Wondmaterialen VTH 2, modulair

Presentatie 
TIME-model
Wondmateriaal
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Presentatie 
TIME-model
Wondmateriaal

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud van deze presentatie

- TIME-model met casussen
- Wondmaterialen
- Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van deze presentatie
 
- Opfrissen gebruik en inzet TIME
- Opfrissen kennis wondmateriaal 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evidence Based
Bronnen:
- WCS Wondenboek
- Richtlijn wondzorg Federatie Medisch Specialisten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ALTIS wondanamnese
Aard-> ontstaan: door druk en schuifkrachten (= decubitus), door feces of urine (letsel door incontinentie) of door contact van huid op huid (smetten)? • Wat voor soort wond is het? • Doet de wond pijn en hoe voelt de pijn aan?

Lokalisatie van de wond en de pijn: waar zit de wond en waar doet het pijn?
Tijdsduur: sinds wanneer is er sprake van huidletsel?
Intensiteit: ernst van het letsel: bij decubitus - welke categorie is het?

Samenhang
• Beloop van de klachten: zijn de klachten of de wond erger geworden sinds het ontstaan?
• Wat is er aan gedaan?
• Begeleidende verschijnselen: bijv. koorts, jeuk, eczeem, etc.
• Uitlokkende en verergerende factoren: verminderde mobiliteit, allergische reacties, etc.
• Verzachtende factoren: wat kan de cliënt zelf tegen de pijn doen, tijdstippen waarop de pijn minder is, etc.




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIME - model

T = Tissue (weefsel); wat is de kleur?
I = Infectie; is er sprake van een infectie?
M = Moisture (vocht); produceert de wond veel vocht?
E = Edge (wondranden); wat is de toestand van de rand?

Met als doel: het creëren van een  gezonde wond, zonder dood weefsel en ziekteverwekkende bacteriën, met weinig wondvocht en een goede doorbloeding.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt het TIME-model in?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor wond zie je hier?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor wond zie je hier?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor wond zie je hier?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten wondmateriaal ken je?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Gazen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vet gaas
Siliconen gaas

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alginaat
Hydrofiber

Slide 15 - Tekstslide

Alginaat: zorgt ervoor dat er zich een gellaagje vormt op je wond. Dit gellaagje neemt wondvocht en vuil op, waardoor de wond gereinigd wordt en goed kan genezen. Alginaatverband verkleeft niet met je wond. 

Alginaat: Bestaat uit natuurlijke vezels gewonnen uit bruine algen (algininezuur). Wanneer het in contact komt met wondvocht, vormt het een zachte gel.
Hydrofiber: Bestaat meestal uit 100% natriumcarboxymethylcellulose, een synthetisch materiaal. Bij contact met vocht vormt het een stevige gel.

Siliconen schuimverband

Slide 16 - Tekstslide

Een siliconen schuimverband is een schuimverband met een zachte siliconen wondcontactlaag. Deze laag vormt een afdichting tussen het verband en de wond. De laag zorgt ervoor dat het wondvocht, of exsudaat, in het verband wordt opgenomen en niet op het oppervlak van de omliggende huid lekt.2
Hydrocolloïd

Slide 17 - Tekstslide

Een hydrocolloïdverband is een zelfklevend verband van enkele millimeters dikte, meestal lichtbruin van kleur, dat op een wond kan worden geplakt en dan enkele dagen kan blijven zitten. Het wordt ook wel second skin genoemd (tweede huid).De hydrocolloid laag neemt het wondvocht op en vervloeit tot een gel die contact maakt met de wondbodem.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoelang mag een vet gaas maximaal blijven zitten?
A
1 dag
B
5 dagen
C
3 dagen
D
7 dagen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke wond is een siliconengaas goed te te passen?
A
Ulcus cruris
B
Skin tear
C
Decubitus
D
Oncologisch ulcus

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar over alginaat?
A
Goed toe te passen op droge wonden
B
Is antibacterieel
C
Vezels worden biologisch afgebroken
D
Korsten op wondranden mogen blijven zitten

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer moet een schuimverband verwisseld worden?
A
Iedere dag
B
Wanneer het verband volledig verzadigd is
C
Om de 5 dagen
D
Als het exsudaat 1,5 cm van de rand is

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zalf is het beste op nattende wonden?
A
Zinkzalf
B
Zinkolie
C
Zinkoxide
D
ZOK-zalf

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee reinig je de wond het beste?
A
Biotex
B
Lauwwarm kraanwater
C
NACL 0,9%
D
Prontosan

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus Vicky en Iris

T = Tissue (weefsel); wat is de kleur?
I = Infectie; is er sprake van een infectie?
M = Moisture (vocht); produceert de wond veel vocht?
E = Edge (wondranden); wat is de toestand van de rand

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus Angel

T = Tissue (weefsel); wat is de kleur?
I = Infectie; is er sprake van een infectie?
M = Moisture (vocht); produceert de wond veel vocht?
E = Edge (wondranden); wat is de toestand van de rand?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies