Overtuigen met Argumenten

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen


Fouten in de argumentatie


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuiste oorzaak-gevolg relatie
‘Nu ik een nieuwe fiets heb hoef ik nooit voor een stoplicht te wachten’

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkelredenering
'Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief.'

Slide 20 - Tekstslide

Hetzelfde standpunt in andere woorden herhaald.
Onjuiste generalisatie
Mijn oma rookte als een ketter, maar toch werd ze 95.

Slide 21 - Tekstslide

Op grond van één voorval wordt een conclusie getrokken die voor alle voorvallen geldt.

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijking die niet klopt
'In de trein hoeven geen toiletten te zitten, want in de bus zijn ook geen wc's.'

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuist beroep op autoriteit
'De jury bij de turnwedstrijd had geen enkele fout gemaakt. Dat vond Rutte ook.'

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Spanje worden nog steeds stierengevechten gehouden, dus ze hebben daar geen respect voor dieren.
A
onjuist oorzaak-gevolg relatie
B
verkeerde vergelijking
C
onjuiste generalisatie
D
cirkelredenering

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

‘Messi staat in de reclame van Lays, dus dan zal de chips wel lekker zijn
A
onjuist beroep op autoriteit
B
verkeerde vergelijking
C
onjuiste generalisatie
D
cirkelredenering

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis is een nutteloos vak. Wat gebeurd is, is gebeurd. We gooien onze oude kleren toch ook weg?
A
onjuist oorzaak-gevolg relatie
B
verkeerde vergelijking
C
onjuiste generalisatie
D
cirkelredenering

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jeroen zal nooit zijn diploma halen, want bij hem thuis hebben ze nog steeds geen internet.
A
onjuist oorzaak-gevolg relatie
B
verkeerde vergelijking
C
onjuiste generalisatie
D
cirkelredenering

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind dat we echt niet naar gym hoeven, want we bewegen toch al als we naar school fietsen?
A
onjuist oorzaak-gevolg relatie
B
verkeerde vergelijking
C
onjuiste generalisatie
D
cirkelredenering

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij van WC-eend raden WC-eend aan.
A
onjuist beroep op autoriteit
B
verkeerde vergelijking
C
onjuiste generalisatie
D
cirkelredenering

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overtreden discussieregels
  1. Persoonlijke aanval. 
    (Wat weet een dronkenlap als jij nou van politiek.)
  2. Ontduiken van bewijslast. 
    (Bewijs jij maar eens dat je dat artikel zelf hebt geschreven.
  3. Bespelen van het publiek. 
    (Alleen hele domme mensen zullen het niet met mij eens zijn.)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noteer bij elke uitspraak van welke drogreden er sprake is. 
  1. Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeluk gehad, dus het rijden met een e-bike is gevaarlijk. 
  2. Mijn opa dronk elke dag een paar glazen alcohol en hij is 98 geworden. Alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond. 
  3. Wat weet jij nu van gezondheid, je weegt zelf 105 kilo!
  4. Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet. 
  5. Het is belachelijk dat harddrugs nog niet legaal zijn, want alcohol is toch ook legaal?
  6. Hardlopen is helemaal niet gezond. Bij de marathon van vorige week is een man in elkaar gezakt en ter plekke overleden aan een hartaanval. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg opdracht


7. Ik weet zeker dat deze maaltijd gezond is. Dat heeft mijn fitnesstrainer zelf gezegd.
8. Sinds ze iPads op school gebruiken, zijn de resultaten voor de rekentoets achteruit gegaan. 
9.  Nederland stelt niets voor, want het is maar een klein kikkerlandje.
10. Wat weet jij nou van voetbal? Je kan nog geen deuk in een pakje boter trappen. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden. 
1. onjuist beroep oorzaak / gevolg (causaliteit)
2. overhaaste generalisatie
3. persoonlijke aanval
4.cirkelredenering
5. verkeerde vergelijking
6. overhaaste generalisatie
7.  onjuist beroep op autoriteit
8. onjuist oorzaak / gevolg
9. persoonlijke aanval
10. persoonlijke aanval 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Link

Deze slide heeft geen instructies