Leereenheid 6, aardappel en groente

Terugblik!
Aardappelen, groenten en paddenstoelen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Terugblik!
Aardappelen, groenten en paddenstoelen

Slide 1 - Tekstslide

Tekst
Wat hebben jullie geleerd over de aardappel?

Slide 2 - Woordweb

noteer zo veel mogelijk punten die in de vorige les behandeld zijn?
5 min

Slide 3 - Woordweb

Aardappelen zijn:
A
Knollen die groeien aan de wortels van de aardappelplant.
B
De verdikte delen van de ondergrondse stengel van de aardappelplant.
C
Knollen die groeien aan andere aardappelen.
D
De verdikte delen van de ondergrondse wortels van de aardappelplant.

Slide 4 - Quizvraag

Welke manier van het bewaren van aardappelen is juist?
A
Bewaar aardappelen licht vochtig, in het donker; anders drogen ze uit. De koeling is de juiste plek.
B
Bewaar aardappelen droog, in een afgesloten plasticzak. Zo voorkom je dat ze gaan schimmelen.
C
Aardappelen bewaar je in een plastic zak rond de 18ºC, zo voorkom je dat ze bevriezen
D
Vermijd stoten of vallen, bewaar aardappelen niet in plastic maar in het donker rond de 10ºC.

Slide 5 - Quizvraag

De belangrijkste voedingswaarde van de aardappel bestaat uit:
A
Water
B
Koolhydraten
C
Eiwit
D
Vet

Slide 6 - Quizvraag

Welke groenten horen bij de bladgroenten?
A
Paksoi en Lollo Bionda
B
Boerenkool en spinazie
C
Prei en witlof
D
Tuinkers en linzen

Slide 7 - Quizvraag

Hoe kan het dat witte asperges wit zijn en groene asperges groen?
A
Dit heeft te maken met het ras van de asperges.
B
Dit heeft te maken met de grond; veen grond geeft groene asperges, kleigrond geeft witte asperges.
C
Witte asperges groeien onder de grond, groene asperges erboven.
D
Groene asperges groeien onder de grond, witte asperges erboven.

Slide 8 - Quizvraag

Welke van de volgende groenten behoort niet tot de uigewassen?
A
Knoflook
B
Radijs
C
Sjalot
D
Prei

Slide 9 - Quizvraag

De aspergeteelt loopt van ……………..tot………………
A
Eind maart tot en met 24 mei
B
Begin april tot en met 24 juni
C
Eind mei tot en met 24 juli
D
Eind april tot en met 24 juli

Slide 10 - Quizvraag

Paddenstoelen
Sporen zijn……………
A
De hoed van de paddenstoel.
B
De steel van de paddenstoel.
C
De zaadjes van de paddenstoel.
D
De vruchten van de paddenstoel.

Slide 11 - Quizvraag

Het telen van champignons gebeurt op …………………
A
Grote schaal in kweekcellen, in het donker bij een warme temperatuur.
B
Grote schaal in kweekcellen, bij daglicht bij een warme temperatuur.
C
Kleine schaal in kweekcellen, in het donker bij een koele temperatuur.
D
Kleine schaal in kweekcellen, bij daglicht bij een koele temperatuur.

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer hebben verse paddenstoelen de beste kwaliteit?
A
Wanneer de hoed gesloten is.
B
Wanneer ze zacht en slijmerig aanvoelen.
C
Wanneer ze erg vochtig zijn.
D
Wanneer ze erg droog zijn.

Slide 13 - Quizvraag