Lezen 13-9 (leestoets A)

Lezen 13-9 (leestoets A)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen 13-9 (leestoets A)

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
  • Ga rustig zitten
  • Klap je laptop dicht

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijk!
20 september: toets Lezen!
Cursus 1: 2
Thema A: 2 en 6

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik:

Slide 4 - Tekstslide

Waarvoor een schema bij een tekst gebruiken?

Slide 5 - Open vraag

Lesdoelen:
  • Aan het einde van deze les weet je waar je woordraadstrategieen voor gebruikt
  • Aan het einde van deze les weet je hoe je een tegenstelling kan vinden
  • Aan het einde van deze les weet je hoe je een bekend woorddeel kan vinden

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent een tegenstelling?

Slide 7 - Open vraag

Tegenstelling
Betekent precies het tegenovergestelde
Signaalwoorden zoals: maar, echter, toch en daarentegen

Slide 8 - Tekstslide

Verzin met je buurman/buurvrouw een setje tegenstellingen:

Slide 9 - Open vraag

Bekend woorddeel
Waar denk je aan?

Slide 10 - Tekstslide

Bekend woorddeel
Zoek bekend woorddeel. Leesplezier.
Kern!
Woorden met voorvoegsel of achtervoegsel
Werkeloos of onbelangrijk

Slide 11 - Tekstslide

Bedenk zelf een woord met een voorvoegsel:

Slide 12 - Open vraag

Zelf aan de slag!
Ga naar SOM
Ga naar je online Nederlands boek
Ga naar planning: 13-9 Lezen
Ben je klaar? Ga naar de extra planning! 
Oortjes mogen in!

Slide 13 - Tekstslide

Terugvragen:
Hoe vind je een bekend woorddeel?
Wat is een tegenstelling?

Slide 14 - Tekstslide

Tot morgen!

Slide 15 - Tekstslide