Lesson 1 Unit 4

To do today
- Herhaling grammar :  much / many / a lot of
- Start Unit 4
- Lesson 1
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

To do today
- Herhaling grammar :  much / many / a lot of
- Start Unit 4
- Lesson 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent much / many / a lot of

Slide 2 - Open vraag

Wat betekent telbaar / niet telbaar?

Slide 3 - Open vraag

Geef eens een voorbeeld van een Engels woord wat je WEL kunt tellen

Slide 4 - Open vraag

Geef eens een voorbeeld van een Engels woord wat je NIET kunt tellen.

Slide 5 - Open vraag

MUCH / MANY
Stap 1 : Kijk naar het woord wat áchter much/many staat   
Stap 2 : Kun je dit woord tellen of juist niet?
Stap 3 : Telbaar -->  many               niet telbaar --> much


1.  I don’t need ( much / many  ) sleep.
2.  Lisa loves writing. Does she write ( much / many  ) e-mails to her friends?

Slide 6 - Tekstslide

..... students
A
much
B
many

Slide 7 - Quizvraag

..... money
A
much
B
many

Slide 8 - Quizvraag

..... time
A
much
B
many

Slide 9 - Quizvraag

..... dogs
A
much
B
many

Slide 10 - Quizvraag

..... children
A
much
B
many

Slide 11 - Quizvraag

..... fun
A
much
B
many

Slide 12 - Quizvraag

..... people
A
much
B
many

Slide 13 - Quizvraag

Stap 1 : Kijk naar het woord wat áchter much/many staat
Stap 2 : Kun je dit woord tellen of juist niet?
Stap 3 : Telbaar -->  many          niet telbaar --> much

I don't have ........ time for sports this week. 
Does this shop has ....... products? 
John doesn’t always have ......... books in his bag.
How ............ money have you got?
MUCH
MUCH
MANY
MANY

Slide 14 - Sleepvraag

MUCH / MANY / A LOT OF
Dit betekent alledrie VEEL maar gebruik je op deze manier
NORMALE zin :      a lot of
N'T  /   ?              :     many (telbaar) / much (niet telbaar

Voorbeeld :     How much rice would you like?
                              I have a lot of friends.

Slide 15 - Tekstslide

....... people go to restaurants now.
A
a lot of
B
much
C
many

Slide 16 - Quizvraag

Do you have .......... friends?
A
a lot of
B
much
C
many

Slide 17 - Quizvraag

I don't have ........ time left to study.
A
a lot of
B
much
C
many

Slide 18 - Quizvraag

....... people go to restaurants now.
A
a lot of
B
much
C
many

Slide 19 - Quizvraag

I love the new puppy but he barks ......
A
a lot
B
much
C
many

Slide 20 - Quizvraag

Stap 1 : Kijk of er n’t/? in de zin staat
Stap 2 : NEE --> gebruik a lot of
                 JA  --.> gebruik much / many
Stap 4 : Kijk naar het woord achter de ………….. staat
Stap 5 : Telbaar -->  many    niet telbaar --> much

1 . How ……………… money would you like?
2.   Anna has ………………………nice clothes
3.  I don’t eat …………………………… apples. 
4.  My father has …………………… work to do.
MUCH
MANY
A LOT OF
A LOT OF

Slide 21 - Sleepvraag

Unit 4

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

What do you know about the Titanic?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

Let's go to work
- Ga naar EN 2KB
- Digitaal lesmateriaal
- Unit 4    'Northern Ireland'
- Lesson 4.1   Do exercise   1, 2, 4

Slide 28 - Tekstslide