Oefenvragen Steden en Staten

Twee fasen in de bouw van de stadsmuren van Maastricht:
1 In 1229 werd begonnen met de bouw van de eerste stenen ommuring van de stad.
2 Rond 1375 werden nieuwe stadsmuren gebouwd, waarmee de
oppervlakte van de stad verviervoudigde.
Beide fasen van de bouw waren noodzakelijk door de 'opkomst van handel en ambacht'.
Toon dit voor beide fasen aan met een verschillend argument. (2punten)
1 / 29
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Twee fasen in de bouw van de stadsmuren van Maastricht:
1 In 1229 werd begonnen met de bouw van de eerste stenen ommuring van de stad.
2 Rond 1375 werden nieuwe stadsmuren gebouwd, waarmee de
oppervlakte van de stad verviervoudigde.
Beide fasen van de bouw waren noodzakelijk door de 'opkomst van handel en ambacht'.
Toon dit voor beide fasen aan met een verschillend argument. (2punten)

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Ga per stelling hieronder na: Is deze stelling op grond van de informatie in tekstbron 2 juist
of onjuist, of niet uit de tekstbron af te leiden? Is de stelling er niet uit af te leiden, geef dan
aan waarover je meer zou moeten weten om te bepalen of de stelling juist is.
1 De welvaart van Holland liep rond 1530 ver achter ten opzichte van die van Vlaanderen
en Brabant
A
Ja
B
Nee
C
Niet af te leiden uit de bron

Slide 3 - Quizvraag

De inwoners van Brabant waren rond 1530 gemiddeld rijker dan die van Holland
A
Ja
B
Nee
C
Niet af te leiden uit de bron

Slide 4 - Quizvraag

De economische bloei van steden in de Lage Landen verliep in de volgende volgorde:
A
Brugge, Atrecht, Antwerpen, Gent
B
Atrecht, Antwerpen, Amsterdam, Brugge
C
Atrecht, Brugge, Antwerpen, Amsterdam
D
Rotterdam, Gouda, Delft, Brussel

Slide 5 - Quizvraag

Wat was de 'bonum commune'?
A
Het gemeenschappelijk leven van begijnen
B
Het algemeen belang van de poorters
C
Het streven naar gezamenlijk bestuur van de Nederlanden
D
Het bouwen van stadsmuren

Slide 6 - Quizvraag

Wat past het best bij Moderne Devotie?
A
Individuele vroomheid
B
Luther
C
Calvijn
D
Protesten tegen de kerk

Slide 7 - Quizvraag

Wat houdt centralisatie in?

Slide 8 - Woordweb


Slide 9 - Open vraag

Ga per stelling hieronder na: Is deze stelling op grond van de informatie in tekstbron 2 juist
of onjuist, of niet uit de tekstbron af te leiden? Is de stelling er niet uit af te leiden, geef dan
aan waarover je meer zou moeten weten om te bepalen of de stelling juist is.
1 De inwoners van Vlaanderen waren rond 1530 gezamenlijk rijker dan die van Holland
A
Ja
B
Nee
C
Niet af te leiden uit de bron

Slide 10 - Quizvraag

Van 1288 tot 1293 werd het graafschap Gelre (het latere Gelderland) bestuurd door Gwijde,
de graaf van Vlaanderen, die in Gelre de maatregelen hieronder invoerde. Toon aan dat
beide bestuurlijke veranderingen verband hielden met hetzelfde Kenmerkend Aspect van de
Late Middeleeuwen.
1 Er werd een algemene belasting ingevoerd voor heel Gelre
2 Functionarissen van de graaf konden worden afgezet en waren verantwoording
verschuldigd over hun optreden

Slide 11 - Open vraag

1 Er werd een algemene belasting ingevoerd voor heel Gelre.
Het invoeren van een algemene belasting houdt verband met ‘het begin van staatsvorming
ben centralisatie’, want dit maakte een effectiever / fficiënter bestuur voor het hele
  graafschap mogelijk. 
2 Functionarissen van de graaf konden worden afgezet en waren verantwoording
verschuldigd over hun optreden.  Het afzetten van functionarissen van de graaf / de verantwoordingsplicht van
functionarissen van de graaf houdt verband met ‘het begin van staatsvorming en centralisatie’, want dit maakte het mogelijk incompetente / corrupte ambtenaren te 
ontslaan

Slide 12 - Tekstslide

Gebruik onderstaande bron.

Oud-stadsarchivaris van Gent Johan Decavele in de Volkskrant van maart 2007:
‘Na 1540 hebben we eeuwenlang in het gareel moeten lopen. Eerst van de Spanjaarden, dan van de Oostenrijkers, de Fransen en vervolgens de Nederlanders. Toen we uiteindelijk onafhankelijk werden, zaten we onder de plak van de Franstaligen. Voor ons Vlamingen is Europa een middel om aan de geschiedenis te ontsnappen. We zijn niet tegen België, maar voor een Europa van de volkeren.’
Gent kwam in 1540 in opstand tegen belastingverhogingen die Karel V wilde doorvoeren.
a Geef een voorbeeld van continuïteit en een voorbeeld van verandering uit de bron.
b Leg uit met welk kenmerkend aspect de Gentse opstand in verband kan worden gebracht.

Slide 13 - Open vraag

a Een voorbeeld van continuïteit is dat de Vlamingen lang door andere volken zijn overheerst.
Een voorbeeld van verandering is dat de Oostenrijkers de Spanjaarden opvolgden als heersers in Vlaanderen.
b De Gentse opstand kan in verband worden gebracht met: het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in een Nederlandse staat.

Slide 14 - Tekstslide


Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide


Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide


Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide


Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Waardoor veroorzaakte de kritiek van Luther dan zo veel ophef en kreeg hij zo veel aanhang? Geef een politieke, culturele en technologische reden.

Slide 23 - Open vraag

Politiek: vorsten in het Heilige Roomse Rijk hadden hiermee een religieuze reden om losser te raken van de keizer (die katholiek was)
Cultureel: door de renaissance was er veel meer kennis en waren er meer mensen die kritisch nadachten
Technologisch: door de uitvinding van de boekdrukkunst was het mogelijk ideeën heel snel in grote aantallen te verspreiden

Slide 24 - Tekstslide


Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide


Slide 28 - Open vraag

W14; 1, 6, 9

Slide 29 - Open vraag