Griekse Polis MWT

Je eigen Griekse polis - project
Maatwerktijd Geschiedenis
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Je eigen Griekse polis - project
Maatwerktijd Geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk tijdvak is dit?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuw tijdvak:
De tijd van Grieken en Romeinen.
(3000 v.Chr. - 500 na Chr.)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introductie
In deze opdracht ga je in groepjes een eigen stadstaat (polis) maken. Je zult zien dat er in de Oude Griekse wereld veel verschillende stadstaten waren die allemaal op hun eigen manier geregeld werden. 
Onderdelen die jullie gaan bedenken voor jullie polis:
- Plek
- Bestuursvorm (hebben jullie een koning? of misschien bepalen de inwoners de regels?)
- Beschermgod
- Ontstaansmythe (Verhaal over hoe jullie polis is ontstaan)
- Wetenschapper en kunstvorm

Maak hier een wijze keuze in… 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de lessen werken jullie aan deelopdrachten, deze opdrachten verwerk je uiteindelijk in de eindopdracht

Jullie gaan een poster en presentatie maken over jullie eigen polis

Eisen: presentatie duurt circa 5-10 minuten, ieder groepslid heeft een aandeel in de presentatie en de poster wordt actief gebruikt.
EINDOPDRACHT
1
2

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling van dit project + leerdoelen
          plek              bestuur      beschermgod       mythen       wetenschap
De leerling kan:
  • De oude Griekse wereld beschrijven (gebruikmakend van de begrippen stadstaat, kolonies en nijverheid)
  • Met een voorbeeld uitleggen dat er culturele eenheid was in de Griekse wereld.
  • Inhoud kunnen geven aan het begrip polis / stadstaat.
1
De leerling kan:
  • Het verschil uitleggen tussen de staatsvormen: aristocratie, monarchie, oligarchie, democratie en tirannie en deze herkennen in een bron.
  • Het verschil tussen een directe en indirecte democratie benoemen.
  • • Beargumenteren/betogen wat de voor- en nadelen zijn van deze verschillende staatsvormen.
2
De leerling kan:
  • Twaalf Griekse goden benoemen en herkennen aan hun attributen.
  • Beargumenteren waarom bepaalde goden beter bij een polis horen dan anderen.
3
De leerling kan:
  • De culturele functie omschrijven van mythes.
  • Aangeven hoe oude Griekse mythes nu nog relevant kunnen zijn.
4
De leerling kan:
  • In eigen woorden vertellen hoe observatie en onderzoek ervoor zorgde dat Grieken voor het eerst wetenschappers kreeg.
  • Verschillende Griekse wetenschappers/filosofen benoemen en wat hun bijdrage was aan de academische wereld.
  • Vanuit een bron herkennen of er sprake is van wetenschappelijk denken.
5

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een polis?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In het oude Griekenland waren veel gebieden van elkaar gescheiden door bergen of door zee. 
Hierdoor ontstonden er op veel verschillende plekken stadstaten.
 Zo’n stadstaat werd een polis genoemd.

Een polis bestond uit een stad met een omliggend stuk land. 
Niet elke polis was precies hetzelfde. Iedere stad had een eigen baas die bepaalde welke regels er waren in de polis.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld: Athene
Athene is een polis.
De polis ligt in het zuiden van Griekenland
In Athene mogen mensen die in de stad wonen zélf stemmen welke regels er zijn. 



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld: Sparta
Sparta is een polis.
De polis ligt ook in het zuiden van Griekenland
In Sparta bepalen twéé koningen samen welke regels er zijn. 



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd om groepjes te vormen!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk een naam voor jullie polis.
Vergeet niet om deze heel Grieks te laten klinken. Je mag ook een bestaande naam gebruiken zoals: Mycene, Knossos, Thebe, Delphi, Athene, Sparta, Epidaurus, Corfu, Epirus, Olympia of Korinthe.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

les 2

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Zoek samen met je groepje op internet naar afbeeldingen van het Griekse landschap

Een beeld krijgen van Griekenland

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt er op aan het landschap van Griekenland?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat de natuurlijke barrières te maken hebben met het ontstaan van zoveel verschillende poleis.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de beste plek uit voor jullie polis op deze kaart
Sleep het bolletje op de kaart om de plek die jullie gekozen hebben aan te geven
1

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 3

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je krijgt een groot tekenvel van je docent. Je gaat hier met je groepje de omtrek van het eiland, de kuststreek of het binnenland op uittekenen. Dit doe je eerst met potlood en als je dit klaar hebt trek je het met stift over. (gebruik hiervoor google maps!)
  

Geef gebieden aan waar hoge bergen zijn en waar water (rivieren of zee) is (laat dit ook terugkomen in een legenda!) Hier kan namelijk geen polis gebouwd worden. Let op dat je wel nog ruimte overhoudt voor de polis!

Deelopdracht 1
1
2
timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke staatsvorm?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Klik op de vraagtekens voor meer informatie!
In een monarchie is een er één persoon met alle macht (een alleenheerser). Na de dood van de heerser wordt die vaak door zijn kind opgevolgd
In een aristocratie is er een groep rijke mensen, die samen de stad besturen
In een tirannie heeft één persoon de macht. Die heeft hij vaak met geweld gekregen. Een tiran gebruikt ook vaak geweld om problemen op te lossen. 
In een democratie worden beslissingen door alle burgers genomen. Alle burgers mogen stemmen en zelf beslissingen over het bestuur

Slide 24 - Tekstslide

Uitleg geven op het bord over de staatsvormen, deze dia gebruiken als naslagwerk voor de leerlingen
Neem onderstaand schema over en vul verder in.
Geef per bestuursvorm één voordeel en één nadeel
Bestuursvorm
Voordeel
Nadelen
Monarchie
-

-

Aristocratie
-

-

Tirannie
-

-

Democratie
-

-

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt veel voordelen en nadelen besproken van allerlei bestuursvormen.  Overleg met je groepje welke staatsvorm jullie polis krijgt.  


Schrijf samen een stuk tekst waarin je uitlegt waarom jullie staatsvorm de beste is. Zorg dat je veel positieve kanten van jullie staatsvorm opnoemt. Zorg ook dat je tegen de nadelen in gaat (Ongeveer 100 woorden)

Deelopdracht 2
1
2
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 4

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke beschermgod?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op de berg Olympus, de hoogste berg van Griekenland, woonden de goden. De goden gingen regelmatig naar beneden om mensen te helpen of te straffen. Ze verrichtte heldendaden en ze werden door iedereen bewonderd. 

De goden waren bijna allemaal oppermachtig. Ze waren allemaal God van iets belangrijks: Zeus is de oppergod en de god van de donder en bliksem, Poseidon is de god van de zee, Dionysus is de god van de wijn.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klik op de vraagtekens voor meer informatie!
Zeus                           Poseidon                       Hades                            Hera                          Demeter                         Hestia                          Athena
   Apollo                       Artemis                           Ares                         Aphrodite                 Hephaistos                      Dionysos                      Hermes
Poseidon: god van de zeeën, aardbevingen en paarden.
Attributen: drietand
Hades: god van de onderwereld
Attributen: Cerberos (de hellehond) + de tweetand
Zeus: opperpod en de god van de bliksem
Attributen: bliksemschicht, troon en adelaar
Hera: godin van het huwelijk
Attributen: staf en pauw
Demeter: godin van de landbouw en het graan.
Attributen: graanhalm
Hestia: godin van de huiselijkheid
Attributen: haardvuur
Athena: godin van de wijsheid, techniek en de krijgskunst.
Attributen: helm, schild en uil
Hermes: god van de handel, boodschapper van de goden.
Attributen: sandalen met vleugels en een reizigershoed
Dionysos: god van de wijn, dans en toneel.
Attributen: klimop (thyrosstaf), krans van druivenbladeren, wijn
Hephaistos: god van de smeedkunst, vulkanen en vuur.
Attributen: werktuigen en hamer
Aphrodite: godin van de liefde.
Attributen: duif en roos
Ares: god van de oorlog.
Attributen: volledige wapenuitrusting
Artemis: godin van de jacht, de bossen en van de maan.
Attributen: pijl en boog
Apollo: god van het licht, de zon, de muziek, de schone kunsten. 
Attributen: laurierkrans en cither (soort harp)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk met je groepje goed naar de ligging en de staatsvorm die je gekozen hebt in de vorige opdrachten. Ga met elkaar de discussie aan over welke god/godin het beste zou passen bij jullie polis. Het is daarbij ook belangrijk om te weten wat de inwoners van de polis willen, zijn ze oorlogszuchtig of juist vredelievend? Willen ze hard werken en daarmee meer welvaart of meer ontspanning?

Kies een god/godin voor jullie polis. Geef drie redenen waarom deze god/godin het beste past. Let op, elke god/godin mag maar één keer gekozen worden, geef je god door bij je docent!

Deelopdracht 3
1
2
timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 5

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een ontstaansmythe

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Griekse mythologie is de verzameling van de Griekse mythen en sagen. Dit zijn verhalen over goden, halfgoden en de relaties tussen goden en mensen. De Grieken geloofden in meer dan één schepper. Zij waren polytheïstisch (poly = veel en theos = god) en vereerden vele goden. 

De godenverhalen werden aan elkaar doorverteld. Daarom zijn er soms verschillende versies van een mythe. De Griekse goden hadden buitengewone krachten en konden er ook als mensen uitzien. Ook gedroegen ze zich als mensen. Ze wilden allemaal graag de macht hebben en waren vaak jaloers, kwaad, maar ook vrolijk en heldhaftig. Wanneer er belangrijke beslissingen moesten worden genomen vroeg men vaak om advies. Men ging naar de tempel in Delphi om een orakel (een raadselachtige voorspelling van de goden) te vragen.

Klik op een van de afbeeldingen om een Griekse mythen te bekijken!

De doos van Pandora
Daedalus en Icarus
verhaal - animatie (Engels met NL ondertiteling)
De twaalf werken van Herakles
verhaal - animatie (Engels met NL ondertiteling)
Koning Midas
verhaal - animatie (Engels met NL ondertiteling)

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke mythen heb je gelezen?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De mensen in een Griekse stadstaat vertelde elkaar ook vaak een mythe over het ontstaan van hun prachtige polis. Vaak kwam hier de beschermgod in voor die op een magische manier de stad stichtte. 
Schrijf met je groepje een ontstaansmythe van je polis.

Eisen: de ontstaansmythe moet minstens een half A4 aan tekst zijn.

Deelopdracht 4
1

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 6

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschap en kunst

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De oude Grieken kenden vele wetenschappers en filosofen, hieronder vind je er enkele. 
Klik op de vraagtekens om meer te weten te komen!

Plato (filosoof en schrijver), leerling van Socrates en leraar van Aristoteles, is een van de invloedrijke denkers in de westerse filosofie en was de stichter van de Atheense democratie.
Aristoteles (filosoof en wetenschapper), samen met Socrates en Plato beschouwd als een van de invloedrijkste klassieke filosofen in de westerse traditie. 
Socrates of Sokrates (filosoof), beschouwd als een van de stichters van de westerse filosofie, al liet hij zelf geen geschriften na. 
Archimedes (wiskundige, natuurkundige, ingenieur, uitvinder en sterrenkundige), beschouwd als de grootste wiskundige van de Oudheid en een van de grootste wiskundigen aller tijden.
Pythagoras (wiskundige), zijn wiskundige “stelling van Pythagoras” wordt nog altijd gebruikt en leren jullie ook bij Wiskunde!
Hippocrates (arts), beschouwd als de grondlegger van de westerse geneeskunde omdat hij als eerste, natuurlijke in plaats van bovennatuurlijke, oorzaken voor ziekten zag. 
Herodotus of Herodotos (historicus), beschouwd als de vader van de geschiedschrijving. Hij is vooral bekend door zijn werk ‘De Historiën’.  
Kies een van de Griekse wetenschappers/filosofen uit die in jullie polis mag komen wonen. Let op want elke wetenschapper/filosoof mag maar 1 keer gekozen worden. Geef je keuze door aan de docent.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door observeren en door hun kennis van het menselijk lichaam, konden de Grieken beelden maken die ‘echt op mensen leken. Door de vormen en de details leken sommige beelden levensecht. En precies zoals de Grieken hun goden en zichzelf het liefst zagen: perfect en gespierd

Voor een bouwwerk zochten de Grieken naar mooie en perfecte vormen. In hun tempels herken je dat: je ziet rechthoeken, driehoeken en veel zuilen. De Griekse gebouwen maakten veel indruk: op de Grieken zelf en op bezoekers van een stad.

Van de mythen en van de dingen die de Grieken meemaakten, werden vaak toneelstukken gemaakt. De Grieken vonden dat je van een toneelstuk iets moest leren, bijvoorbeeld welke fouten mensen konden maken. 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Grieken waren zo goed in het maken van kunst dat andere volkeren hen eeuwenlang hebben nagedaan.

Vazen
Architectuur
Beeldhouwkunst
Theater maskers
Muurschilderingen
Mozaïek vloeren 
Kies een van de kunstvormen waar jullie polis zich op gaat specialiseren. Let op want elke kunstvorm mag maar 2 keer gekozen worden. Geef je keuze door aan de docent.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek een afbeelding op van de gekozen wetenschapper/filosoof. Beschrijf vervolgens wat deze wetenschapper/filosoof zo bekend maakt.

Eisen: een afbeelding + enkele regels over de wetenschapper/filosoof.

Zoek een afbeelding op van de gekozen kunstvorm. Beschrijf vervolgens waarom deze kunstvorm zo goed past bij jullie polis.

Eisen: een afbeelding + enkele regels over de kunstvorm.
Deelopdracht 5
1
2

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voeg alle deelopdrachten samen en maak hier een poster (A3-formaat)

Eisen: alle deelopdrachten zijn verwerkt. Versier de poster mooi, zorg dat het past bij het thema van je polis




EINDOPDRACHT
1
2

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PRESENTATIES
stopwatch
00:00

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies