Gedrag

Gedrag havo
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Gedrag havo

Slide 1 - Tekstslide

Wat is GEEN gedrag.
A
Leerling slaapt in de les.
B
Een vleesetende plant vangt een vlieg
C
Hond rolt in het gras.
D
Vogel zit stil op een tak.

Slide 2 - Quizvraag

1. Wat is gedrag?

= alle waarneembare activiteiten van mens en dier.

        --> gedragselementen


       --> prikkels


      --> respons

distelvink

Slide 3 - Tekstslide

2. Gedrag beschrijven.
  • Gedragssysteem

  • Gedragsketen

  • Ethogram

  • Protocol

Slide 4 - Tekstslide

Is dit een ethogram
en/of een protocol?
A
Zowel een ethogram als een protocol
B
Ethogram
C
Protocol
D
Geen van beiden

Slide 5 - Quizvraag

Hoe beschrijft een etholoog gedrag? En wat is dan een juist voorbeeld?
A
objectief
B
subjectief
C
De kat tikt een bolletje wol voor zich uit.
D
De kat is vrolijk aan het spelen met een bolletje wol.

Slide 6 - Quizvraag

3. Het ontstaan van gedrag.
  • erfelijk gedrag --> aangeboren vb. gelaatsuitdrukkingen

  • aangeleerd gedrag --> ervaring vb. eten met mes en vork

  • anatomie

  • fysiologie

Slide 7 - Tekstslide

* prikkels en motivatie.
  • Interne prikkels --> normwaarde --> homeostase

  • Externe prikkels --> zintuigen

  • Motivatie = bereidheid om bepaalde gedragssystemen uit te 
                              voeren.

  • Periodieke invloeden zoals daglengte en temperatuur

Slide 8 - Tekstslide

Zintuigen en hersenen selecteren de belangrijkste externe prikkels zodat de best aangepaste respons volgt. Waarom is dit belangrijk?

Slide 9 - Open vraag

Een prikkel die steeds weer hetzelfde gedrag oproept het een ... ?
A
Inprenting
B
Sleutelprikkel
C
Supranormale prikkel
D
Inwendige prikkel

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Welk soort prikkels stonden afgebeeld op de vorige dia?
A
Sleutelprikkels
B
Supranormale prikkels
C
Sleutelprikkels en supranormale prikkels

Slide 12 - Quizvraag

4. Aangepast gedrag.


AANGEBOREN GEDRAG


LEERPROCESSEN


--> soortspecifiek

Slide 13 - Tekstslide

manieren van leren

Slide 14 - Woordweb

Leerprocessen
  • Gewenning
  • Trial and error --> proefondervindelijk leren
  • Inprenting (gevoelige periode)
  • Imitatie
  • Conditioneren

Slide 15 - Tekstslide

Wat is gewenning?
A
Leren dat je altijd moet reageren.
B
Leren dat reageren niet altijd nodig is.
C
Leren dat reactie noodzakelijk is.
D
Leren in korte gevoelige periode.

Slide 16 - Quizvraag

Een jonge beer probeert voor het eerst zalm te vangen. Welk leerproces is dit?
A
Trial and error
B
Operante conditionering
C
Imitatie
D
Inprenting

Slide 17 - Quizvraag

Na het horen van een knal gooit je kamergenoot een prop tegen je hoofd. Na een tijd duik je vanzelf weg bij het horen van de knal. Welk leerproces is dit?
A
Operante conditionering
B
Klassieke conditionering
C
Gewenning
D
Inzicht

Slide 18 - Quizvraag

Leg uit wat het verschil is tussen klassiek conditioneren en operant conditioneren?

Slide 19 - Open vraag

Conditionering
  • Operante conditionering -->  leren door straffen en belonen waardoor de frequentie van een gedrag verandert. 
  • Klassieke conditionering --> aanleren van een nieuw gedrag                                op een bepaalde prikkel

              

                                         Pavlov

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video

Wat is geen voorbeeld van sociaal gedrag?
A
vlooien bij apen
B
mens laat hond uit
C
katten vechten met elkaar
D
twee eenden baltsen

Slide 22 - Quizvraag

5. Sociaal gedrag
  • = gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar.

  • Handelingen = signalen.

Slide 23 - Tekstslide

Vormen van sociaal gedrag
  • Voortplantingsgedrag
  • Territoriumgedrag
  • Imponeergedrag
  • Conflictgedrag
  • Rangorde
  • Rolpatronen
  • Groepsgedrag

Slide 24 - Tekstslide

Territorium - Territoriumgedrag
Wat is NIET waar?

A
Een territorium is een eigen leefgebied
B
De grenzen van een territorium worden afgebakend
C
Vooral vrouwtjes bewaken het territorium
D
Het territorium wordt verdedigd door te dreigen en evt. te vechten is territoriumgedrag

Slide 25 - Quizvraag

Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken.

Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?

A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
omgericht gedrag
D
ambivalent gedrag

Slide 26 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van..
A
dreiggedrag
B
overspronggedrag
C
baltsgedrag
D
omgericht gedrag

Slide 27 - Quizvraag

* Territoriumgedrag en conflictgedrag.
  • Territorium --> voedsel en ruimte om nakomelingen groot te
      brengen.
  • Conflictgedrag
  • --> Oversprong gedrag
  • --> Omgericht gedrag
  • --> Ambivalent gedrag

Slide 28 - Tekstslide

0

Slide 29 - Video

In het filmpje zag je een voorbeeld van baltsgedrag. Wat is volgens jou het doel van baltsgedrag?

Slide 30 - Open vraag

* Rangorde en statenvormende insecten.
  • Conflicten voorkomen vb. bavianen
  • Dreig- en imponeergedrag
  • Verzoeningsgedrag

  • Staten --> taakverdeling

Slide 31 - Tekstslide