Examen bekijken

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Eens kijken naar het examen

Schrijf vijf dingen op die je opvallen aan het examen

Dit weet je zeker

- Duur: 3 uur

- Ongeveer 27 vragen

- Stof: KA 18 t/m 49 (tijdvak 5 t/m 10) + HC1 (Britse Rijk) + HC2 (Duitsland) + HC3 (Nederland)

- Vragen chronologisch

- Docent kijkt na + tweede corrector

Wat is vaak zo?

- Twee chronologievragen

- Ongeveer 35% over de Kenmerkende Aspecten en 65% over de Historische Contexten.

Wat weet je niet?

- De precieze verdeling van KA's en HC's

- Welke historische vaardigheden ze gaan vragen (bv. bruikbaarheid / betrouwbaarheid / continuiteit / etc.)

Type vragen

Welke type vragen heb je op een geschiedenis examen? 

1. Oorzakelijk verband vragen
2. Argumentatievragen
3. Toepassingsvragen
4. Volgorde vragen
5. Kenmerkend aspect vragen

Welke KA hoort hier het beste bij?

1. KA 18 Het begin van de Europese overzeese expansie.
2. KA19. Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
3. KA20. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid.
4. KA22. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.

Welke KA hoort hier het beste bij?

1. KA38. Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme.
2. KA43. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.
3. KA44. Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
4. KA 39. De crisis van het wereldkapitalisme.

Welke KA hoort hier het beste bij?

1. KA 22. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
2. KA24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
3. KA KA 24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek. 20. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid.
4. KA 21. De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.

Welke KA hoort hier het beste bij?

1. KA33. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
2. KA35. Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
3. KA32. Discussie over de ‘sociale kwestie’.
4. KA31. De industriële revolutie die in de westerse landen de basis legde voor een industriële samenleving.

Welke KA hoort hier het beste bij?

1. KA 39. De crisis van het wereldkapitalisme.
2. KA 45. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
3. KA 46. De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld.
4. KA 47. De eenwording van Europa.

Welke KA hoort hier het beste bij?

1. KA 41. Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op Joden.
2. KA 42. De Duitse bezetting van Nederland.
3. KA 40. Het voeren van twee wereldoorlogen.
4. KA 39. De crisis van het wereldkapitalisme.

Welke KA hoort hier het beste bij?

1. KA 19. Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
2. KA 26. De wetenschappelijke revolutie.
3. KA 24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
4. KA 27. Rationeel optimisme en ‘Verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.

1. KA40. Het voeren van twee wereldoorlogen.
2. KA37. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
3. KA 42. De Duitse bezetting van Nederland.
4. KA 39. De crisis van het wereldkapitalisme.

Welke KA hoort hier het beste bij?

1. KA 47. De eenwording van Europa.
2. KA 48. De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.
3. KA 49. De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen.
4. KA 45. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.

Welke KA hoort hier het beste bij?

1. KA 44. Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
2. KA40. Het voeren van twee wereldoorlogen.
3. KA48. De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.
4. KA 45. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.

Welke KA hoort hier het beste bij?
"Soekarno geeft een speech ter ere van de onafhankelijke republiek Indonesia"

Welke KA hoort hier het beste bij?
"H.B. Stowe schrijft een boek waarin slavernij wordt bekritiseerd. Het wordt razend populair."

Welke KA hoort hier het beste bij?
"Protestanten worden hard gestraft bij de inquisitie"

Welke KA hoort hier het beste bij?
"Lodewijk XIV verklaart 'L'etat, c'est moi!"

Welke KA hoort hier het beste bij?
Het Britse parlement bepaalt dat India voortaan onder koninklijk gezag komt"

Welke KA hoort hier het beste bij?
"Amerikaanse opstandelingen verzetten zich tegen de Tea Act en gooien uit protest thee in zee"

Welke KA hoort hier het beste bij?
"De Amerikanen gooien een atoombom op Hiroshima"

Welke KA hoort hier het beste bij?
"Nozems crossen door de straten van Den Haag op weg naar het strand"

Welke KA hoort hier het beste bij?
'Leonardo daVinci maakt een studie van de menselijke verhoudingen op basis van berekeningen van Romein Vitruvius'

Welke KA hoort hier het beste bij?
"Arbeiderswijk Klarendal wordt gebouwd"

Examenbundel

Maken vragen historische context