In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Agressie: herkennen en de-escaleren
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je verschillende vormen van agressie herkennen en weet je hoe je kunt de-escaleren.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide geeft de leerdoelen van de les weer.
Wat weet jij al over agressie?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is agressie?
Agressie is elke vorm van gedrag dat bedoeld is om iemand pijn te doen of schade toe te brengen.
Slide 4 - Tekstslide
Geef een definitie van agressie.
Fysieke agressie
Fysieke agressie is agressie waarbij iemand lichamelijk geweld gebruikt.
Slide 5 - Tekstslide
Beschrijf wat fysieke agressie is.
Verbale agressie
Verbale agressie is agressie waarbij iemand verbaal geweld gebruikt, zoals schelden en dreigen.
Slide 6 - Tekstslide
Beschrijf wat verbale agressie is.
Psychologische agressie
Psychologische agressie is agressie waarbij iemand psychologische druk uitoefent op iemand anders, zoals pesten en manipulatie.
Slide 7 - Tekstslide
Beschrijf wat psychologische agressie is.
De-escaleren
De-escaleren is het verminderen van spanning en agressie in een situatie.
Slide 8 - Tekstslide
Geef een definitie van de-escaleren.
De-escaleren bij fysieke agressie
Bij fysieke agressie is het belangrijk om afstand te houden en hulp in te roepen. Probeer de persoon rustig te benaderen en te kalmeren.
Slide 9 - Tekstslide
Geef tips voor het de-escaleren bij fysieke agressie en bespreek met de studenten.
De-escaleren bij verbale agressie
Bij verbale agressie is het belangrijk om rustig te blijven en niet terug te schelden. Geef de persoon de ruimte om te praten en probeer te begrijpen waarom hij of zij boos is.
Slide 10 - Tekstslide
Geef tips voor het de-escaleren bij verbale agressie en bespreek met de studenten.
De-escaleren bij psychologische agressie
Bij psychologische agressie is het belangrijk om de persoon te confronteren met zijn of haar gedrag en grenzen te stellen. Laat weten dat het gedrag niet acceptabel is en dat er gevolgen zullen zijn.
Slide 11 - Tekstslide
Geef tips voor het de-escaleren bij psychologische agressie en bespreek met de studenten.
Praktijkopdracht 1
Bekijk een video waarin een situatie van fysieke agressie wordt getoond en beschrijf hoe je zou de-escaleren.
Slide 12 - Tekstslide
Laat de studenten in groepjes de video bekijken en bespreek daarna klassikaal hoe de situatie het beste de-escaleren zou kunnen worden.
Praktijkopdracht 2
Speel in tweetallen een situatie na waarin verbale agressie voorkomt en de-escaleer de situatie.
Slide 13 - Tekstslide
Laat de studenten in tweetallen oefenen met de-escaleren bij verbale agressie en bespreek daarna klassikaal hoe de situatie het beste de-escaleren zou kunnen worden.
Praktijkopdracht 3
Bedenk in groepjes van drie een situatie waarin psychologische agressie voorkomt en presenteer hoe je zou de-escaleren.
Slide 14 - Tekstslide
Laat de studenten in groepjes van drie een situatie bedenken waarin psychologische agressie voorkomt en de-escaleren. Laat de groepjes daarna hun presentatie geven aan de klas.
Quiz vraag 1
Wat is agressie?
Slide 15 - Tekstslide
Deze vraag test de kennis van de studenten over wat agressie is.
Quiz vraag 2
Wat is de-escaleren?
Slide 16 - Tekstslide
Deze vraag test de kennis van de studenten over wat de-escaleren is.
Quiz vraag 3
Wat is fysieke agressie?
Slide 17 - Tekstslide
Deze vraag test de kennis van de studenten over wat fysieke agressie is.
Quiz vraag 4
Wat is verbale agressie?
Slide 18 - Tekstslide
Deze vraag test de kennis van de studenten over wat verbale agressie is.
Quiz vraag 5
Wat is psychologische agressie?
Slide 19 - Tekstslide
Deze vraag test de kennis van de studenten over wat psychologische agressie is.
Einde van de les
Bedankt voor het volgen van de les!
Slide 20 - Tekstslide
Rond de les af en geef de studenten eventueel nog feedback op hun praktijkopdrachten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 21 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 22 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 23 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.