Aaneenschrijven en tussenklanken

TAALVERZORING 3F 
SPELLING: 
AANEENSCHRIJVEN EN TUSSENKLANKEN
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

TAALVERZORING 3F 
SPELLING: 
AANEENSCHRIJVEN EN TUSSENKLANKEN

Slide 1 - Tekstslide

DOEL VAN DE LES

Je weet de regels die horen bij het aaneenschrijven van woorden en kunt de regels toepassen.

Je weet de regels die horen bij het gebruik van een tussenklank en kunt deze regels toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Samenstellingen 
  • SAMENSTELLINGEN > van 2 woorden maak je 1 woord. 
       de voet + de bal = de voetbal

  • TUSSEN 'E' / 'EN'
        schema gebruiken > volgende sheet
        LET OP: Is iets of iemand uniek, dan een tussen E 
        1 zon > zonnestraal/zonnestralen (geen zonnenstraal)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

... DUS GEEN TUSSENKLANK
als het meervoud zowel op -s als op -n kan eindigen
- linden, lindes - lindeboom
als het eerste deel geen meervoud kent
- roggebrood, koperblazer
als het eerste deel een uniek exemplaar is
- maneschijn
als het eerste deel het bijvoeglijk naamwoord versterkt
- beresterk, stekeblind
als het eerste deel geen zelfstandig naamwoord is
- rodekool, lachebek
als het een versteende samenstelling is (bruidegom)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

AANEENSCHRIJVEN
De algemene regel voor het aaneenschrijven van woorden is: samengestelde woorden schrijf je zoveel mogelijk aan elkaar, zolang dat geen lees- of uitspraakproblemen met zich meebrengt.

Betekenisverschil door de spatie
Langeafstandsloper - iemand die lange afstanden rent
Lange afstandsloper - een afstandsloper die 2.20 meter is
Te kort - Deze broek is te kort. 
Tekort - Heb je genoeg of denk je dat je tekort komt? 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Je krijgt alles behalve het horloge.
(alles behalve)
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Ik ben daar wel eens geweest.
(wel eens)
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quizvraag

TUSSEN 'S'
Hoor je een ‘s’, dan schrijf je een ‘s’
Bruidjurk > bruidsjurk | spelerhonk > spelershonk

-ing, -heid, -iteit of -schap
Lievelingsdier | houdbaarheidsdatum | identiteitsbewijs |vriendschapsboekje

Wat als het tweede gedeelte met s, z of c begint?
 Je hoort de -s niet.
 Vervang het tweede gedeelte door een ander woord.
Verkeersituatie > verkeerssituatie, want het is ook verkeersbord.



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
voorjaarshow
B
voorjaar show
C
voorjaar-show
D
voorjaarsshow

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
juwelier-winkel
B
juwelierswinkel
C
juwelierwinkel
D
juwelier winkel

Slide 14 - Quizvraag

KOPPELTEKEN
  • Klinkerbotsing
  • Gelijkwaardige woorden
  • Aardrijkskundige namen
  • Hoofdletter
  • Cijfer, letter, symbool, afkortingen
  • Niet-/non-/ex-/oud-/aspirant-, adjunct-, substituut-, chef-, kandidaat-, interim-, stagiair-,     leerling-, assistent-, collega- of meester-.
       Of eindigt met: -generaal, -president, -testamentair, -verbaal of -militair.
  • GE + Afkorting

VOORBEELDEN > VOLGENDE SHEET


Slide 15 - Tekstslide

Klinkerbotsing
Lenteui > eui > lente-ui | autoongeluk > oo > auto-ongeluk
Gelijkwaardige woorden
Zwart wit > zwart-wit | cultureel maatschappelijk > cultureel-maatschappelijk
Aardrijkskundige namen
Noord Holland > Noord-Holland | Zuid Amerika > Zuid-Amerika
Hoofdletter
T shirt > T-shirt | anti Frans > anti-Frans
Cijfer, letter, symbool, afkortingen
A4 formaat > A4-formaat | IQ test > IQ-test
Niet-/non-/ex-/oud-/aspirant-, adjunct-, substituut-, chef-, kandidaat-, interim-, stagiair-, leerling-, assistent-, collega- of meester-.
    Of eindigt met: -generaal, -president, -testamentair, -verbaal of -militair.
Oud burgemeester > oud-burgemeester | non verbaal > non-verbaal
GE + Afkorting
Ge sms’t > ge-sms’t


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
chocolade ijs
B
chocoladeijs
C
chocolade-ijs
D
chocoladenijs

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
jaren 30 huis
B
jaren30-huis
C
jaren 30-huis
D
jaren30huis

Slide 19 - Quizvraag

Studiemeter
  • Ga verder met studiemeter taalverzorging 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide