08-10-2024 H3

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Inhalt
  • Grammatik
  • Hausaufgaben

Slide 2 - Tekstslide

Grammatik
  • Het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp en lijdend vw
  • Wat is het onderwerp in een zin?
  • Wat is het lijdend voorwerp in een zin?

Slide 3 - Tekstslide

Persoonlijk vnw - onderwerp
  • Wie weet het rijtje nog?
  • Persoonlijk vnw als onderwerp (1e naamval / nominativ)

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijk vnw - onderwerp
Ik - ich
jij - du
hij/zij/het - er/sie/es
wij - wir
jullie - ihr
zij - sie
u - Sie

Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijk vnw - lijdend vw
  • Wie kent het rijtje nog?
  • Persoonlijk vnw als lijdend voorwerp (4e naamval)

Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijk vnw - lijdend vw
ich - mich
du - dich
er/sie/es - ihn/sie/es
wir - uns
ihr - euch
sie - sie
Sie - Sie

Slide 7 - Tekstslide

Voorzetsels met de 4e naamval

  • Wie kent de voorzetsels nog met de 4e naamval? (Akkusativ)

Slide 8 - Tekstslide

Voorzetsels met de 4e naamval
  • durch
  • für
  • gegen
  • ohne
  • um
  • bis
  • entlang

Slide 9 - Tekstslide

Het herkennen in de zin
Naast de vaste voorzetsels moet je de zin soms ontleden.

Dit doe je door vragen te stellen:
  • Onderwerp: Wie/Wat + gezegde?
Wie gaat? > ik > ich
  • Lijdend voorwerp: Wie/Wat + gezegde + onderwerp?
Wie opereert de dokter? > mij > mich

Slide 10 - Tekstslide

Üben
Wat: Maak opdracht E18 t/m E22 (S66-68)
Hoe: Je mag zachtjes overleggen met je buur
Hulp: Vraag? Steek je hand op
Tijd: 15 minuten
Klaar: Ga aan de slag met het huiswerk
Leer de grammatica of de woordjes

Slide 11 - Tekstslide

Nakijken
Kijk de antwoorden goed na!

Slide 12 - Tekstslide

Fragen?
Zijn er nog vragen / opmerkingen?

Slide 13 - Tekstslide

Hausaufgaben
Maken:
  • D15b (vraag 5 t/m 8), c, D16 en D17
  • E18 t/m E22
Leren:
  • Het been t/m slapen N-D
  • der Auftritt t/m etwas überwinden D-N
  • Hehalen: persoonlijk vnw in de 1e en 4e naamval

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide