Hoe kom je aan werk?

Hoe kom je aan werk?
Entree Graafschap College
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hoe kom je aan werk?
Entree Graafschap College

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga ik leren?
Na afloop van deze les ken/kan ik... :
  1. ... uitleggen wat een arbeidscontract is
  2. ... uitleggen wat een CAO is
  3. ... uitleggen wat solliciteren is
  4. ... uitleggen wat de verschillende manieren van solliciteren zijn

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Je netwerk zijn alle mensen met wie je contact hebt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een vacature?
A
Een openstaande baan.
B
Een ontslagbrief.
C
Een loonsverhoging.
D
Een beroepskeuzetest.

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide


Wat is solliciteren?
A
Reageren op een openstaande baan waarvoor men iemand zoekt.
B
. Afzien van de mogelijkheid om een promotie te krijgen.
C
Als zzp-er werken.
D
. Ontslag nemen.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer is iemand werkloos?
A
Als een persoon in deeltijd werkt.
B
Als een persoon een 0-uur contract heeft.
C
Als een persoon geen betaalde baan heeft.
D
Als een persoon op zoek is naar een baan.

Slide 9 - Quizvraag

Bekijk dit fragment
en  beantwoorden daarna de vragen hierover

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Hoe komt het dat Peter uit het fragment werkloos is?
A
Doordat hij zijn baan heeft opgezegd.
B
Doordat hij een andere baan heeft gevonden
C
Doordat hij is ontslagen in de bouw.
D
Doordat hij liever een uitkering wil.

Slide 12 - Quizvraag

Hoe lang is Peter al werkloos?
A
1 maand
B
3 maanden
C
6 maanden.
D
8 maanden.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is Peters bron van inkomen nu dat hij werkloos is?
A
Een pensioen.
B
Een uitkering.
C
Een gift.
D
Een spaarpot

Slide 14 - Quizvraag

Als je je baan kwijt raakt, dan krijg je …..
A
60 % van je laatste loon.
B
70% van je laatste loon.
C
80% van je laatste loon.
D
90% van je laatste loon.

Slide 15 - Quizvraag


Wat kan het UWV-Werkbedrijf NIET voor Peter doen?
A
Helpen om een sollicitatiebrief op te stellen.
B
Het maken van een CV.
C
Het assisteren bij het zoeken naar een baan.
D
Het schrijven van een ontslagbrief.

Slide 16 - Quizvraag

Waar moet Peter zich inschrijven om in aanmerking te komen voor een uitkering?
A
Bij een uitzendbureau.
B
Bij de regering.
C
Bij de oude werkgever.
D
Bij het UWV-Werkbedrijf.

Slide 17 - Quizvraag


Wat staat NIET in een vacature?
A
Informatie over je laatste baan.
B
Welke opleiding je moet hebben.
C
Welke type werk je gaat doen.
D
Welk brutoloon je gaat verdienen.

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Een voordeel van wit werken is ...
A
Ik kan een hypotheek afsluiten.
B
Ik betaal geen belastingen.
C
Ik mag niemand vertellen dat ik een baan heb.
D
Ik krijg een boete als ik door de arbeidsinspectie aan het werk betrapt word.

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Wat hoort NIET bij zwartwerken?
A
illegaal
B
geen premies en belasting
C
geen rechten
D
arbeids- overeenkomst

Slide 22 - Quizvraag

Een voordeel van zwartwerken is …………..
A
Ik betaal belastingen aan de overheid.
B
Ik heb recht op ziektegeld als ik ziek ben.
C
Ik neem al het geld waarvoor ik heb gewerkt mee naar huis.
D
Ik kan een hypotheek voor het kopen van een huis aanvragen.

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Wat staat er NIET in een arbeidscontract?
A
Je functie
B
Je loon
C
Je werktijden
D
Je werkervaring

Slide 25 - Quizvraag

Een arbeidsovereenkomst is hetzelfde als een arbeidscontract.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Voor wie telt de cao?
A
leden van de bond
B
heel Nederland
C
niemand
D
voor alle werknemers

Slide 28 - Quizvraag

Wat is niet WAAR?
A
Vakantiedagen zijn geregeld in de cao
B
Iedereen heeft een cao
C
Je baas moet zich houden aan de cao
D
Op www.cao.nl staan de cao's

Slide 29 - Quizvraag

Arbeidscontract: staan afspraken tussen werkgever (baas) en werknemer over ....
  • Functie
  • Werktijden
  • Loon
  • Vrije dagen
  • Proeftijd

Slide 30 - Tekstslide

CAO en Arbeidscontract zijn hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Zowel in de CAO als in een arbeidscontract staat hoeveel vakantiedagen je hebt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Bedankt
EINDE

Slide 33 - Tekstslide