GMHC - Gewicht -1-

Wat is het juiste gewicht van de jongen?
A
0,4 kg
B
4 kg
C
40 kg
D
400 kg
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
RekenenMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is het juiste gewicht van de jongen?
A
0,4 kg
B
4 kg
C
40 kg
D
400 kg

Slide 1 - Quizvraag

Wat is het juiste gewicht van het varken?
A
0,18 kg
B
1,8 kg
C
18 kg
D
180 kg

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het juiste gewicht van de kat?1
A
1,7 kg
B
17 kg
C
170 kg
D
1700 kg

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het juiste gewicht van de krokodil?
A
0,5 kg
B
5 kg
C
50 kg
D
500 kg

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde ?
A
g-hg-kg-dag-dg-cg-mg
B
kg-hg-dag-g-dg-cg-mg
C
kg-hg-dg-g-dag-cg-mg
D
kg-hg-dag-cg-dg-mg-g

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste gewichtsmaat?

In een paracetamol zit 400 .... werkzame stoffen.
A
milligram
B
gram
C
kilogram
D
ton

Slide 6 - Quizvraag

1000 gram is hoeveel KG?
A
10 KG
B
100 KG
C
0,1 KG
D
1 KG

Slide 7 - Quizvraag

Schrijf in grammen :
a. 3 kg
b. 2,15 kg
c. 0,4 kg

Slide 8 - Open vraag

Schrijf in grammen :
a. 5 hg
b. 3,115 hg
c. 0,8 hg

Slide 9 - Open vraag

Schrijf in hectogrammen :
a. 4 kg
b. 4,2 kg
c. 0,5 kg

Slide 10 - Open vraag

Schrijf in kilogrammen :
a. 2000 gram
b. 1500 gram
c. 600 gram

Slide 11 - Open vraag

Schrijf in hectogrammen :
a. 500 gram
b. 2600 gram
c. 80 gram

Slide 12 - Open vraag

Schrijf in kilogrammen :
a. 2 ton
b. 2,5 ton
c. 0,4 ton

Slide 13 - Open vraag

een zak aardappels weegt 10 KG en kost € 7,50
Wat kost 1 KG?
A
€ 1,=
B
€ 0,075 cent
C
€ 0,75 cent
D
€ 7,5 cent

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de afkorting voor milligram?
A
g
B
kg
C
ton
D
mg

Slide 15 - Quizvraag

Wat is gelijk aan 1,5 kg
Kies twee antwoorden.
A
1 kg en 500 g
B
1 kg 50 g
C
15 kg
D
1500 g

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel kilogram
weegt de
persoon op
de weegschaal?
A
6 kilogram
B
600 kilogram
C
60 kilogram
D
6000 gram

Slide 17 - Quizvraag

Bereken hoeveel milligram
paracetamol er in totaal
in het flesje zit.
A
20
B
200
C
2400
D
600

Slide 18 - Quizvraag

wat is hetzelfde als

0,3 ton
  • 1000 kg = 1 ton
  • 500 kg = 0,5 ton
  • 100 kg = 0,1 ton


A
3 kg
B
30 kg
C
300 kg
D
3000 kg

Slide 19 - Quizvraag

Een potlood weeg je in
A
kg
B
g
C
mg
D
dg

Slide 20 - Quizvraag

Welk gewicht moet er
op de weegschaal?
A
28,50 KG
B
0,258 KG
C
2,850 KG
D
2850 KG

Slide 21 - Quizvraag