week 7-1

Parler - un restaurant
Il y a......?
Oui, il y a.....
Il est où?
Il est à gauche/droite


1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Parler - un restaurant
Il y a......?
Oui, il y a.....
Il est où?
Il est à gauche/droite


Slide 1 - Tekstslide

parler: une piscine
Il y a....
Oui, il y a....
.... est où?
..... est à gauche/droite

Slide 2 - Tekstslide

Parler 3 - une terrasse
Il y a....
Oui, il y a....
.... est où?
..... est à gauche/droite

Slide 3 - Tekstslide

Parler - un hôtel (m)


Il y a......?
Oui, il y a..... 
..... est où?
...... est à gauche/droite


Slide 4 - Tekstslide

Parler - les garcons


Où sont les garcons?
.... sont où?
...... sont à la maison


Slide 5 - Tekstslide

Parler - les filles
Où sont les filles?
...... sont à au restaurant


Slide 6 - Tekstslide

Ook bij dingen gebruik je:
il/ils en elle/elles

Le camping est joli - il est joli
Les campings sont jolis - ils sont jolis

La chambre est jolie - elle est jolie
Les chambres sont jolies - elles sont jolies
Uitspraak 
il est/elle est etc. 

blz 27 onderaan

Slide 7 - Tekstslide

  • Oefentoets nakijken
  • Extra uitleg of tekst lezen
  • Bingo
  
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik de oefentoets besproken
  • heb ik geoefend met lezen
  • heb ik geoefend met getallen

Slide 8 - Tekstslide

Kijk je toets na
- gebruik een andere kleur pen om te verbeteren
- neem de toets nog een keer door bij het leren toetsweek

Slide 9 - Tekstslide

Twee groepen
Weinig fouten toets / ik snap wat ik fout doe? 
Ga aan de slag met de leestekst. Je gaat nieuwe woorden opzoeken op je Chromebook om de tekst te begrijpen. Daarna beantwoord je de vragen.

Veel fouten toets/ ik snap niet wat ik fout doe? 
We gaan samen nog een LessonUp quiz doen (zonder snoepje)

Klaar: ga naar classroom voor extra opdrachten.

Slide 10 - Tekstslide

Il y a un parc dans la ville. Vertaal: il y a

Slide 11 - Open vraag

Où est la fille? Vertaal het woord: où

Slide 12 - Open vraag

Het is .... une photo de Paris

Slide 13 - Open vraag

J'aime parler anglais. En jij?

Slide 14 - Open vraag

Etre in het Frans!
Let op:
Het is =
C'est

Slide 15 - Tekstslide

etre
=
 zijn




Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
es
sont
est
êtes
sommes
suis

Slide 16 - Sleepvraag

Elle ... une fille.
A
es
B
est
C
sont

Slide 17 - Quizvraag

Je ... Pierre.
A
suis
B
sont

Slide 18 - Quizvraag

Vous ... à l'école?
A
sommes
B
êtes

Slide 19 - Quizvraag

Maxime et Claire ... des amies.
A
sont
B
est

Slide 20 - Quizvraag

Vous ... français? (bent, jullie)

Slide 21 - Open vraag

Tu ... mon ami. (bent)

Slide 22 - Open vraag

Non, je ... néerlandais. (ben)

Slide 23 - Open vraag

Pierre ... grand. (is)

Slide 24 - Open vraag

Marc ........(is) grand

Slide 25 - Open vraag

Marc et Lisa .....(zijn) jolis

Slide 26 - Open vraag

Hoe vertaal je: het is
A
il est
B
elle est
C
c'est

Slide 27 - Quizvraag

Welke lidwoorden zijn voor mannelijk enkelvoud?
A
le
B
la
C
des
D
un

Slide 28 - Quizvraag

Welke lidwoorden geven aan dat een woord meervoud is?
A
un
B
les
C
des
D
l'

Slide 29 - Quizvraag

Kies uit: le, la,l' of les
C'est un ami. _____ ami est beau
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 30 - Quizvraag

Kies uit: le, la, l' of les
C'est une piscine. ______ piscine est bleue
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 31 - Quizvraag

Kies uit: un, une of des
Le parc est immense. C'est ______ parc naturel
A
un
B
une
C
des

Slide 32 - Quizvraag

Kies uit: un, une of des
La fille est belle. C'est _____ belle fille.
A
un
B
une
C
des

Slide 33 - Quizvraag

Hoe zeg je in het Frans:
vrienden
A
amis
B
des amis

Slide 34 - Quizvraag

Hoe zeg je in het Frans:
meisjes
A
filles
B
des filles

Slide 35 - Quizvraag

Cours 5: Les nombres

Slide 36 - Tekstslide

un (1)
 deux (2) 
trois (3) 
quatre (4) 
cinq (5) 
six (6)
sept (7) 
huit (8) 
neuf (9) 
dix (10) 
onze (11) 
douze (12) 
treize (13) 
quatorze (14) 
quinze (15) 
seize (16) 
dix-sept (17) 
dix-huit (18)
 dix-neuf (19) 
vingt (20)

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

We gaan bingo spelen!

Slide 39 - Tekstslide

Genereer je eigen bingokaart

Slide 40 - Tekstslide