Management les 4 Situationeel leiderschap

• Leidinggeven
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

Management

Doel van vandaag

• Je weet welke leiderschapsstijl je in kunt zetten afhankelijk in welke situatie jij jouw medewerker aantreft
  

Agenda

Wat weet je nog?

Wat weet je al?

Theorie en opdrachten: Situationeel leiderschap

Terugblik op de les

Wat weet je nog?

Leiderschap waarbij de leider het alleen voor het zeggen heeft is

1. autocratisch
2. consulterend
3. democratisch
4. laisser faire

Een logistiek manager heeft ontslag genomen. De directie vervangt hem per direct door een interim manager. Wat voor beslissing is dit?

1. Operationeel
2. Tactisch
3. Strategisch

Op welk managementlaag worden beslissingen genomen op beleidsniveau?

1. Operationeel
2. Tactisch
3. Strategisch

Leiderschap waarbij de leidinggevende advies vraagt aan zijn medewerkers maar uiteindelijk zelf beslist is

1. autocratisch
2. consulterend
3. democratisch
4. laisser faire

Wat weet je al?

Taakvolwassenheid

De mate waarin medewerkers hun taken kunnen en willen uitvoeren.

Taakvolwassenheid?

Situationeel leidinggeven?

l

Situationeel leidinggeven

leiderschapsstijl afhankelijk van de situatie die je aantreft bij je medewerkers

Hoe zou jij leiding geven?

S1: niet kunnen, niet durven

S2: niet kunnen, wel durven

S3:wel kunnen, niet durven

S4:wel kunnen, wel durven

A:Delegeren

B: Steunen

C: Leiden

D: Begeleiden

Situatie:

Leiding geven:

S1: niet kunnen, niet durven

S2: niet kunnen, wel durven

S3:wel kunnen, niet durven

S4:

wel kunnen, wel durven

Vier niveaus van taakvolwassenheid

Hersey en Blanchard onderscheiden vier niveaus van taakvolwassenheid:

M1: kan taak niet uitvoeren en wil dit/durft dit ook niet (dus leiden)

M2: kan taak niet uitvoeren maar wil dit wel (proberen) (dus begeleiden)

M3: kan taak wel uitoveren maar wil dit niet of is onzeker (steunen)

M4: kan taak uitvoeren en wil dit ook en is vol zelfvertrouwen (delegeren)

M staat voor Maturity = taakvolwassenheid

Bij situationeel leidinggeven houd je rekening met motivatie en niet wat mensen kunnen

1. Waar
2. Niet waar

Bij situationeel leidinggeven heeft 4 verschillende leiderschapsstijlen

1. Waar
2. Niet waar

Stijl leiden is hetzelfde als instrueren

1. Waar
2. Niet waar

Als iemand het kan en ook wil en daardoor zelfstandig werk op pakt dan pas je toe?

1. Leiden
2. Ondersteunen
3. Delegeren

En nu jij!

 Test je taakvolwassenheid

Test je taakvolwassenheid

De test kun je gebruiken om inzicht te krijgen in de taakvolwassenheid van een medewerker. Op basis van die taakvolwassenheid kan de leidinggevende dan een leiderschapsstijl kiezen. Dat noem je ‘situationeel leiderschap’.

Let op: de test is slechts een momentopname. Bovendien is iedere waarneming subjectief, dus ook de waarneming van een manager.

 b. Omschrijf een taak die jij uit moet voeren.

 c. Beantwoord op het volgende formulier de stellingen over bekwaamheid en bereidheid. Noteer een + als je het met de stelling eens bent. Noteer een – als je het met de stelling oneens bent.

a. Ga uit van je leerbedrijf of van het bedrijf waar jij een bijbaantje hebt.

b. Omschrijf een taak die jij uit moet voeren.

c. Beantwoord op het volgende formulier de stellingen over bekwaamheid en bereidheid. Noteer een + als je het met de stelling eens bent. Noteer een – als je het met de stelling oneens bent.

leiderschapsstijl die je kiest moet in overeenstemming zijn  met de taakvolwassenheid van medewerker

naarmate de kennis en vaardigheid toeneemt neemt de behoefte aan ondersteuning en sturing af

S1: autoritaire stijl. Specifieke instructies en toezicht op geleverde resultaten

S2: begeleiden, Voordoen en ruimte geven om vragen te stell;en

S3: medewerker kan het maar is onzeker of heeft geen fut. Focus op coachen/steunen

S4: democratisch. Loslaten en inspireren

En nu jij!

Welke leiderschapsstijl hebben jouw ouders?

Welke leiderschapsstijl heb jij op school nodig?

Welke leiderschapsstijl heb jij op jouw werk nodig?

Welke stappen neem je voordat je een stijl kiest?

Overleg met je buurman/vrouw

Welke stappen neem je voordat je een stijl kiest?

Antwoord:

1. Denk na over de opdracht en de eisen waaraan het eindresultaat moet voldoen

2. Beoordeel de moeilijkheidsgraad van de opdracht

3. Beoordeel de taakvolwassenheid

En nu jij!

Vervolg opdracht Taakvolwassenheid

d. Geef nu met goede argumenten aan welke leiderschapsstijl volgens het situationeel leidinggeven het best bij jou zou passen. Ook bij deze uitwerking volg je een stappenplan:

- Beargumenteer waarom drie van de vier volgens jou niet van toepassing is.

- Geef daarna het juiste antwoord.

- De opdracht doe je zelfstandig

- We wisselen straks met elkaar uit

Vervolg opdracht Taakvolwassenheid

Deel je ervaring!

Goal!

• Je weet welke leiderschapsstijl je in kunt zetten afhankelijk in welke situatie jij jouw medewerker aantreft.
  

Leg in één zin uit wat de theorie van Hersey en Blanchard inhoudt

Wat bedoelen Hersey en Blanchard met ‘taakvolwassenheid’?

Het overdragen van een taak, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van een daartoe bevoegde medewerker aan een ondergeschikte medewerker. De
eindverantwoordelijkheid blijft bij de bevoegde medewerker is

1. instrueren
2. overtuigen
3. overleggen
4. delegeren

Bij welke leiderschapsstijl van Hersey en Blanchard past het coachgesprek?

1. instrueren
2. overtuigen
3. overleggen
4. delegeren