Waar denk je aan bij facilitaire dienstverlening? Bij de start analyseer je je eigen kennis en maakt voor jezelf een leerplan.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en ProductenHBOStudiejaar 2
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Kennismaking facilitaire dienstverlening
Waar denk je aan bij facilitaire dienstverlening? Bij de start analyseer je je eigen kennis en maakt voor jezelf een leerplan.
Slide 1 - Tekstslide
Facilitaire vaardigheden
Dagelijks voer je verschillende facilitaire vaardigheden uit, welke facilitaire vaardigheden heb jij vandaag uitgevoerd?
Slide 2 - Tekstslide
Wat hoort bij facilitaire dienstverlening?
Je krijgt ter introductie een filmpje te zien. Meestal denken we bij facilitaire dienstverlening in eerste instantie aan de schoonmaakwerkzaamheden.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Brainstorm
Individuele opdracht:
De schoonmaakdienst is één aspect van facilitaire dienstverlening. Welke werkzaamheden/afdelingen vallen nog meer onder facilitaire dienstverlening? Schrijf ze op.
Slide 5 - Tekstslide
Doel module
De student heeft kennis van de inhoud van facilitaire dienstverlening binnen het beroepenveld van gezondheidszorg en welzijn van de leerlingen en kan voorkomende vaardigheden demonstreren, waarbij aangetoond wordt dat er methodisch gewerkt wordt.
Slide 6 - Tekstslide
Test
Hierna komen een aantal vragen met betrekking tot facilitaire dienstverlening. Je krijgt hierbij een indruk van de inhoud van facilitaire dienstverlening en jouw kennis hierover. Houd je eigen score bij.
Slide 7 - Tekstslide
Organisatie facilitaire dienstverlening
In het LUMC wordt het bezoekersrestaurant gerund door een exploitant. Hier is sprake van:
A
non-profit
B
profit
C
pro-profit
D
semi-profit
Slide 8 - Quizvraag
Schoonmaakdienst:
Welk apparaat wordt gebruikt om de marmoleumvloer te laten glimmen?
A
schrobmachine met borstel
B
schrobmachine met pad
C
schrobzuigmachine met borstel
D
schrobzuigmachine met pad
Slide 9 - Quizvraag
Inrichting
Binnen welk onderdeel past het relatiediagram bij de inrichting van een vaklokaal ?
A
Inrichtingsplan
B
Programma van Eisen
C
Vlekkenplan
D
Wandenplan
Slide 10 - Quizvraag
Gebouwenbeheer
Wie heeft de eindverantwoordelijkheid voor de BHV?
A
Arbocommissie
B
BHV manager
C
Directie
D
Facilitair manager
Slide 11 - Quizvraag
Gebouwenbeheer
Aan wie wordt het arbobeleid voorgelegd?
A
Arbodienst
B
Arbeidsinpsectie
C
Hoofd facilitaire dienst
D
Ondernemingsraad
Slide 12 - Quizvraag
Textielbeheer:
Welke kleur waszak wordt er gebruikt voor persoonsgebonden goed?
A
blauw
B
doorzichtig
C
rood
D
wit
Slide 13 - Quizvraag
Textielbeheer Aan welke ISO norm moet een wasserij voldoen om in aanmerking te komen voor een certificaat van stichting Cerfex?
A
9001
B
9002
C
9003
D
9004
Slide 14 - Quizvraag
Logistiek beheer
Wat wordt bedoelt met stocken?
A
aanvullen van de minimale voorraad
B
handmatig tellen van de voorraad
C
herinrichten magazijn
D
inventariseren ontvangen van goederen
Slide 15 - Quizvraag
Logistiekbeheer:
Wat voor soort bevoorrading is "tafeltjedekje"?
A
extern
B
intern
C
semimuraal
D
transmuraal
Slide 16 - Quizvraag
Voedingsdienst
welke van de onderstaande instanties moet zich houden aan de HACCP richtlijnen?
A
bouwbedrijf
B
houthandel
C
kaaswinkel
D
kapperszaak
Slide 17 - Quizvraag
Voedingsdienst:
Wat is een voorbeeld van geavanceerde apparatuur?
A
braadoven
B
fiteuse
C
kookketel
D
steamer
Slide 18 - Quizvraag
Schoonmaakdienst
Welk onderdeel van de cirkel van Sinner heeft bij het wassen van een wollen trui een kleine rol?
A
actie
B
chemie
C
temperatuur
D
beweging
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Eigen leerplan
Zijn de verschillende onderdelen die bij facilitaire dienstverlening horen jou bekend? ( vergelijk met jouw eerste brainstorm)
Welke kennis beheers je en welke kennis is nog niet voldoende?
Na elk filmpje schrijf je de kernwoorden op die specifiek bij de werkzaamheden en de setting horen.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Maak een overzicht
Maak een overzicht van de verschillende uitstroomrichtingen en de bijbehorende onderdelen en vaardigheden. Gebruik de kernwoorden die je hebt opgeschreven bij de voorgaande filmpjes en internet.
Klaar?
Welke beroepen horen bij de uitstroomrichting facilitaire dienstverlening?