDOELEN...
  • Je noemt welke organen betrokken zijn
  • Je beschrijft de bouw van de wand van het spijsverteringskanaal
  • Je beschrijft de bouw en functie van de spijsverteringsorganen
  • Je beschrijft wat er nodig is om voedingsstoffen te verteren










Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Welke voedingsstoffen
ken je?

Slide 9 - Woordweb

Voedingsstoffen
  • Koolhydraten = Suikers + Vezels + Zetmeel
  • Vetten
  • Eiwitten
  • Water 
  • Mineralen 
  • Vitamines

Slide 10 - Tekstslide

het spijsverteringskanaal heeft overal dezelfde bouw... 
1.1 bouw van het spijsverteringskanaal

Slide 11 - Tekstslide

1 het slijmvlies

  • raakt het voedsel aan
  • maakt water, slijm en op sommige plaatsen enzymen
1.1 bouw van het spijsverteringskanaal
1

Slide 12 - Tekstslide

  • enzymen helpen het voedsel te verteren (=kleiner maken)
  • elke voedingsstof heeft zijn eigen enzym
  • enzymen worden door spijsverteringsklieren gemaakt
1.1 bouw van het spijsverteringskanaal

Slide 13 - Tekstslide

2 bindweefsel

  • hierin liggen veel bloed- en lymfevaten en zenuwen
1.1 bouw van het spijsverteringskanaal
2

Slide 14 - Tekstslide

3 spierlaag

  • bestaat uit kring- en lengtespieren
1.1 bouw van het spijsverteringskanaal
3

Slide 15 - Tekstslide

4 buitenste steunlaag

  • het buikvlies (peritoneum) als bescherming
1.1 bouw van het spijsverteringskanaal
4

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een enzym?
A
Een voedingsstof
B
Suikerdeeltje die in stukjes is geknipt
C
Bloedcel die voor afweer zorgt
D
Een stof die voedsel helpt verteren

Slide 17 - Quizvraag

1.2
mondholte

Slide 18 - Tekstslide

de mondholte heeft...
  1. kauwspieren
  2. gebit
  3. speekselklieren
  4. tong
1.2
mondholte

Slide 19 - Tekstslide

om voedsel kleiner te maken, worden kauwspieren gebruikt.
1.2.2
kauwspieren

Slide 20 - Tekstslide

het gebit bestaat uit tanden en kiezen
  • tanden om te bijten
  • kiezen om te malen
1.2.3
gebit

Slide 21 - Tekstslide

Uit hoeveel tanden en kiezen bestaat het gebit van een volwassene?
A
20
B
28
C
32
D
37

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

de kroon van een element komt in aanraking met het voedsel...
  • bestaat uit hard glazuur
1.2.3
gebit
kroon
K

Slide 25 - Tekstslide

  • de mens heeft aan beide kanten drie speekselklieren
  • ze maken 24/7 speeksel
1.2.4
speekselklieren
oorspeekselklier
O
ondertongspeekselklier
T
onderkaakspeekselklier
K

Slide 26 - Tekstslide

Hoeveel speeksel produceren we per dag?
A
50ml
B
100ml
C
200ml
D
1 liter

Slide 27 - Quizvraag

speeksel heeft als taak...
  • slijm te maken
  • het verteren van suikers met het enzym amylase
  • amylase knipt grote suikers tot kleine delen > glucose
1.2.4
speekselklieren

Slide 28 - Tekstslide

de tong is een spier met een laagje dekweefsel en heeft als taak...
  • verdelen van voedsel
  • proeven (smaakpapillen)
1.2.5
tong

Slide 29 - Tekstslide

Wat is belangrijker om de smaak van voedsel goed te kunnen proeven?
A
Smaak van de mond
B
Reukzintuig van de neus

Slide 30 - Quizvraag

Smaakzones

Slide 31 - Tekstslide

Opdrachten maken
Maak de onderstaande opdrachten in Traject

1B, 2B, 3A, 3B, 4B, 5C

Slide 32 - Tekstslide