Les 6 herhaling en WIC



Geschiedenis
Introductie
Les 6 Herhaling en WIC
Geschiedenis
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les



Geschiedenis
Introductie
Les 6 Herhaling en WIC
Geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Hoe was jullie vakantie?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je:
Je herinneren waar we het ook alweer over gehad hebben voor de vakantie.
Uitleggen waarom Engeland en de Republiek zeeoorlogen kregen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Wereldeconomie
  • De WIC en de VOC handelden in Europa, Afrika, Amerika en Azië = wereldeconomie.
  • De Republiek is de vervoerder van de wereld....
  • ...maar krijgt concurrentie met Engeland!
  • Acte van Navigatie (1651) van Engeland: Alléén Engelse schepen mochten goederen van en naar Engeland vervoeren (ongunstig voor de schepen van de Republiek).

Slide 6 - Tekstslide

Wereldeconomie 
  • De Republiek accepteert de Engelse concurrentie niet zo maar! Gevolgen: 
- 1652 - 1654: Eerste Engelse Zeeoorlog
- 1655 - 1667: Tweede Engelse Zeeoorlog 
- Internationale concurrentie werd steeds groter. Moeilijker voor de Republiek om aan de top te blijven.

Slide 7 - Tekstslide

Tweede Engelse Zeeoorlog
  • Michiel de Ruyter: Nederlandse zeeheld (admiraal).
  • Vaart rechtstreeks naar Engeland, breekt de ketting die over de Thames was gespannen en verwoest een aantal schepen en neemt het belangrijkste schip mee terug naar Nederland
  • Vrede: Nieuw-Nederland (New York) wordt geruild voor Suriname

Slide 8 - Tekstslide

Waardoor is Michiel de Ruyter beroemd geworden?
A
Door de leiding die hij gaf binnen het Republiek
B
Door de zeeslagen die hij heeft gewonnen
C
Hij leiden de oorlog tegen Lodewijk XIV
D
Johan de Witt heeft hem beroemd gemaakt.

Slide 9 - Quizvraag

wat was een onbedoeld gevolg van de succesvolle koopvaardij van de Republiek?
A
Michiel de Ruyter wordt een Nederlandse held
B
Slavenhandel
C
Acte van Navigatie
D
succesvolle Inter-Aziatische handel

Slide 10 - Quizvraag

Plantagekolonie Suriname
  • Plantages voor suikerriet, en koffieplantages
  • Plantages  tot wel 250 slaven. 
  • Alle onderdelen van het leven waren hier zwaar. Het werken zelf, gebrekkig voedsel, slechte huisvesting en er werd snel gestraft...



Slide 11 - Tekstslide


Opstanden

  • Slavenopstanden kwamen maar weinig voor. Dit kwam omdat:
  1. de slavenhouders de slaven geboeid hadden
  2. de slavenhouders goed bewapend waren
  3. de slaven uit verschillende delen van Afrika kwamen en elkaar daardoor niet goed begrepen. Ze konden zich daardoor niet organiseren
  4. sommige slaven bewust voor de dood kozen bijvoorbeeld door verhongering








Er is een aantal slavenopstanden geweest, bijvoorbeeld die onder leiding van Boni in Suriname (1757-1793) en die van Tula op Curaçao (1795)

Op de foto zie je Desenkadena ('verbreken van de ketenen'), ook wel het Tula monument genoemd. Het staat op de plek waar de opstand begon.

Slide 12 - Tekstslide

Plantagekolonie Suriname


  • Veel slaven vluchtten weg het bos in:  de marrons/bosnegers probeerden te overleven door het overvallen van plantages voor voedsel en het bevrijden van slaven.

Slide 13 - Tekstslide

Op deze afbeelding zie je een slaaf. Op welke manier maakte Nederland zich schuldig aan slavenhandel?

A
Via de scheepvaart/handel naar Indonesië (VOC).
B
Via de scheepvaart/handel naar Amerika (WIC).
C
Nederlanders kochten slaven in Suriname
D
Nederland deed hier nauwelijks aan mee.

Slide 14 - Quizvraag

Wie zijn de Marrons?
A
De Marrons zijn een inheemse Indianenstam
B
Mensen die uit slavernij vluchtten en in de jungle overleefden
C
De Marrons zijn blanke boeren van Nederlandse afkomst.
D
Kinderen van slaven en plantage-eigenaren.

Slide 15 - Quizvraag

Afschaffing? Voorlopig nog niet...

  • Abolitionisme in Engeland: mensen die zich inzetten voor de afschaffing van de slavernij (Tijd van Burgers en Stoommachines)
  • In Nederland komt er nooit echt discussie over de slavernij op gang: Veel tegenstanders van het abolitionisme: plantagehouders, scheepseigenaren, handelaren en bankiers.
  • 1 juli 1863: Nederland schaft slavernij af, gevierd met Keti-Koti-feest: het feest der verbreking van de ketenen. Voormalige slaven moeten nog tot 1873 gratis werken ter compensatie...

Slide 16 - Tekstslide

Sleep de gebeurtenis naar het juiste jaartal
1585
1602
1621
1648
1667
Nieuw Amsterdam wordt geruild voor Suriname
Oprichting VOC
Oprichting WIC
Val van Antwerpen
Vrede van Münster

Slide 17 - Sleepvraag

Wat waren abolitionisten?
A
slaven
B
mensen die de slavernij wilden afschaffen
C
slavenhouders
D
mensen die de slavernij wilden handhaven

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk (pak je agenda)




                            

                           
                               
                                   
                                       
       
           
               
       
   
               
                   
                   
                       
                           
   
     
       
 
   
   
   
   
   
   
   
     
       
       
     
   
 

   
   

   
   

   
   

   
       
           
               
 
   
   
   
   
       
           
                Vragen over de vorige les????
           
       
       
   
   
   
 
 
           
       
   

 
 
 
     
   
   
   
     
   
 
                       
                   
               
               
                   
                       
                         Jagers en Verzamelaars
                   
               
               
                     
               
               
                   
                       
                           
                             
                           
                       

                   
               
           
       
   

                                   
                               
                           

                           
                       
Opdrachten van 3.4 De WIC en Suriname
52 t/m 57, 62, 63, 66, 67 + 68

Slide 19 - Tekstslide