18-19 feb Taal en Literatuur les 10 en 11

T V/G 3 C

Welkom!







1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

T V/G 3 C

Welkom!







Slide 1 - Tekstslide

Plattegrond vandaag
Nathan
Ray      Ibrahim

Slide 2 - Tekstslide

Plattegrond vandaag
Ray      Ibrahim
Kaafi
xxx
xxx

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel deze week


  • Theorie literaire begrippen herhaald: spanning, motieven, thema en genre.
  • Lezen in Jongen op de berg uitlezen en opdrachten maken in reader
  •  Schrijftoets TEA3 bekijken



=> TEA 3: toets literatuur en Diataalmeting


     

    Slide 4 - Tekstslide

    Huiswerk 18 feb: roman uitgelezen 

    Slide 5 - Tekstslide

    Overleg: wat gebeurt hier?
    H 10

    Slide 6 - Tekstslide

    Leg onderstaande passage uit
    H 10

    Slide 7 - Tekstslide

    Reflecteer op het soort taal in onderstaand fragment
    H 12

    Slide 8 - Tekstslide

    Welke conclusie trek je over Pieters karakter? 
    H 13

    Slide 9 - Tekstslide

    Kijk me aan, Pieter,’ zei ze. ‘Kijk me aan.’ Hij keek op, tranen in zijn ogen. ‘Doe nooit alsof je niet wist wat hier aan de hand was. Je hebt ogen en oren. Je hebt er ik weet niet hoe vaak bij gezeten daar in die werkkamer, om aantekeningen te maken. Je hebt het allemaal gehoord. Allemaal gezien. Je wist alles. En waar jijzelf verantwoordelijk voor bent, dat weet je ook.’ Ze aarzelde, maar het moest gezegd worden. ‘De doden die jij op je geweten hebt. Maar je bent nog jong, zestien pas. Je hebt nog vele jaren voor je om je medeplichtigheid aan die dingen onder ogen te zien en te leren accepteren. Maak jezelf alleen nooit wijs dat je het niet wist.’ Ze liet zijn gezicht los. ‘Dat zou de ergste misdaad van allemaal zijn.’
    Kijk me aan, Pieter,’ zei ze. ‘Kijk me aan.’ Hij keek op, tranen in zijn ogen. ‘Doe nooit alsof je niet wist wat hier aan de hand was. Je hebt ogen en oren. Je hebt er ik weet niet hoe vaak bij gezeten daar in die werkkamer, om aantekeningen te maken. Je hebt het allemaal gehoord. Allemaal gezien. Je wist alles. En waar jijzelf verantwoordelijk voor bent, dat weet je ook.’ 
    Ze aarzelde, maar het moest gezegd worden. ‘De doden die jij op je geweten hebt. Maar je bent nog jong, zestien pas. Je hebt nog vele jaren voor je om je medeplichtigheid aan die dingen onder ogen te zien en te leren accepteren. Maak jezelf alleen nooit wijs dat je het niet wist.’ Ze liet zijn gezicht los. ‘Dat zou de ergste misdaad van allemaal zijn.’
    H 13

    Slide 10 - Tekstslide

    Wat valt je op? 
    H 14

    Slide 11 - Tekstslide

    Literaire begrippen


    • Spanning
    • Realistisch / niet-realistisch
    • Fictie / non-fictie
    • Genres (thriller, young adult, fantasy,  oorlog & verzet,...)
    • Motieven (zaken die geregeld terugkeren in een roman) en thema (waar de roman eigenlijk over gaat, soort hoofdgedachte)






       

      Slide 12 - Tekstslide

      Thematiek 

      Slide 13 - Tekstslide

      Welke vragen heb je nog over het verhaal? 



      Zelf aan de slag:
      • pag. 15 t/m 21: theorieblokken lezen 
      • opdrachten t/m 22 maken 
      • kijk bij welke opdrachten je nog zaken moet aanvullen
      • klaar? lees de recensies over het boek

      Slide 14 - Tekstslide

      T V/G 3 C

      Welkom!







      Slide 15 - Tekstslide

      Plattegrond vandaag
      Ray      Ibrahim
      xxxx
      xxxxx
      xxxx
      xxxx

      Slide 16 - Tekstslide

      Leerdoel deze week


      • Theorie literaire begrippen herhaald: spanning, motieven, thema en genre.
      • Lezen in Jongen op de berg uitlezen en opdrachten maken in reader



      => TEA 3: toets literatuur en Diataalmeting


         

        Slide 17 - Tekstslide

        Huiswerk 



        • pag. 15 t/m 21: theorieblokken lezen 
        • opdrachten t/m 22 maken 

        => Vul je antwoorden aan tijdens de bespreking.


        Slide 18 - Tekstslide

        Voorbereiding op TEA3


        • Welke eigen vragen of onduidelijkheden heb je nog?
        • Toets gaat over inhoud, achtergrond en betekenis van de roman en bijbehorende opdrachten uit de reader.
        • Je kent alle personages goed, kent hun handelen en gedrag en kunt dit uitleggen. Je kent locaties, tijd, perspectieven, etc.
        • Lees hiervoor bepaalde passages opnieuw
        • Maak zelf vragen over de roman
        • Schrijf een essay over de roman (na de vakantie).


           

          Slide 19 - Tekstslide

          Vragen maken over de roman
          • Doel? roman beter begrijpen en nadenken over het gedrag van personages en voorbereiden op de toets
          • Hoe? tien genummerde vragen in Word; Drie vragen per deel uit de roman, één vraag over epiloog. Houd de roman erbij.
          • Daaronder formuleer je per vraag het antwoord. Herneem de vraag in je antwoord, let op spelling en formuleren. 
          • Met wie? in zeven groepjes van drie tot vier personen.
          • Geef aan mij door wie de vragen met antwoorden verstuurt via Teams Chat.

          Slide 20 - Tekstslide

          Eén persoon per groepje levert Wordbestand  in via Teams Chat

          Slide 21 - Tekstslide

          Reflecteer
          1. Wat heb je deze les geleerd? 
          2. Wat ga je verder doen om je goed voor te bereiden op de toets?  
          3. Wat heb je hiervoor nog nodig van mij? 

          Iedereen beantwoordt deze vragen in Word  en levert ze in bij Teams Opdrachten.

          Slide 22 - Tekstslide