PPXL2P2W8

Project patiënt X

 Periode 2, week 8
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Project patiënt XMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Project patiënt X

 Periode 2, week 8

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud 

-Terugblik vorige week
-Wensenboekje laatste levensfase


Slide 2 - Tekstslide

SBARR-methodiek 
(projectopdracht)
Het gaat niet goed met mevrouw Vermeulen. Je hebt de huisarts gebeld en zij komt langs. Zij wil een ambulance bellen om mevrouw Vermeulen in te sturen op verdenking van een CVA. Mevrouw Vermeulen weigert dit.  Hoe nu verder?

Opdracht: Hoe zou jij het telefoongesprek met de huisarts voeren? Werk dit uit a.d.h.v. de SBARR-methodiek (zie volgende dia).

 




Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Palliatieve zorg
Palliatieve zorg begint op het moment dat de zorgvrager te horen krijgt dat er geen genezing meer mogelijk is en eindigt op het moment van overlijden. Deze zorg kan dus een langere periode duren.

Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van het leven verbetert van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en verlichten van lijden, door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard

Slide 5 - Tekstslide

Terminale zorg
Terminale zorg wordt geboden in de laatste fase van het leven, als de geschatte levensverwachting korter dan drie maanden is. Daarbij zijn drie fasen te onderscheiden:


  • Preterminale fase, met als kenmerk stabiliteit. De vaak al matige conditie van de zorgvrager zal verder achteruitgaan en uiteindelijk leiden tot de dood, maar het is niet te voorspellen hoe snel die achteruitgang komt. Deze fase kan ongeveer drie maanden tot een halfjaar duren.
  • Terminale fase, met als kenmerk achteruitgang van conditie en lichamelijk functioneren. Er kan sprake zijn van korte perioden van stilstand of ook wel lichte verbeteringen. Problemen en klachten kunnen in deze fase sterk wisselen en in intensiteit toenemen. De terminale fase kan enkele weken tot twee à drie maanden duren.
  • Stervensfase, met als kenmerk snelle achteruitgang van de conditie en lichamelijke functies. Deze fase duurt slechts enkele uren tot dagen.


Bij terminale zorg gaat het om het waardig afscheid nemen van het leven en zo comfortabel mogelijk komen te overlijden.


Slide 6 - Tekstslide

Ethische vragen bij terminale zorg
Bij terminale zorg spelen vaak ethische vragen. Met alle medische mogelijkheden die er zijn om het leven van terminale zorgvragers te verlengen, is het lastig om iets te weigeren. Zo kan het gebeuren dat een terminale zorgvrager toch een chemokuur krijgt, omdat hij er nog niet aan toe is om het leven los te laten. De vraag is dan hoe zinvol deze behandeling is. Als de zorgvrager zelf dan ook nog zegt dat hij eigenlijk niet weet waarvoor hij het allemaal nog doet, dan kun je als verpleegkundige de neiging krijgen om hem te adviseren om te stoppen met de chemokuur. Het is alleen niet jouw taak om de zorgvrager te adviseren over een medische behandeling. Je kunt hem wel het advies geven om er nog eens met de behandelend arts over te praten.

Slide 7 - Tekstslide

Omgaan met dilemma's rondom behandeling in de palliatieve/terminale fase (projectopdracht)
Mevrouw Vermeulen heeft aangegeven niet meer naar het ziekenhuis te willen gaan. De huisarts vermoedt dat mevrouw opnieuw een CVA heeft gehad. Er wordt een familiegesprek gepland. In het familiegesprek wordt met mevrouw Vermeulen en haar dochter gesproken over een niet-reanimeren beleid en behandelverbod. Mevrouw Vermeulen wil niet gereanimeerd worden en ook nooit meer opgenomen worden in een ziekenhuis. Ze wil rustig sterven in haar eigen woning. De behandelend arts heeft de opdracht gegeven deze afspraken te noteren in haar zorgdossier. Het palliatieve beleid wordt nu ingevoerd.

Opdracht: Werk de volgende vragen uit m.b.v. het boek 'Persoonlijke basiszorg niveau 4, module 10: Palliatieve terminale zorg: 'Terminale zorgvragers: zorgrelatie en dilemma's' en module 11: De laatste levensfase: 'De terminale fase' en 'De beleving tijdens het sterven '.

1. Als verpleegkundige heb je niet alleen te maken met de mening, wensen en behoeften van mevrouw Vermeulen, ook haar dochter heeft zo haar mening, wensen en behoeften. Deze kunnen tegenstrijdig zijn. Je zult zelf ook een mening hebben en die zal niet altijd overeenkomen met die van de patiënt en/of de naastbetrokkenen. Hoe ga je daar mee om? Kun je een voorbeeld geven?

  

Je dient  '

Slide 8 - Tekstslide

Omgaan met dilemma's rondom behandeling in de palliatieve/terminale fase (vervolg projectopdracht)

2. Stel je voor, Lisette wil dat haar moeder, mevrouw Vermeulen, zo lang mogelijk wordt behandeld en wil daarom dat haar moeder nu direct naar het ziekenhuis gaat. Mevrouw Vermeulen weigert dit en wil absoluut niet meer naar het ziekenhuis. Lisette wordt erg boos als ze dit hoort en eist van jou dat je haar moeder dwingt om naar het ziekhuis te gaan. Hoe reageer je? Hoe ga je hier mee om?
3. Welke dilemma’s kun je als verpleegkundige tegenkomen als een patiënt de wens heeft om diens leven niet langer te verlengen? Noem minimaal 3 dilemma’s. 
4. Met wie bespreek je deze dilemma’s? 
5. Welke tegenstrijdige belangen en meningen kunnen hier een rol spelen? En hoe ga je daar mee om?
6. Hoe zou jij over de nieuwe situatie in het zorgplan rapporteren? 
7. Welke afspraken over niet-reanimeren en het palliatieve beleid moeten in het zorgdossier vermeld worden? 



Slide 9 - Tekstslide

Wensenboekje laatste levensfase
Voor iedereen die wil nadenken over de laatste levensfase is een wensenboekje ‘Als ik nadenk over mijn laatste levensfase, dan wil ik…’ ontwikkeld. Het boekje geeft handvatten om in gesprek te gaan met familie, vrienden, kennissen of zorgverleners en biedt ruimte om deze wensen vast te leggen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Evaluatie van de zorg na overlijden
Deel H Evaluatie van de zorg na overlijden
Je spreekt bij evaluatie van productevaluatie en procesevaluatie.
Bij het evalueren gaat het om het beoordelen van de resultaten (= product) van de gegeven zorg en de manier (= proces) waarop je die resultaten hebt bereikt.
Het belang van concrete doelen wordt in deze fase van zorg nog duidelijker: hoe concreter je je doelen geformuleerd hebt, des te beter je kunt evalueren of de doelen behaald zijn.
Maak een Word-bestand en verwerk de volgende vragen:
1. Evalueer na het overlijden de zorg voor mevrouw Vermeulen met betrekking tot het product en het proces.
2. Zijn er opmerkelijke zaken uit de evaluatie gekomen? Wat ging goed bij de zorg aan mevrouw Vermeulen? Wat zou je eventueel anders doen een volgende keer bij een andere zorgvrager?
3. Sluit hierna het zorgdossier.
4. Wat gebeurt er met het zorgdossier nu mevrouw Vermeulen overleden is en de zorg afgesloten? 



Slide 13 - Tekstslide