Zebra 17 7-4-2020

Taalles 7-4-2020
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Taalles 7-4-2020

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Grammatica zinnen maken met mogen, moeten, willen of kunnen
Online oefenen met grammatica
Schrijfopdracht: e-mail schrijven en e-mail herschrijven
Dictee: woorden schrijven + lettergrepen oefenen
Luisteropdracht
Zo nodig online registreren bij Zebra!

Slide 2 - Tekstslide

Grammatica
Een zin maken met mogen, moeten, willen of kunnen.

Slide 3 - Tekstslide

Een zin met mogen, moeten, willen of kunnen
Met de werkwoorden mogen, moeten, willen of kunnen kun je iets meer zeggen over een ander werkwoord. Als je een van deze werkwoorden in de zin gebruikt, is dit altijd de persoonsvorm!
Het tweede werkwoord is altijd het hele werkwoord en staat op het eind.

Bijvoorbeeld:
Ik wil heel graag langer blijven.
wil = persoonvorm, blijven = hele werkwoord op het eind.

Slide 4 - Tekstslide

Zelf oefenen
Je leest dadelijk de zin. Je maakt er een nieuwe zin van. 
Gebruik het werkwoord dat tussen haakjes staat. 
Dit wordt de persoonsvorm, het andere werkwoord wordt het hele werkwoord en staat aan het eind van de zin. 

Bijvoorbeeld:
Joost rijdt nog geen auto. (mogen)
Joost mag nog geen auto rijden.

Slide 5 - Tekstslide

Erna maakt de keuken schoon. (moeten)

Slide 6 - Open vraag

Fadi staat op zijn hoofd. (kunnen)

Slide 7 - Open vraag

Help je Esra met haar huiswerk? (willen)

Slide 8 - Open vraag

Doen jullie spelletjes op de computer? (mogen)

Slide 9 - Open vraag

Gisteren liepen we naar huis. (moeten)

Let op!
Let op de tijd van deze zin. 
Is het tegenwoordige tijd of verleden tijd?

Slide 10 - Open vraag

Online oefenen
Je gaat zelfstandig oefenen met grammatica. 
Je gaat oefenen met verleden tijd (imperfectum). 
Klik op de link die op de volgende dia staat. 
Maak alle 50 vragen. 
Schrijf vervolgens hoeveel vragen je goed had. 
Bijvoorbeeld: Ik had 45 vragen van de 50 goed.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Hoeveel vragen had je goed van de 50 vragen?

Slide 13 - Open vraag

Aanvulling
De volgende les krijg je nog een les grammatica. 
Daarna gaan we alles herhalen dat je tot nu toe hebt gehad. 
Daarna ga je er een toets van maken om te kijken of je alles begrepen hebt.

Slide 14 - Tekstslide

Schrijven
Bekijk nog een keer de e-mail van de vorige keer. 
Maak daarna de opdracht.

Slide 15 - Tekstslide

Dit is de e-mail van de vorige keer. 
Daar ga je nu een reactie op schrijven.

Slide 16 - Tekstslide

Een reactie schrijven
Je gaat een mailtje terug sturen naar Olaf. Je mag zelf weten wat je wilt schrijven. Bijvoorbeeld:
- of je het verhaal van Olaf gelooft;
- of je wil weten hoe het met zijn opa gaat;
- of je boos op hem bent of niet;
- of je nog een keer wil afspreken;
- of bedenk zelf nog iets.

Slide 17 - Tekstslide

Waar let je op?
- Je begint met een aanhef
- Dan komt het middenstuk (geef wel een enter tussendoor)
- Als laatste de afsluiting (geef wel een enter tussendoor)

Let op spellingsfouten, hoofdletters, leestekens. 
Je moet in totaal tussen de 30 en 40 woorden gebruiken in jouw mail!
Schrijf het op bij de volgende dia of maak een foto van je schrift.

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf hier de e-mail.

Slide 19 - Open vraag

Nog een e-mail bekijken
Kijk naar de volgende e-mail. Er staan veel fouten in. 
Het is de bedoeling dat jij de e-mail nog een keer op gaat schrijven, maar dan zonder fouten. 

Slide 20 - Tekstslide

Bekijk de e-mail goed, wat is er fout?

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf de e-mail nu zelf nog een keer of maak een foto van je schrift.

Slide 22 - Open vraag

Dictee

Slide 23 - Tekstslide

Luister naar het dictee.
Schrijf daarna de woorden op:
1. .... - 2. .... - 3. .... - 4. .... - 5. ....

Slide 24 - Open vraag

Luister naar het dictee.
Schrijf daarna de woorden op in lettergrepen:
1. .... - 2. .... - 3. .... - 4. .... - 5. ....
Lettergrepen = let-ter-gre-pen

Slide 25 - Open vraag

Luisteren
Je gaat luisteren naar een lied. 
Dit lied is speciaal gemaakt door allemaal bekende Nederlanders om iedereen een beetje op te vrolijk tijdens deze Corona-crisis.
Luister goed, tussendoor krijg je vragen.

Slide 26 - Tekstslide

12

Slide 27 - Video

00:17
Luister goed
Deze vraag moet je dadelijk beantwoorden:

Vul het woord in dat weg is:
Vandaag, draag ik het _____________ van iedereen. 
Door te dalen over bergen heen.

Slide 28 - Tekstslide

00:27
Vandaag, draag ik het ______ van iedereen.
A
gevoel
B
hand
C
hart
D
hoop

Slide 29 - Quizvraag

00:43
En ik doe wat een ander van me nodig heeft.
En ik hoef niks terug van wat ik ........
A
leef
B
geef
C
zeef
D
beef

Slide 30 - Quizvraag

00:44
Luister goed
Wat weet ik?

Slide 31 - Tekstslide

01:00
Ik weet ....

Slide 32 - Open vraag

01:22
Luister goed
Ik zie dat je iets aan een ander geeft.
Wat zie ik?

Slide 33 - Tekstslide

01:34
En ik zie hoe jij aan iedereen ..... geeft
A
liefde
B
ongelooflijke liefde
C
geweldige liefde
D
onvoorwaardelijke liefde

Slide 34 - Quizvraag

02:06
Luister goed
Hoe vaak hoor je het woord "zon" in het refrein?

Slide 35 - Tekstslide

02:27
Hoe vaak heb je het woord "zon" gehoord?
A
3 keer
B
4 keer
C
2 keer
D
5 keer

Slide 36 - Quizvraag

02:43
Hoe heette dit soort muziek maken wat de man deed?
A
zingen
B
beatboksen
C
percussie
D
rappen

Slide 37 - Quizvraag

02:55
Kijk goed
Hoeveel verschillende fragmenten (video's van mensen) zie je vanaf nu in de video?
Je mag tellen per hokje (dus 3 mensen van een gezin mag je tellen als 1).

Slide 38 - Tekstslide

03:49
Hoeveel hokjes met video's heb je gezien?
A
110 video's
B
99 video's
C
88 video's
D
105 video's

Slide 39 - Quizvraag

Online oefenen
Als je een inlog hebt voor Zebra, dan log je in op www.nt2plus.nl.
Boven in de hoek zie je jouw naam staan met een pijltje erbij.
Klik hierop – profiel.
Ga naar beneden. Daar staat “groep”.  
Hier moet je de volgende code invullen = XT94BAX9
Dit is alleen voor taalklas E!

Taalklas D staat al in een groep. Heb je geen Zebra?
Dan ga je online oefenen met taalcompleet.




Let op!
Zorg dat je je registreert met de code!
Alleen dan kan ik zien wat je hebt gemaakt!
Geen Zebra?
Heb je geen Zebra? Dan kun je zelf oefenen op taalcompleet.nl

Slide 40 - Tekstslide

Einde van de les.
Wat vond je van de les?

Slide 41 - Open vraag