B3 - Herhaling verbanden en signaalwoorden

Ingewikkeld

of niet?


Verbanden in teksten

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ingewikkeld

of niet?


Verbanden in teksten

Slide 1 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 2 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 3 - Tekstslide

Volgende week = Toets Lezen H3 en H4

Leren= verbanden en signaalwoorden H3 en H4




De komende lessen: herhalen!

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de oorzaak?
Het regende flink toen ik naar school fietste. Daardoor heb ik een natte broek.
A
Het regende flink
B
Ik heb een natte broek

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het gevolg?
Het regende flink toen ik naar school fietste. Daardoor heb ik een natte broek.
A
Het regende flink.
B
Ik heb een natte broek.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de oorzaak?
Ten gevolge van een kortsluiting ontstond brand in het oude kantoorpand.
A
Er was kortsluiting.
B
Er ontstond brand in het oude kantoorpand.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de oorzaak?
Weefsel rond de ogen wordt met de jaren slapper, waardoor wallen onder je ogen duidelijk te zien zijn.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het gevolg?
Weefsel rond de ogen wordt met de jaren slapper, waardoor wallen onder je ogen duidelijk te zien zijn.

Slide 9 - Open vraag

Wat is de oorzaak?
In Groningen zaten scheuren in de huizen, doordat er een aardbeving had plaatsgevonden.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het gevolg?
In Groningen zaten scheuren in de huizen, doordat er een aardbeving had plaatsgevonden.

Slide 11 - Open vraag

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
7-jarig jongetje
B
fietstocht op dinsdagochtend
C
jongen gewond
D
verkeerslicht kapot

Slide 13 - Quizvraag

Welk signaalwoord voor oorzaak-gevolg staat in alinea 1?

Slide 14 - Open vraag

Noteer de oorzaak
uit alinea 1?

Slide 15 - Open vraag

Noteer het gevolg
uit alinea 1.

Slide 16 - Open vraag

Wat wordt opgesomd bij nummer 4?

Slide 17 - Open vraag

Aan welke twee signaalwoorden herken je de opsomming bij nummer 4?

Slide 18 - Open vraag

Welk signaalwoord voor tegenstelling staat bij nummer 6?

Slide 19 - Open vraag

Uit hoeveel delen bestaat de opsomming bij nummer 7?

Slide 20 - Open vraag

Waarvan worden voorbeelden gegeven bij nummer 8?

Slide 21 - Open vraag

Spanje, Italië, Frankrijk en Oostenrijk zijn landen waar ik graag naartoe ga op vakantie.
Wat is hier de opsomming? En waar is dit een opsomming van?

Slide 22 - Open vraag

Er zijn meerdere manieren om te leren, bijvoorbeeld met behulp van je boek of via de laptop.
Welk verband vind je in deze zin?

Slide 23 - Open vraag

Er zijn meerdere manieren om te leren, bijvoorbeeld met behulp van je boek of via de laptop.
Aan welk signaalwoord herken je het verband?

Slide 24 - Open vraag

Schrijf per verband minimaal één signaalwoord op:
- opsomming:
- tegenstelling:
- voorbeeld:
- oorzaak/gevolg:

Slide 25 - Open vraag

Heb je nu nog vragen?

Slide 26 - Open vraag