In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Samenwerking en conflict
Paragraaf 6.2
Slide 1 - Tekstslide
Na deze les weet je ...
... wat het kernconcept samenwerking inhoudt;
... wat de eisen aan succesvolle samenwerking zijn;
... wat het kernconcept conflict inhoudt;
... wat het verschil is tussen collectieve en private goederen;
... wat het dilemma van collectieve actie inhoudt.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Waarom zouden mensen met elkaar samenwerken?
Slide 4 - Open vraag
Noem een situatie waarin er wordt samengewerkt
Slide 5 - Woordweb
Samenwerking
Het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen om hun handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel.
Vb. Je kunt in je eentje vijf paragrafen samenvatten van het hoofdstuk. Je kunt ook samenwerken met klasgenoten en allemaal één paragraaf samenvatten en die dan uitwisselen.
Slide 6 - Tekstslide
Een samenwerking levert altijd positieve resultaten op.
EENS
ONEENS
Slide 7 - Poll
Eisen voor succesvolle samenwerking
Compromisbereidheid
Wederzijdse acceptatie
Onderling vertrouwen
Slide 8 - Tekstslide
Samenwerken is een compromis
Aan een samenwerking gaan vaak afspraken tussen de deelnemende partijen vooraf.
Partijen moeten namelijk op dezelfde
golflengte komen en daarom soms wat
inleveren / toegeven, zoals tijd of geld.
Slide 9 - Tekstslide
Eisen voor succesvolle samenwerking
Compromisbereidheid
Wederzijdse acceptatie
Onderling vertrouwen
Slide 10 - Tekstslide
Wederzijdse acceptatie
Wanneer beide partijen elkaar niet accepteren, kan een samenwerking niet succesvol zijn.
Wederzijds = beide kanten op
Slide 11 - Tekstslide
Eisen voor succesvolle samenwerking
Compromisbereidheid
Wederzijdse acceptatie
Onderling vertrouwen
Slide 12 - Tekstslide
Onderling vertrouwen
Als partijen elkaar niet vertrouwen, dan kunnen de doelen van de samenwerking niet behaald worden.
Vb. Tijdens operatie Market Garden waarschuwde het Nederlandse verzet de geallieerden dat er grote weerstand van de Duitsers rond Arnhem zou zijn. De Britten wuifden dit weg en werden hierdoor bij Arnhem heel erg verrast.
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag!
Lezen: pagina 11 - 16 (lesboek)
Maken: samenvatting paragraaf 6.1 + 6.2
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Conflict
Een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen doelen te bereiken.
Vb. In oorlogstijd vallen landen elkaar aan om hun eigen doelen te bereiken (bijv. meer grondstoffen of landsuitbreiding) ten koste van andere landen.
Slide 16 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van een conflict dat je kan hebben op school.
Slide 17 - Open vraag
Wat is een conflict op micro-niveau?
A
Nederland legt Italië een handelsembargo op
B
Ajax kaapt een speler voor de neus van PSV weg
C
Jan geeft Thomas niet de antwoorden van de toets
Slide 18 - Quizvraag
Samenvattend
Samenwerking
Conflict
Gemeenschappelijk doel
Eigen doel
Handelen op elkaar afstemmen
Elkaar tegenwerken
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Collectieve goederen
Collectieve goederen:
zijn non-exclusief (niemand kan er van worden uitgesloten);
worden vaak door de overheid geleverd;
dienen het algemeen belang;
worden ook wel publiek goed genoemd.
Vb. Dijken of het onderwijs.
Slide 21 - Tekstslide
Private goederen
Private goederen:
zijn exclusief (je kan er van worden uitgesloten);
worden voornamelijk door de markt geleverd;
dienen vooral het eigen belang.
Vb. Abonnement voor de sportschool.
Slide 22 - Tekstslide
Collectief of privaat?
Slide 23 - Tekstslide
Dilemma van collectieve actie
Als mensen samenwerken om een collectief goed te realiseren, heet dat collectieve actie.
Soms kiezen mensen er bewust voor om niet bij te dragen aan deze collectieve actie. Zo ontstaat het dilemma van collectieve actie: de keus waar mensen voor staan om wel of niet mee te werken aan de samenwerking.
Slide 24 - Tekstslide
Free riders
Waarom kan het meedoen aan een samenwerking voordelen opleveren?
Waarom kan het niet meedoen aan een samenwerking voordelen opleveren?
Free riders= Actoren die niet bijdragen aan een collectief goed, maar er wel van profiteren.