K8 Aussehen 2E

Herzlich willkommen in der Deutschstunde!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herzlich willkommen in der Deutschstunde!

Slide 1 - Tekstslide

Wer ist das?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
-Je kunt de vragen uit eenvoudige fragmenten over het thema mode beantwoorden. 
-Je kent de betekenis van de woorden van het thema "Aussehen" (bladzijde).
-Je kan deze woorden in een andere context gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Introduktion Kapitel 8
  • Einführung: Thema - Aussehen
  • Hören: Reportage Pimpen statt shoppen 
  • Grammatik: Wiederholung regelmatige werkwoorden
  • Grammatik: onregelmatige werkwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Das Thema von Kapitel 8:
das Aussehen

= het uiterlijk

Slide 5 - Tekstslide

die Hose
das T-Shirt
der Pullover
die Jacke
das Kleid
der Rock
die Socken
der Schuh
die Kleidung
grün
tragen
de jurk
de broek
het T-shirt
de trui
het jack, vest
de rok
de sokken
de schoen
de kleding
groen
dragen

Slide 6 - Sleepvraag

Pimpen statt shoppen

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent de titel?


A
pimpen en shoppen
B
pimpen in plaats van shoppen

Slide 8 - Quizvraag

1. Björn
A
gebruikt spullen die andere weggooien.
B
werkt bij een recyclingbedrijf.

Slide 9 - Quizvraag

2. Wat is de hobby van Björn?

Slide 10 - Open vraag

3. Björn haalt ideeën uit tijdschriften en van internet of
A
raakt geïnspireerd door iemand op straat of op school
B
vraagt tips aan zijn vrienden op school

Slide 11 - Quizvraag

Waar is Björn trots op?
A
zijn spijkerjasje
B
zijn trui

Slide 12 - Quizvraag

Om de olievlekken minder te laten opvallen, hebben Björn en Dennis de trui
A
geverfd
B
met letters bedrukt.

Slide 13 - Quizvraag

Bij Upcycling gaat het erom, dat je
A
oude dingen naar de kringloopwinkel brengt.
B
van oude dingen iets nieuws maakt.

Slide 14 - Quizvraag

Welke zin is waar?
A
Björn moedigt je aan om een oud kledinstuk te gaan pimpen
B
Volgens Björn is het best ingewikkeld om een kledingstuk te pimpen

Slide 15 - Quizvraag

Kun jij je vinden in het advies van Björn?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

vuilnis
trots
verschillende
vertel
in plaats van
Ich werde die Blumen in den Müll werfen
Erzähl mir mal von Deinem Urlaub.
Gut gemacht. Ich bin stolz auf dich!
Die Hose ist verfügbar in vielen verschiedenen Farben.
Ich lese lieber ein Buch statt einer Zeitschrift.

Slide 17 - Sleepvraag

An die Arbeit!
Was?
Kapitel 8: Seite 71 Aufgabe 6
Wie?
1. mache die Aufgabe erst allein
2. check mit Deinem Nachbar
Wie lange?
6 Minuten
Hilfe?
benutze die Lernliste Seite 98
Resultat?
Du kannst die Wörter über aussehen activ benutzen. 
Fertig?
Seite 70 Aufgabe 3 und 5
timer
6:00

Slide 18 - Tekstslide

Grammatik 

Slide 19 - Tekstslide

Wiederholung
Wir wiederholen Grammatik  "regelmatige werkwoorden".
Was weißt du noch?

Slide 20 - Tekstslide

Regel: feesttenten 

Slide 21 - Tekstslide

Vertaal 'hij speelt'

spielen (= spelen)
A
er spielt
B
er spielst
C
du spielst
D
du spielt

Slide 22 - Quizvraag

Welke twee vervoegingsvormen hebben het hele werkwoord?
A
er/sie/es + wir
B
ich + wir
C
er/sie/es + ihr
D
wir + sie/Sie

Slide 23 - Quizvraag

Vertaal 'jij praat'

reden (= praat)
A
du redst
B
du redest
C
er redt
D
er redet

Slide 24 - Quizvraag

Kapitel 8: Grammatik
Grammatik: 
können, dürfen, müssen, wissen, sollen, wollen und mögen.

Klinkerwissel in de tegenwoordige tijd
Uitgang is anders bij ich + er/sie/es

können
ich kann, du kannst, er / sie / es kann

Slide 25 - Tekstslide

An die Arbeit!
Was?
Kapitel 8: Seite 80 Aufgabe 18
Wie?
1. mache die Aufgabe erst allein
2. hast Du die Regel verstanden? 
3. erkläre die Regel an Deinen Nachbarn 
Wie lange?
6 Minuten
Hilfe?
frage mich
Resultat?
Du hast die Regel verstanden und kannst sie erklären
Fertig?
Seite 81 Aufgabe 19
timer
6:00

Slide 26 - Tekstslide

können
müssen
dürfen
wollen
wissen
moeten
weten
kunnen
mogen (toestemming)
willen

Slide 27 - Sleepvraag

können
ich
du
er/ sie/ es
wir
ihr
Sie / sie (2)
stam
foute antwoorden

können
könnt
kannst
kann
können
kann
könn
kannen
könne
könnst

Slide 28 - Sleepvraag

dürfen
ich
du
er/ sie/ es
wir
Ihr
Sie / sie (2)
stam
foute antwoorden

dürfen
dürft
darfst
darf
dürfen
darf
dürf
darfen
dürfe
dürfst

Slide 29 - Sleepvraag

het werkwoord 'müssen'
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
musst
müssen (U)
müsst
muss (hij)
muss
müssen
müsse
musse

Slide 30 - Sleepvraag

Verstanden?
Noch üben?

https://learningapps.org/watch?v=pajd3y2zj22

Slide 31 - Tekstslide

Ich habe neue deutsche Wörter über das Thema Mode gelernt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll


Grammatica: Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof

Slide 33 - Poll

Huiswerk
Kapitel 8: Wortschatz: Seite 69 Aufgabe 2,3, 5-8
Grammatik: Seite 80 Aufgabe 19 - 22

Slide 34 - Tekstslide