communiceren

communiceren
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

communiceren

Slide 1 - Tekstslide

wat is communiceren
A
luisteren en horen
B
slaan en schoppen
C
overleggen en vragen
D
krant lezen

Slide 2 - Quizvraag

hoe werkt communiceren
een zender die verzend een boodschap naar de ontvanger, de boodschap word verzonden door middel van een medium.

Slide 3 - Tekstslide

wat is luisteren

Slide 4 - Open vraag

wat is geen juiste luister houding
A
een voorovergebogen lichaamshouding
B
je armen over elkaar slaan
C
regelmatig oogcontact met de spreker
D
rustig op een stoel zitten

Slide 5 - Quizvraag

wat is een voorbeeld van gericht luisteren
A
vragen aan een ouder of ze meehelpt bij het schoonmaken van het speelgoed
B
luisteren naar een leerling die ermee zit dat haar moeder in het ziekenhuis ligt
C
luisteren naar een instructie of uitleg van een docent
D
luiteren naar twee leerlingen die met elkaar overleggen

Slide 6 - Quizvraag

wat is gericht luisteren
je wilt antwoord op vragen of specifieke informatie.

Slide 7 - Tekstslide

welke interactievaardigheid hoort bij als je een kind zelf iets wil laten doen
A
praten en uitleggen
B
ontwikkelingsstimulering
C
sensitieve responsiviteit
D
respect voor autonomie

Slide 8 - Quizvraag

interactievaardigheden
met de interactievaardigheden stimuleer je de brede ontwikkeling van kinderen en jongeren.
als jij de interactievaardigheden gerbuikt, geef je hen een goed voorbeeld in hoe je met anderen omgaat:
respectvol, positief en met aandacht

Slide 9 - Tekstslide

wat is geen kenmerk van interactief voorlezen
A
spelendewijs kennis laten maken met het boek
B
leg verband met de echte wereld
C
het verhaal voorlezen
D
herhaling

Slide 10 - Quizvraag

interactief voorlezen
het voorlezen van een prentenboek wordt onderbroken door het stellen van open vragen over het verhaal of over de plaatjes. spontane reacties van kinderen kunnen een aanleiding zijn voor een gesprek.

Slide 11 - Tekstslide

wat is coöperatief gedrag

Slide 12 - Open vraag

wat is geen soort reactie van een kind op straf
A
fantasieën van wraak
B
zit straf uit
C
ik luister niet meer
D
ik verdien straf

Slide 13 - Quizvraag

verschil tussen straffen en natuurlijke consequenties
met straffen word bedoeld dat de ouder een kind opzettelijk, gedurende een bepaalde tijd, iets ontzegt of kwetst, om het kind een lesje te leren.
consequenties ervaren zijn een natuurlijk resultaat van het gedrag van een kind

Slide 14 - Tekstslide

wat is autonomie
A
kind volledig loslaten
B
begeleiding
C
ouders bepalen
D
vrijheid van ontwikkeling

Slide 15 - Quizvraag

wat is autonomie
autonomie bij kinderen betekend dat het kind van naturen het belangen heeft om op basis van eigen vrije keuzes te handelen.

Slide 16 - Tekstslide