Ned_woe_1 sept_2ga_blokuur

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Voorstellen docent 

Afspraken

Kennismaking leerlingen (LessonUp)

Start les Nederlands

Afsluiten docent
 
Pauze

Slide 2 - Tekstslide

Mevrouw Wattimena  (wtt)


Goed bereikbaar: dinsdag, woensdag & donderdag


Waar kun je mij een berichtje sturen?

wtt@psg.nl 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Materiaal: leesboek, schrift en pen

Afwezigheid of te laat (huiswerk) noteren 

Respect (docent, klasgenoten)

Individueel aan de slag, maar ook in (vaste) tweetallen

Mobiele telefoon (Kahoot! en LessonUp)


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Het zijn JOUW antwoorden, je kunt geen fouten maken bij deze opdracht! We bespreken de opdrachten niet klassikaal, alleen de docent zal jouw antwoorden lezen.

Wat lijkt je wel of niet leuk aan het vak Nederlands?
Hoe leer jij graag (alleen, samen etc)



Slide 10 - Tekstslide

Het allerleukste aan het vak Nederlands vind ik:
grammatica/spelling/lezen/schrijven/poëzie/nieuwe woorden leren/………………………………………………………………………………

Slide 11 - Open vraag

Het minst leuke aan het vak Nederlands vind ik:
grammatica/spelling/lezen/schrijven/poëzie/nieuwe woorden leren/………………………………………………………………………………

Slide 12 - Open vraag

Mijn vorige docent hielp mij bij Nederlands met (begrijpend lezen, spelling, .. of misschien hoefde hij of zij jou niet te helpen):

Slide 13 - Open vraag

Ik leer het beste als:
A
de docent veel uitlegt
B
ik veel zelf mag doen
C
ik samen mag werken
D
iets anders

Slide 14 - Quizvraag

Als ik mij even niet kan concentreren dan helpt dit mij goed:

Slide 15 - Open vraag

We gaan nu een kijkje nemen naar de planning:

Slide 16 - Tekstslide



lesdag 1 lezen
lesdag 2 lezen
lesdag 3 woordenschat
 
Toetsen

Spreekvaardigheid (blz 112, 113)
Kijken en luisteren (zakelijke e-mail)
Lezen (H1-H3)

Woordenschat (o v g)

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.
Ik kan kernzinnen herkennen.
Ik kan een korte tekst samenvatten

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Hoofdstuk 1 lezen
Blz  24 theorie

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk donderdag 2 september

Vanaf bladzijde 13
Opdracht 1 t/m 4

Keuzeopdracht:

Herhaling
De brug (H1) opdracht 1 en 2 (blz. 238-240)
of
Verrijking
Opdracht 5, blz 16

timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Hoe ging het voorstellen?
Wat ging goed?
Kan er de volgende keer iets beter?

Slide 22 - Tekstslide

Wat gaan we morgen doen?
Lezen (uit je leesboek)
Kennismaken 


Wat moet ik morgen meenemen? 
Methodeboek Nieuw Nederlands
Laptop en oplader
Neem ook een leesboek mee om lekker uit te lezen.
Schrift en pen 




Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Afspraken

Stillezen

Zelfstandig aan de slag

Afsluiten 
 

Slide 26 - Tekstslide

Afspraken
  • Startklaar binnen een paar minuten  (etui, methodeboek, leesboek)
  • Telefoon uit het zicht
  • Plattegrond zitten

Slide 27 - Tekstslide

stillezen (15 min) 
timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.
Ik kan kernzinnen herkennen.
Ik kan een korte tekst samenvatten

Slide 29 - Tekstslide

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

Slide 30 - Open vraag

Antwoord
Lees de tekst oriënterend om het onderwerp te zoeken. Dat wil zeggen: je leest de eerste alinea. Alinea's zijn de genummerde stukjes waarin een tekst verdeeld is.

Bekijk de tekst:
1) Kijk naar de titel
2) Kijk naar de illustraties (plaatjes/schema's, foto's)
3) Kijk naar de tussenkopjes (titels van de tekstgedeeltes)
4) Let op andersgedrukte woorden (dik, vet, cursief)

Lees de eerste alinea (soms vetgedrukt)
Geef antwoord op de vraag: waarover gaat de tekst?
 

Slide 31 - Tekstslide

Wat is een deelonderwerp?

Slide 32 - Open vraag

Antwoord
In het middenstuk staat het meeste gedeelte van het onderwerp. De verschillende kanten van het onderwerp kunnen hier belicht worden. Dit noemen we deelonderwerpen.

Bij bijvoorbeeld een tekst over de internationale keuken past hier de deelonderwerpen: Italiaanse keuken, Griekse keuken, Spaanse keuken, Franse keuken etc.

Soms is 1 alinea één deelonderwerp, soms bestaan 2 alinea's uit één deelonderwerp.
Een tussenkopje (titel boven een alinea) kan een deelonderwerp aanduiden.

Slide 33 - Tekstslide

Wat is juist?
In de inleiding..
A
wordt de hoofdgedachte weergegeven.
B
wordt het onderwerp geïntroduceerd. Vaak met een voorbeeld, anekdote of bijzondere situatie. De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt.

Slide 34 - Quizvraag

Wat is juist?
In het slot vind je de..
A
conclusie of een korte samenvatting, in nieuwberichten ontbreekt vaak het slot
B
conclusie, een tekst bevat altijd een slot

Slide 35 - Quizvraag

Wat is juist?
De hoofdgedachte van een tekst:
A
is één of meerdere zinnen die het belangrijkste samenvat wat over het onderwerp gezegd wordt
B
is één volledige zin die het belangrijkste samenvat wat over het onderwerp gezegd wordt

Slide 36 - Quizvraag

Bij welke verband horen deze signaalwoorden: nadat, terwijl, intussen, nu, eerst
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 37 - Quizvraag

Bij welke verband horen deze signaalwoorden: bijvoorbeeld, zoals, denk aan, neem nou
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 38 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Bij een advertentie wilt de schrijver je informeren.
B
Bij een gebruiksaanwijzing wilt de schrijver je informeren.
C
Bij een strip wilt de schrijver je activeren.
D
Allemaal juist

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 lezen
Blz  24 theorie

Slide 41 - Tekstslide

Huiswerk afmaken donderdag 2 september

Vanaf bladzijde 13
Opdracht 1 t/m 4

Keuzeopdracht:

Herhaling
De brug (H1) opdracht 1 en 2 (blz. 238-240)
of
Verrijking
Opdracht 5, blz 16

timer
25:00

Slide 42 - Tekstslide

Wat gaan we morgen doen?
Lezen (uit je leesboek)
Woordenschat


Wat moet ik morgen meenemen? 
Methodeboek Nieuw Nederlands
Neem ook een leesboek mee om lekker uit te lezen.
Schrift en pen 




Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide