VWO 2 PTO 3 L 8 Het Westen, de WIC & Engeland

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen


  1. Je kunt uitleggen wat de WIC is en hoe deze handelsmaatschappij werkte.
  2. Je kunt uitleggen hoe de Republiek in bezit kwam van de kolonie Suriname
  3. Je kunt uitleggen hoe de Republiek zich bezig hield met slavenhandel
  4. Je kunt uitleggen waarom de Trans-Atlantische slavenhandel winstgevend was
  5. Je kunt uitleggen welke soorten kolonie er bestonden




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kwamen Europeanen doen in Amerika? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1621
Geoctroyeerde West-indische Compagnie met een monopolie op handel in naam van de de Staten-Generaal in de Atlantische Oceaan.
De WIC handelde in producten zoals suiker en tabak, maar ook in slaven. 
De WIC deed mee aan de Trans-Atlantische Driehoekshandel. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'groot plan' 
Het 'groot desseyn' bestond uit het vervangen van het Spaanse en Portugese handelsrijk in het Westen door die van de Republiek. 
Doel; veroveren slavenforten in Afrika en plantages in midden/Zuid-Amerika 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Engelsen en Nederlanders maken deal
+/- 1650- 1750: oorlogen met Engeland om handelskapitalisme 
1664: Nieuw-Asterdam wordt New York
1667: Nederlanders veroveren Suriname 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elmina
Nederland stort zich op de slavenhandel vanuit Afrika.
De Republiek wordt tijdelijk zelfs de grootste slavenhandelaar ter wereld. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Driehoekshandel

  1. Schepen maken een tussenstop in Afrika om slaven te kopen.
  2. In Amerika worden slaven geruild voor suiker.
  3. De boot komt aan in Europa. De winst is binnen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

https://www.youtube.com/watch?v=QK4iwomUMpU

Slide 19 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Connectie met de Nederlanden
  • Schilderij van Marten Soolmans & Oopjen Coppit
  • Regenten 
  • Zij kwam uit WIC-familie
  • Hij bezat een suikerraffinaderij 
  • Hij ging dood (28)
  • Zij hertrouwde met een opzichter van een Braziliaanse suikerplantage. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Specerijen
Slavenhandel
Hout en Graan
Boter en kaas
WIC
VOC

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldconcurrentie







  • Door de driehoekshandel ontstond er een wereldeconomie.
  • Engeland besloot bij wet dat alleen Engelse schepen goederen van en naar Engeland mochten vervoeren --> Acte van Navigatie, 1651. 
  • Hierna braken er twee oorlogen uit tussen de Republiek en Engeland. (Eerste- en Tweede Engelse Zeeoorlog, 1652-1654, 1655). 
  • Michael de Ruyter in Chatham.
  • Na de Tweede Engelse Zeeoorlog ruilde de Republiek Nieuw-Amsterdam voor Suriname.
Het opbrengen van het Engelse admiraalsschip de Royal Charles, buitgemaakt tijdens de tocht naar Chatham, juni 1667 door Jeronymus van Diest, ca. 1667-1677.

Slide 23 - Tekstslide

film Michiel de Ruyter

https://www.youtube.com/watch?v=iSzBCbmg9Pk
Wereldeconomie en concurrentie
  1. Met de moedernegotie, de WIC en VOC verbond de Republiek de hele wereld met elkaar
  2. er ontstond een wereldeconomie.
  3. Engeland was stik jaloers
  4. --> Akte van Navigatie
  5. --> Alleen Engelse schepen mochten goederen van en naar Britse gebieden verschepen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Engelse zeeoorlogen

Tussen 1650 en 1680 steeds oorlogen tegen Engeland.

Michiel de Ruyter speelde hier een belangrijke rol in

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan boord van een slavenschip









  • Vervoer en behandeling van de tot slaaf gemaakten was vreselijk
  • Ze werden vaak naakt en geketend aan elkaar vervoerd
  • Onhygiënische en ziekmakende omstandigheden leidden vaak tot de dood
  • Dode tot slaaf gemaakten werden, zonder enige vorm van respect, overboord gegooid.
  • Een slavenschip kon je soms op 5 zeemijlen (9 kilometer) afstand ruiken







Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Op de plantages

  • Tot slaaf gemaakten moesten hard werken onder vreselijke omstandigheden
  • Regelmatig werden ze mishandeld en/of misbruikt
  • Ze werden soms gebrandmerkt, net zoals dat bij vee gebeurt. Hiermee kon iedereen zien wie de eigenaar van de tot slaaf gemaakte was
  • De meeste plantagehouders hadden blanke opzichters in dienst, maar er waren ook zwarte opzichters: de basja’s








Een halsklem en handboeien waarmee de slaven gevangen worden gehouden.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom komen slaven niet gewoon in opstand tegen deze slechte behandeling?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Opstanden

  • Slavenopstanden kwamen maar weinig voor. Dit kwam omdat:
  1. de slavenhouders de tot slaaf gemaakten geboeid hadden
  2. de slavenhouders goed bewapend waren
  3. de tot slaaf gemaakten uit verschillende delen van Afrika kwamen en elkaar daardoor niet goed begrepen. Ze konden zich daardoor niet organiseren
  4. sommigen bewust voor de dood kozen bijvoorbeeld door verhongering








Er is een aantal slavenopstanden geweest, bijvoorbeeld die onder leiding van Boni in Suriname (1757-1793) en die van Tula op Curaçao (1795)

Op de foto zie je Desenkadena ('verbreken van de ketenen'), ook wel het Tula monument genoemd. Het staat op de plek waar de opstand begon.
De Boni opstand

Wie was Boni?: https://isgeschiedenis.nl/nieuws/boni-ca-1730-1793-leider-van-de-slavenrevoltes-in-suriname

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Straffen

  • Opsluiting
  • Kettingstraf
  • Zweepslagen
  • Doodstraf

Slide 31 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=QiO2BOnDSv0

Europese slaven



  • Tussen 1600 en 1800 zijn, naast de Afrikaanse slaven, ook rond de 1 miljoen tot slaaf gemaakten uit Europa verhandeld.
  • Sommigen waren bijvoorbeeld gevangen genomen door piraten.








Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde slavernij?
  • Abolitionisme = afschaffen van slavernij

  • Verbod Engeland: 1833
  • Verbod Nederland: 1863
  • Verbod Amerika: 1865

  • De Republiek heeft in deze periode tot de afschaffing (1864) van de slavenhandel ongeveer tussen de 550.000 tot 600.000 mensen vervoerd, schatting: 5% aandeel van het totaal.

  • Hierna nooit meer slavernij? 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Standplaatsgebondenheid

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
moedernegotie
commerciële landbouw
handel

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke aandeel hebben de lokale Afrikaanse vorsten in het ontstaan van de Trans-Atlantische slavenhandel?
A
De Afrikaanse vorsten hadden geen aandeel, ze werden gedrongen door de Europeanen om hun eigen volk te verkopen.
B
De Afrikaanse vorsten betaalde de Europeanen veel geld om mensen die zij zagen als onwenselijk te kopen en mee te nemen.
C
Door het tekort aan voedsel moesten de Afrikaanse vorsten wel mensen als slaaf verkopen aan de Europeanen, anders zou iedereen honger lijden.
D
De Afrikaanse vorsten vielen elkaar aan en maakte de lokale bevolking tot slaaf. Deze verkochten ze aan Europeanen in ruil voor vuurwapens, zo konden ze nog meer slaven creëren. enzovoorts.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Transatlantische Slavenhandel










  • Wat wel bleef bestaan was de driehoekshandel. Vanuit Nederland werden wapens, gereedschap en alcohol  etc. gebracht naar Afrika. Hier werd dit geruild voor Afrikaanse slaven. Deze werden verkocht in Amerika om op de plantage te werken. Dit noemt men ook wel de Trans Atlantische slavenhandel. Vanuit Amerika namen de Nederlanders cacaobonen, suiker en tabak mee terug naar Nederland. Dit was erg winstgevend.

Slide 39 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=R4kzAi-xaD0