HV1 ch1 les 10 1C

1C
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

1C

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
- bespreken herkansing
- nakijken oefentoets
- Wat moet je leren voor het PW?
- Stof herhalen?
- Voorbeeldvragen PW
- Tips
- Spel (quizlet / Bingo / anders?)

Slide 2 - Tekstslide

Oefentoets
- Kijk de oefentoets zorgvuldig na
- verbeter de fouten die je hebt gemaakt
- Zet een kruisje als je niet begrijpt waarom iets fout is, daar moet je nog een vraag over stellen!
(kijk ook andere opgaven na die je nog niet hebt nagekeken)

(Klaar? Maak alvast opdracht 37)

Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je leren voor het PW?
- vocabulaire: A+B+E+F+G
- phrases clés: D + I
- grammaire: C (être) + H (lidwoorden)
- getallen F
- Kennis van Land en Volk (intro + francofolies)
- leestekst

Slide 4 - Tekstslide

Tips!
- Bekijk de fouten uit je SO en uit de Oefentoets. Is het duidelijk waarom het fout was? Weet je hoe het wel moet?
- Begin op tijd met leren. Leer vaker een korte tijd, dat levert meer op dan 1 keer heel lang leren. Herhalen is het belangrijkst!
- Gebruik alle hulpmiddelen die er zijn! (Studiekit, Slim Stampen, Quizlet, je ouders/verzorgers, etc.)

Slide 5 - Tekstslide

Exercice 1
- Noteer voor jezelf het rijtje van être op een blaadje
of ergens in je WB
- Noteer ook de vertaling erachter


Slide 6 - Tekstslide

Kijk goed na!!!
Je suis = ik ben 
Tu es = jij bent 
il est = hij is 
elle est = zij is 
on est = men is/ wij zijn
Nous sommes = wij zijn
Vous êtes - jullie zijn/ u bent
Ils sont = zij zijn (mnl)
Elles sont = zij zijn (vrl)
C'est = het is

Slide 7 - Tekstslide

Exercice 2
Schrijf voor jezelf de getallen van 0-20 voluit in het Frans

Slide 8 - Tekstslide

0 = zéro
1 = un
2 = deux
3 = trois
4 = quatre
5 = cinq
6 = six
7 = sept
8 = huit
9 = neuf
10 = dix
11 = onze
12 = douze
13= treize
14 = quatorze
15 = quinze
16 = seize
17 = dix-sept
18 = dix-huit
19= dix-neuf
20 = vingt

Slide 9 - Tekstslide

exercice 3
Noteer de volgende zelfstandig nw in het meervoud:
  • le garçon
  • l'ordinateur
  • une copine
  • la ville
  • une école
  • un ami

Slide 10 - Tekstslide

les réponses
le garçon  = les garçons
l'ordinateur = les ordinateurs
une copine = des copines
la ville = les villes
une école = des écoles
un ami = des amis

Slide 11 - Tekstslide

Répéter?
Is er iets wat je nog graag zou willen herhalen?

Slide 12 - Tekstslide

Een aantal voorbeeldvragen
- 20 sec per vraag
- Bonne chance!!

Slide 13 - Tekstslide

Vocabulaire:
Hij koopt het ijsje
A
Elle parle français
B
Il achete la glace
C
Elle achete une glace

Slide 14 - Quizvraag

Grammaire:

Wij zijn
A
Nous sommes
B
Vous êtes
C
Il est
D
Tu es

Slide 15 - Quizvraag

Grammaire:
Zet 'un frère' in het meervoud
A
les frère
B
les frères
C
des frère
D
des frères

Slide 16 - Quizvraag

Phrases clés
Geef antwoord:
Tu t'appelles comment?
A
Je m'apele ...
B
Je m'appele ...
C
Je m'appelle ...
D
J'mappelle ...

Slide 17 - Quizvraag

Kennis van Land en Volk
Frankrijk heeft een...
A
koning
B
koningin
C
president
D
prins

Slide 18 - Quizvraag

getallen:

schrijf voluit: 15
A
seize
B
qiunze
C
cinq
D
quinze

Slide 19 - Quizvraag

Bingo / Quizlet?

Slide 20 - Tekstslide