Mitose en meiose
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Aan het begin van de mitose bestsaat de cel uit 46 chromosomen en ......chromatiden
A
23
B
46
C
92
Slide 4 - Quizvraag
Na mitose bevat de dochtercel
A
23 chromsomen
B
46 chromosomen
C
92 chromosomen
Slide 5 - Quizvraag
Als chromsomen zich oprollen, daardoor dikker- en zichtbaar worden noemen we dat....
A
histonisatie
B
condensatie
C
reductie
D
segregatie
Slide 6 - Quizvraag
Hoe worden de chromosomen in het equatorvlak gelegd in een lange rij?
A
Door spoeldraden
B
Door enzymen
C
Door de celkern
D
Door mitochondriën
Slide 7 - Quizvraag
IN een katyogram is/zijn....te zien
A
alle homologe chromosomen in paren
B
alle chromsomen door elkaar
C
alle losse chromatiden
Slide 8 - Quizvraag
De spoeldraden trekken.....
A
50% van chromosomen naar elke pool
B
de polen uit elkaar
C
100% van chromosomen naar één pool
D
de chromatiden van elk chromosoom uit elkaar
Slide 9 - Quizvraag
De delende cel splitst zich in tweeën door de
A
mitose
B
cloning
C
cytokinese
D
klievingsdeling
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Als een snee in je vinger moet herstellen worden nieuwe cellen gemaakt door...
A
meiose
B
mitose
C
katyose
Slide 13 - Quizvraag
Een cel die de meiose in gaat bevat
A
23 chromatiden
B
46 chromatiden
C
92 chromatiden
Slide 14 - Quizvraag
In de mitose gaan de chromosomen in het equatoriaal vlak liggen...
A
in één lange lijn
B
in paren bij elkaar in een lange lijn
C
allemaal door elkaar heen
Slide 15 - Quizvraag
In de meiose gaan de chromosomen in het equatoriale vlak allemaal.....
A
in één lange lijn liggen
B
in paren bij elkaar in een lang lijn liggen
C
allemaal door elkaar liggen
Slide 16 - Quizvraag
Crossing over vindt plaats
A
alleen tijdens de mitose
B
tijdens de mitose en de meiose
C
alleen tijdens de meiose
Slide 17 - Quizvraag
De meiose 1 wordt gepauzeerd tot
A
de geboorte
B
de rijping van eicellen in de puberteit
C
de bevruchting
D
de innesteling
Slide 18 - Quizvraag
In de meiose 1 worden de chromosomen
A
in hun geheel naar de polen getrokken
B
uit elkaar getrokken in chromatiden
C
niet verplaatst
Slide 19 - Quizvraag
Een miskraam in de eerste weken van de zwangerschap wordt meestal veroorzaakt door
A
chromosomen die helemaal niet verdeel worden
B
chromosomen die dood gaan
C
chromosomen die niet goed verdeeld worden
Slide 20 - Quizvraag
In de meiose 2 liggen de chromosomen in het equatoriale vlak
A
In één lange rij
B
In een lange rij van paren
C
allemaal door elkaar
Slide 21 - Quizvraag
De meiose 2 wordt pas afgemaakt
A
bij de geboorte
B
in de puberteit
C
tijdens de fertilisatie
Slide 22 - Quizvraag
Tijdens de meiose 2 worden de chromsomen
A
In hun geheel over de polen verdeeld
B
chromatiden van de chromosomen uit elkaar getrokken
C
de chromosomen door elkaar gehusseld
Slide 23 - Quizvraag
Door meiose ontstaan er.....eicellen
A
1
B
2
C
4
D
8
Slide 24 - Quizvraag
Door de meiose ontstaan er....zaadcellen
A
1
B
2
C
4
D
8
