2. De handel in de Republiek groeit

2. De handel in de Republiek groeit
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2. De handel in de Republiek groeit

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt uitleggen waarom in de 17e eeuw de handel en nijverheid in de Republiek tot grote bloei kwamen.

Slide 2 - Tekstslide

Over welk tijdvak gaat hoofdstuk 2: De Gouden eeuw?

Slide 3 - Open vraag

Over welke periode gaat hoofdstuk 2: De Gouden eeuw?

Slide 4 - Open vraag

Handelen
Rond 1600 waren veel Hollandse en Zeeuwse steden rijke en belangrijke handelssteden geworden. Kooplui uit die steden kochten en verkochten producten in heel Europa. Hoe was dat zo gekomen?

Slide 5 - Tekstslide

Daarvoor moeten we terug naar de middeleeuwen. Misschien weet je nog dat er in de Middeleeuwen verschillende steden samen gingen handelen. Zij sloten een verbond: de Hanze.

Slide 6 - Tekstslide

Waarom gingen de steden samenwerken in de Hanze?

Slide 7 - Open vraag

Waar handelden de Hanze niet in?
A
Zout
B
Porselein
C
Dierenhuiden
D
Hout

Slide 8 - Quizvraag

Einde Hanze

Aan het einde van de 15e eeuw kwam er een einde aan het handelen met de Hanze.

Dit kwam door de ontdekkingsreizen die door elk land werd gedaan.

Slide 9 - Tekstslide

Antwerpen
In de Nederlanden (nog onderdeel van Spanje) is Antwerpen de belangrijkste handelsstad. Maar na 1585 wordt dat Amsterdam. Waarom?

Slide 10 - Tekstslide

Waarom wordt Amsterdam na 1585 de belangrijkste handelsstad van de Nederlanden?

Slide 11 - Open vraag

Waarom wordt Amsterdam na 1585 de belangrijkste handelsstad van de Nederlanden?


IN 1585 wordt Antwerpen verovert door de Spanjaarden. Daardoor vluchtten heel veel mensen (professionele mensen) naar Amsterdam en oefenen daar hun beroep verder uit.

Amsterdam moet hierdoor uitbreiden met en grachtengordel.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Pakhuizen
In Amsterdam, en andere handelssteden, staan pakhuizen. Daarin worden de producten opgeslagen. Later werden deze producten ook nog bewerkt voor ze weer verkocht werden.

Slide 14 - Tekstslide

Nijverheid
De producten worden in Nederland bewerkt. De nijverheid in Nederland profiteert hiervan. Van laken (de stof) maken ze kleding etc.

Slide 15 - Tekstslide

De handel staat centraal
—Kooplui probeerden zo veel mogelijk geld te verdienen met de handel. Deze vorm van economie noemen we: handelskapitalisme. Hierbij draait het om het maken van winst!

De winst investeren de kooplui in nieuwe schepen, producten of nieuwe vaarroutes.

Slide 16 - Tekstslide

Op de beurs
Op de beurs verhandelen de kooplieden hun waar en kopen ze ook nieuw waar van andere handelaren.

Slide 17 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij deze betekenis: "Plaats waar ingekochte producten worden opgeslagen om vandaaruit weer te worden verhandeld"
A
Oostzeegebied
B
Handelskapitalisme
C
Beurs
D
Stapelmarkt

Slide 18 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij deze betekenis: "handel tussen Nederland en het Oostzeegebied"

Slide 19 - Open vraag

Is de term 'Gouden Eeuw' wel een goede benaming? Heeft iedereen in Nederland het goed?

Slide 20 - Open vraag

Waarin werd gehandeld met de Oostzeevaart?
Juiste antwoord
Hout
Goud
Specerijen
Slaven
Wapens
Graan

Slide 21 - Sleepvraag

Waardoor werd Amsterdam in de zeventiende eeuw de belangrijkste handelsstad? 
Juist
Onjuist
Door de stapelmarkt.
Door de textielindustrie.
Door de komst van de Antwerpenaren.
Door de Oostzeevaart.
Door de bouw van grachtenpanden.

Slide 22 - Sleepvraag

Welk begrip past hierbij: Een vorm van economie waarin kooplui zoveel mogelijk winst proberen te maken met de handel
Juiste antwoord
Stapelmarkt
Oostzeevaart
Driehoekshandel
Handelsmonopolie
Concurrentie
Handelskapitalisme

Slide 23 - Sleepvraag

Welk begrip past hierbij: plaats waar ingekochte producten worden opgeslagen om van daaruit weer verhandeld te worden
Juiste antwoord
Stapelmarkt
Oostzeevaart
Driehoekshandel
Handelsmonopolie
Concurrentie
Handelskapitalisme

Slide 24 - Sleepvraag

Dit snap ik nog niet zo goed van paragraaf 2:

Slide 25 - Open vraag

Ga naar Memo Online
- Maak vraag 8 (2.2)
- Maak de Test Jezelf van 2.2
- Lees alvast 2.3
Klaar? Bekijk het volgende filmpje over 'Rijk en Arm' en/of werk rustig aan een ander vak (fluisterstilte)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video