Beschouwing - waar moet je op letten?

lesdoel
Na deze les:
- weet je waar je op moet letten bij een beschouwing
- weet je welke formuleerfouten je NIET moet maken
- weet je hoe je moet citeren
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

lesdoel
Na deze les:
- weet je waar je op moet letten bij een beschouwing
- weet je welke formuleerfouten je NIET moet maken
- weet je hoe je moet citeren

Slide 1 - Tekstslide

Beschouwing
Doel?

Slide 2 - Tekstslide

Beschouwing
inleiding

midden
 
slot

Slide 3 - Tekstslide

Beschouwing
inleiding
- aandachtstrekker
- introduceren onderwerp
- introduceren hoofdvraag

Slide 4 - Tekstslide

Beschouwing
inleiding
Zorg voor een duidelijke vraagstelling
Deze is evaluatief of vergelijkend.


Slide 5 - Tekstslide

Beschouwing
midden:
minstens 3 alinea's arg. vóór + 3 alinea's arg. tegen
(of 3 voordelen en 3 nadelen)
2 citaten (1 van elke kant): 
- wie (naam + functie)
- waar (welke krant/welk artikel?)
- wanneer (recentelijk/jaren geleden?)


Slide 6 - Tekstslide

Beschouwing
slot:

- samenvatting van de belangrijkste argumenten
- zorg dat het relevant is (geen nieuwe informatie geven)
- geef je eigen visie
- uitsmijter




Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

waar moet je nog meer op letten?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Meest voorkomende fouten
- tweeledige hoofdvraag stellen (=verwarrend)
- gebruik van tussenkopjes (niet doen!)
- niet de juiste doelgroep aanschrijven
(je klasgenoten zijn je doelgroep)
- 'willen' is onregelmatig (ik/hij/zij/men/het wil - u/jij wilt)
- alinea's slaan niet terug op de hoofdvraag
- komma voor 'maar' of 'en' (niet doen!)
-verwijzen (het afschaffen -> het  --- de afschaffing -> zij)

Slide 11 - Tekstslide

Formuleren

Slide 12 - Tekstslide

onjuiste herhaling 
Over de dopingkwestie die tot zo veel commotie heeft geleid, wilde de wielrenner het bij Pauw & Witteman niet meer over hebben.
tautologie
Waarschijnlijk komen er vandaag in het binnenland vermoedelijk enkele verspreide opklaringen voor, maar in de kustprovincies hebben buien de overhand.
pleonasme
Ik heb mijn vriendin voor het eerst leren kennen op de middelbare school en we hebben al vanaf klas 4 verkering.
De meest voorkomende formuleerfouten:

  • onjuiste herhaling
  • tautologie
  • pleonasme
  • contaminatie
  • dubbele ontkenning
  • onjuist of onduidelijk verwijzen
  • incongruentie
  • dat/als-constructie
  • foutieve samentrekking
  • onjuiste inversie


Slide 13 - Tekstslide

Formuleren - extra oefeningen
Veel Nederlandse gezinnen kijken naar de kerstdagen en oud en nieuw, die zij als de gezelligste tijd van het jaar beschouwen, al maandenlang naar uit.

Documentaires over kunstgeschiedenis vind ik erg boeiend en mogen van mij best vaker worden uitgezonden.

Slide 14 - Tekstslide

Formuleren
Het openluchtbad is de hele zomer gesloten, omdat die gerenoveerd moet worden.

De uitslag van de enquêtes over de arbeidsomstandigheden die op vele scholen gehouden zijn, zullen bekend worden gemaakt in het AOb-blad.

Slide 15 - Tekstslide

Formuleren
De directeuren hoeven de leden van de ondernemingsraad niet meer voor overleg uit te nodigen, want ze zijn toch niet bereid om compromissen te sluiten.

Waarschijnlijk komen er vandaag in het binnenland vermoedelijk enkele verspreide opklaringen voor, maar in de kustprovincies hebben buien de overhand.

Slide 16 - Tekstslide

onjuiste herhaling 
Over de dopingkwestie die tot zo veel commotie heeft geleid, wilde de wielrenner het bij Pauw & Witteman niet meer over hebben.
tautologie
Waarschijnlijk komen er vandaag in het binnenland vermoedelijk enkele verspreide opklaringen voor, maar in de kustprovincies hebben buien de overhand.
pleonasme
Ik heb mijn vriendin voor het eerst leren kennen op de middelbare school en we hebben al vanaf klas 4 verkering.
Lesdoel:

aan het eind van de les:

1) kun je de meest voorkomende formuleerfouten 
herkennen en verbeteren

2) weet je hoe je moet citeren


Slide 17 - Tekstslide

Citeren
Als een journalist een citaat wil controleren welke informatie heb je dan nodig?

Slide 18 - Tekstslide

Citeren
1) Onthoud 3w's:
- wie (naam + functie)
- waar (welke krant/welk artikel?)
- wanneer (recentelijk/jaren geleden?)
2) Vergeet de aanhalingstekens niet!
3) Je citaat moet niet uit de lucht komen vallen.
4) je kunt in de lopende tekst citeren of achteraf de bron vermelden.
(voorbeelden op de volgende slides)

Slide 19 - Tekstslide

Citeren - goed of fout?
3w's (wie/waar/wanneer)

Onlangs liet Wim Kuiper, directeur van de Besturenraad, in 'Trouw' weten zich grote zorgen te maken over de vrijheid van onderwijs.

Slide 20 - Tekstslide

Citeren - goed of fout?
BIJNA GOED! 

Er staan geen aanhalingstekens.

Slide 21 - Tekstslide

Citeren - goed of fout?
3w's (wie/waar/wanneer)
Stel dat Wim Kuiper heeft gezegd: "Ik maak me grote zorgen over de vrijheid van onderwijs."

Onlangs liet Wim Kuiper, directeur van de Besturenraad, in 'Trouw' weten zich grote zorgen te maken "(...) over de vrijheid van onderwijs." Hij geeft hiermee aan dat...


Slide 22 - Tekstslide

Citeren - goed of fout?
GOED!

Slide 23 - Tekstslide

Citeren - goed of fout?
3w's (wie/waar/wanneer)

"De vrijheid van onderwijs belemmert de integratie", poneerde Rob Limper, directeur van de Vereniging Openbaar Onderwijs.

Slide 24 - Tekstslide

Citeren - goed of fout?
FOUT!

- wanneer heeft hij dat gezegd?
- uit welke bron (waar) is dit citaat afkomstig?

Slide 25 - Tekstslide

Citeren - goed of fout?
3w's (wie/waar/wanneer)

"De vrijheid van onderwijs belemmert de integratie", poneerde Rob Limper, directeur van de Vereniging Openbaar Onderwijs, recentelijk in 'Trouw'. 

Slide 26 - Tekstslide

Citeren - goed of fout?
GOED!

Slide 27 - Tekstslide

Citeren - goed of fout?
3w's (wie/waar/wanneer)

"De vrijheid van onderwijs belemmert de integratie." (R. Limper, Trouw, 2009). Limper, directeur van de Vereniging van Openbaar Onderwijs, geeft hierbij aan dat ...

Slide 28 - Tekstslide

Citeren - goed of fout?
GOED!

Let er wel op dat je alleen de achternaam gebruikt. 
Geen voorletters en dhr. of mw.

Slide 29 - Tekstslide

Citeren - goed of fout?
3w's (wie/waar/wanneer)
Margot Kraneveldt, die toen het voorstel enkele maanden geleden weer van stal werd gehaald nog onderwijswoordvoorster was van de PvdA, ontkende dat het plan slechts symbolisch was. "Maar," voegde ze er direct aan toe, "Ik ben er wel van overtuigd dat symbolen soms ook heel belangrijk zijn."

Slide 30 - Tekstslide

Citeren - goed of fout?
FOUT!
- wanneer heeft ze dat gezegd?
- uit welke bron is dit citaat afkomstig?

Slide 31 - Tekstslide

Citeren - zelf oefenen
Schrijf een alinea waarin je een deel van de tekst (op de volgende slide) citeert. Denk aan:
1) - wie (naam + functie) 
    - waar (welke krant/welk artikel?)
    - wanneer (recentelijk/jaren geleden?)
2) Vergeet de aanhalingstekens niet!
3) Laat je citaat niet uit de lucht vallen.


Slide 32 - Tekstslide

Citeren - zelf oefenen
Consequent bijzonder onderwijs is daarom de beste garantie voor kwalitatief goed onderwijs. Organisaties als de Besturenraad, de koepel van christelijke onderwijsinstellingen, zijn er niet allen ter verdediging van de ruimte voor bijzonder onderwijs, maar ook om te ondersteutenen samenbindend en inspirerend te zijn. Ook als het gaat om de integratie van de samenleving is daarom nietmand geidned met het verdwijnen van bijzonder onderwijs. Integendeel: het is daarom beter om alle onderwijs bijzonder te maken.
Consequent bijzonder onderwijs is daarom de beste garantie voor kwalitatief goed onderwijs. Organisaties als de Besturenraad, de koepel van christelijke onderwijsinstellingen, zijn er niet alleen ter verdediging van de ruimte voor bijzonder onderwijs, maar ook om te ondersteunen samenbindend en inspirerend te zijn. Ook als het gaat om de integratie van de samenleving is daarom niemand gediend met het verdwijnen van bijzonder onderwijs. Integendeel: het is beter om alle onderwijs bijzonder te maken.

Bron: Beek, G. van der (2009, 28 oktober). Trouw.
Gijsbert van der Beek is rector op het Altena College (bijzonder onderwijs)

Slide 33 - Tekstslide

Citeren - zelf oefenen
Consequent bijzonder onderwijs is daarom de beste garantie voor kwalitatief goed onderwijs. Organisaties als de Besturenraad, de koepel van christelijke onderwijsinstellingen, zijn er niet allen ter verdediging van de ruimte voor bijzonder onderwijs, maar ook om te ondersteutenen samenbindend en inspirerend te zijn. Ook als het gaat om de integratie van de samenleving is daarom nietmand geidned met het verdwijnen van bijzonder onderwijs. Integendeel: het is daarom beter om alle onderwijs bijzonder te maken.
'Het is beter om alle onderwijs bijzonder te maken', aldus een rector in het bijzonder onderwijs (Van der Beek, Trouw, 2009).

Eind oktober zegt Van der Beek, rector in het bijzonder onderwijs, in Trouw : 'Het is beter om alle onderwijs bijzonder te maken.'

Van der Beek, rector in het bijzonder onderwijs stelt in 2009 in 'Trouw' dat het beter is "(...) om alle onderwijs bijzonder te maken."



Slide 34 - Tekstslide

Meest voorkomende fouten
- tweeledige hoofdvraag stellen (=verwarrend)
- gebruik van tussenkopjes (niet doen!)
- niet de juiste doelgroep aanschrijven
(je klasgenoten zijn je doelgroep)
- 'willen' is onregelmatig (ik/hij/zij/men/het wil - u/jij wilt)
- alinea's slaan niet terug op de hoofdvraag
- komma voor 'maar' of 'en' (niet doen!)
-verwijzen (het afschaffen -> het  --- de afschaffing -> zij)

Slide 35 - Tekstslide