Schriftelijk rapporteren

Schriftelijk rapporteren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBO

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schriftelijk rapporteren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:

De student:
-kan verschillende vormen van zakelijk rapporteren toepassen
-kan het verschil tussen objectieve en subjectieve informatie aangeven

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ziet deze les eruit:
1. LessonUp met uitleg Rapporteren
2. Quizvragen, einde nog Kahoot


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vaak rapporteer jij per werkdag?

Slide 5 - Open vraag

Waarom rapporteren we eigenlijk?
- Om informatie vast te leggen en over te brengen aan collega's
- Om op tijd problemen te kunnen signaleren.
- Om een overzicht vast te leggen. Zo kun je bv teruglezen hoe het met de gezondheid van een cliënt is gegaan in een bepaalde periode.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is ook alweer objectief en subjectief?
Objectief:
Een objectief verslag geeft alleen informatie. Je eigen mening wordt niet vermeld.
Objectief: het gaat hier om feiten, hier kan geen discussie over ontstaan.

Voorbeeld: de trui is zwart van kleur

Subjectief: hier gaat om een mening; hierover valt te discussiëren en iedereen kan er anders over denken.

Voorbeeld: de trui heeft een mooie kleur. (niet iedereen zal deze trui mooi vinden)

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Bijvoorbeeld: in een instituut waar ernstig verstandelijk gehandicapte kinderen worden verzorgd, woont de vierjarige Martijn. Het is maandag, de dag na de wekelijkse bezoekdag.

In het verslag van groepsleidster 1 staat:

Martijn heeft vandaag twee uur gehuild. Hij heeft één boterham gegeten. Hij heeft ’s middags niet geslapen. Hij heeft een uur rondgekropen met zijn knuffel.
Uit dit verslag kun je verschillende conclusies trekken:
-Martijn kan ziek zijn of pijn hebben.
-Martijn kan zijn ouders missen en heimwee hebben.
-Martijn kan zich ongelukkig of eenzaam voelen.

Dit verslag is objectief.


Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Bijvoorbeeld: in een instituut waar ernstig verstandelijk gehandicapte kinderen worden verzorgd, woont de vierjarige Martijn. Het is maandag, de dag na de wekelijkse bezoekdag.

In het verslag van groepsleidster 2 staat:
Martijn was vandaag lastig en vervelend. Hij wilde niet eten en niet slapen. Hij huilde de hele dag. Hij wilde alleen maar met zijn knuffeldier spelen.

Uit het tweede verslag kun je eigenlijk maar één conclusie trekken:
de groepsleidster vond Martijn vandaag vervelend.

Dit verslag is subjectief.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is objectief?
A
De bal is rond
B
Mevrouw heeft een leuke bril
C
De kantine is mooi

Slide 10 - Quizvraag

Als je gedrag beschrijft dan doe je dit altijd objectief. Wat betekent objectief?
A
Je benoemt alleen de gebeurde feiten
B
Je geeft een mening ergens over
C
Je benoemt de feiten en je koppelt hier je eigen mening aan

Slide 11 - Quizvraag

Objectief is?
A
Hoe iets werkelijk is (gebeurd)
B
Een mening
C
Een feit
D
Hoe iemand ergens over denkt

Slide 12 - Quizvraag

Objectief
A
Een feit
B
Een mening
C
Een argument
D
Een voorwerp

Slide 13 - Quizvraag

Wat is 'objectief?'
A
Uitgaan van feiten
B
Uitgaan van meningen

Slide 14 - Quizvraag

Subjectief
A
Oordeel zonder mening
B
Oordeel met mening

Slide 15 - Quizvraag

subjectief is
A
netjes
B
feit
C
mening
D
aardig

Slide 16 - Quizvraag

subjectief is?
A
kijken naar feiten en betrouwbare cijfers
B
mening en gevoel van mensen

Slide 17 - Quizvraag

Een rechter is subjectief
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Subjectief betekent....
A
persoonlijk, met meningen
B
heel zakelijk, alleen feiten

Slide 19 - Quizvraag

Kahoot quiz

https://create.kahoot.it/details/9878744b-089a-4646-9fd6-b713c4321855

Slide 20 - Tekstslide

Evalueren / Huiswerkopdracht
Verdiep je voor de volgende les in : "de overdracht". 
Zoals je dat op stage ook misschien al kent. 

Wat voor verschillende soorten overdracht heb je?
Wat is het nut van een goede overdracht?

Slide 21 - Tekstslide