Werkwoordspelling week 37 M1 les 3

Welkom klas 
werkwoordspelling & fictie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 
werkwoordspelling & fictie

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

Werkwoordspelling

  1. 10 min stil lezen.
  2. Nakijken H27 opdracht 1 t/m 3
  3. LessonUp werkwoordspelling algemeen
  4. zelfstandig werken in LessonUp: theorie en opdrachten H 27 lesboek. 
  5. 10 min keuze: bordspel werkwoordspelling in groepjes van vijf of boekenlegger. 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 

1. Je weet hoe je een persoonsvorm in de verleden tijd vervoegt.


Slide 3 - Tekstslide

Stil lezen......
......en dan is het echt stil!

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling vorige les

We zijn met de personeelsvorm in de tegenwoordige tijd aan de slag gegaan. 






Slide 5 - Tekstslide

Herhaling vorige les

We zijn met de personeelsvorm in de tegenwoordige tijd aan de slag gegaan. 

Nakijken opdrachten H26.






Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag

Lees de onderstaande dia's met theorie door en beantwoord daarna de dia's met vragen. 





Slide 7 - Tekstslide

Werkwoordspelling
Persoonsvorm verleden tijd

Slide 8 - Tekstslide

Doel
Aan het einde van de les hebben we de regels herhaald voor de persoonsvorm verleden tijd: sterke en zwakke werkwoorden

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordspelling: pvvt - zwakke werkwoorden

Mijn moeder werkte drie dagen in de week.

Wij werkten drie dagen in de week.
Werkwoordspelling: pvvt - sterke werkwoorden

Ik zwom naar de overkant.

Wij sliepen in een tentje op de camping.

Slide 10 - Tekstslide

Wat weet je nog over het spellen van de persoonsvorm in de verleden tijd - zwakke werkwoorden en sterke werkwoorden?

Slide 11 - Open vraag

Persoonsvorm verleden tijd - zwakke werkwoorden
Onderwerp enkelvoud = ik - vorm + te / de
Onderwerp meervoud = ik-vorm + ten / den 

Te(n) of de(n)?
- verlengproef (langer maken!)
- 't eX KoFSCHiP
   hele werkwoord min -en
   laatste letter in het kofschip? JA = -te(n),  NEE = -de(n)

Slide 12 - Tekstslide

Persoonsvorm verleden tijd - sterke werkwoorden

  • Veranderen in de verleden tijd van klank

  • Eigen vorm (uit je hoofd leren! geen regels)

Slide 13 - Tekstslide

juist
onjuist
Je gebruikt het kofschip in de verleden tijd bij sterke werkwoorden.
Als het onderwerp enkelvoud is, is de regel: ik-vorm + te/de
Je gebruikt de verlengproef om te kijken of je een -te(n) of -de(n) krijgt.
Zwakke werkwoorden veranderen van klank.

Slide 14 - Sleepvraag

Wat is de persoonsvorm in de verleden tijd enkelvoud?

KRABBEN
A
krab
B
krabte
C
krabde
D
krabtde

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de verleden tijd meervoud?

RUSTEN
A
rust
B
ruste
C
rustten
D
rustte

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de verleden tijd enkelvoud?

RUIKEN
A
ruik
B
rook
C
ruikte
D
roken

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de persoonsvorm verleden tijd?

Door de verkoudheid [...] ik heel erg

A
hoeste
B
hoestte
C
hoesten
D
hoestten

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de persoonsvorm verleden tijd?

Arjan en Junior [...] alles over de inbraak.
A
wisten
B
weten
C
wist
D
weten

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de persoonsvorm verleden tijd?


Met één klik (vergroten) Chiel de foto op zijn beeldscherm.
A
vergrote
B
vergroote
C
vergrootte
D
vergrootten

Slide 20 - Quizvraag

Hoe zou jij het woord spellen?

Mieke [antwoorden] netjes in het Engels.

Slide 21 - Open vraag

In hoeverre lukt het jou om de persoonsvorm in de verleden tijd te spellen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Huiswerk
Huiswerk voor vrijdag 16 september
  • Maken H27 opdracht 1 t/m 4

Daar mag je nu mee aan de slag!

Slide 23 - Tekstslide

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd correct vervoegen. 


Slide 24 - Tekstslide

Laatste 10 min: keuze
Je maakt een boekenlegger, kleurtjes en het format liggen voorin de klas. 

Of je gaat in groepjes van 5 het bordspel werkwoordspelling doen, zie volgende dia voor uitleg. 

Slide 25 - Tekstslide

Bordspel werkwoordspelling
Eén iemand van jullie groepje pakt een bordspel met pionnen en dobbelstenen. 
Punten bijhouden op een blaadje. 

Slide 26 - Tekstslide

Hoe ging deze les?

Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond je leuk aan deze les? 

Heeft iemand vragen?

Slide 27 - Tekstslide

Volgende les


  • We gaan aan de slag met de theorie van de fictie opdracht.
  • Nakijken huiswerk.
  • Verder met werkwoordspelling H27



Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk

Maken H 26 blz. 57 opdracht 4 t/m 6

Slide 29 - Tekstslide