Les onderzoek slavernij

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 2

Burgerschap

Slavernij

Wat gaan we doen?

• Uitleg 
• In gesprek
• Stille wanddiscussie

Leerdoelen: 

1. Je kan uitleggen wat slavernij is

2. Je kunt een standpunt innemen en dit standpunt onderbouwen met argumenten.

3. De student kan vanuit meerdere perspectieven kijken naar een stelling. 

Allereerst:

• We luisteren naar elkaar
• Je mag alles zeggen, als je maar kunt vertellen waarom je dit vind (onderbouwen)
• Voel je je niet prettig, geef dit dan aan
• Verschillende meningen moeten worden gehoord

Een stuk geschiedenis

• Kolonialisme: Overheersen van overzeese gebieden.
• o.a. Nederland, Spanje, Engeland
• 17e-18e eeuw
• Nederland vervoerde ca. 600.000 slaven naar de Nieuwe Wereld

Zijn effecten nog steeds voelbaar?

Discriminatie: Onterecht verschil op basis van kenmerken die niet relevant zijn.

Racisme: Een groep als minderwaardig beschouwen, een ras is superieur.  

Institutioneel racisme: wetten, beleid, ongeschreven regels en handelswijzen door instituties die bevolkingsgroepen systematisch uitsluiten, marginaliseren en discrimineren. ("The issue of the 20th century will be the color line.", DuBois, 1903)

Ontwikkelingen in de 20e/21e eeuw - VS als voorbeeld

• Burgerrechtenbeweging: Rosa Parks, Martin Luther King -> van wettelijke segregatie (gescheiden scholen, in zuidelijke staten isolatie voor Afro-Amerikanen) naar iets meer rechten
• Nog steeds lijden Afro-Amerikanen vaker onder armoede, worden vaker veroordeeld en krijgen vaker de doodstraf
• Films: The Help, The Green Mile, Malcolm X

Moderne slavernij

Mensen die worden uitgebuit en weinig tot niets betaald krijgen voor hun arbeid. Dit werk kan plaatsvinden in slechte omstandigheden. 

Stille wanddiscussie

Wat? Een discussie die anoniem verloopt.

Hoe? Er komen stellingen op het bord, in het woordweb schrijf je of je eens/oneens bent en een (of meerdere) argumenten hierbij. Dit is anoniem en verschillende meningen mogen gehoord worden.

Hulp? Je mag informatie opzoeken voor je argument.

Tijd? Je krijgt zo eerst tijd om jezelf te informeren.

Uitkomst? De argumenten komen op het scherm, we gaan kijken wat goede argumenten voor en tegen zijn,

Mening, feit en argument

Mening: Een persoon zegt wat hij/zij vind (standpunt). Een ander kan hier anders over denken en het is niet bewezen. 

Feit: Iets wat bewezen is door deskundigen, door onderzoek bewezen dat het echt waar is. Kan worden bewezen, onderzocht en opgezocht.

Argument: Met een argument verdedig je jouw mening. Je legt uit waarom je deze mening hebt. Je kunt feiten gebruiken om jou mening en standpunt uit te leggen. 

Standbeelden die te maken hebben met het slavernijverleden moeten blijven staan.

Keti Koti moet een nationale feestdag worden.

Er moet op scholen meer aandacht komen voor het slavernijverleden.

Nederland moet excuses aanbieden voor de rol in het slavernijverleden.

Leerdoelen: 

1. Je kan uitleggen wat slavernij is

2. Je kunt een standpunt innemen en dit standpunt onderbouwen met argumenten.

3. De student kan vanuit meerdere perspectieven kijken naar een stelling.