a Thomas Hobbes, John Locke en Jean-Jacques Rousseau maakten zich sterk voor het sociaal contract tussen volk en bestuur, waarbij het volk kiest door wie het wil worden geregeerd en waarbij de soevereiniteit bij het volk ligt.
Montesquieu beschreef de trias politica, waarbij de scheiding van de uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende macht voorkomt dat één persoon of instelling alle macht in handen krijgt.
Voltaire wilde inspraak in het bestuur voorbehouden aan een minderheid van mensen die daar vaardig genoeg voor is.
Denis Diderot en Jean d’Alembert stelden een Encyclopédie samen om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen zichzelf konden ‘verbeteren’ door kennis op te doen over zoveel mogelijk onderwerpen.
b Hobbes, Locke en Rousseau vulden elkaar aan, Voltaire had liever een beperkte volksinspraak.
c Verlichting gaat over zelf nadenken. Kant maakte van ‘Durf te denken’ zelfs het motto van de Verlichting. Zelf nadenken betekent zelf een mening vormen, los van tradities en geloof, maar ook los van wat andere mensen denken. Dan zijn meningsverschillen onvermijdelijk.