11-12 feb Taal en Literatuur les 8 en 9

T V/G 3 C

Welkom!







1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

T V/G 3 C

Welkom!







Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel deze week


  • Theorie literaire begrippen herhaald: personages, perspectief, tijd, ruimtes, contrast en parallellie, spanning, fictie/non-fictie
  • Lezen in Jongen op de berg en opdrachten maken in reader
  •  Schrijftoets TEA3 bekijken



=> TEA 3: toets literatuur en Diataalmeting


     

    Slide 2 - Tekstslide

    Leerdoel deze periode


    • Je past de literaire begrippen toe op de roman De jongen op de berg
    • Je herkent stijlfiguren en beeldspraak
    • Je hebt het verhaal gelezen, je kent de schrijver en de verhaallijn goed, je hebt over de karakters nagedacht en kunt uitleg geven bij belangrijke scènes.

    Het overzicht van de begrippen staat in Teams / Lesmateriaal


       

      Slide 3 - Tekstslide

      Om over na te denken
      1.  Wat is de aanleiding van Wilhelm Fischers oorlogstrauma? 
      2. Welke maatregelen treft tante Beatrix om Pieter te beschermen?
      3. Leg de titel van H7 uit: Het geluid van een nachtmerrie
      4. Wie was Geli?

      Slide 4 - Tekstslide

      Om over na te denken
      1.  Hij zag een maat gedood worden door een Engelse soldaat. Zijn verwondingen en alles wat hij gezien had in de oorlog leidde tot zijn psychische labiele toestand. (H.6) 
      2. Duitse naam, typisch Duitse kleding, verbod om over vroeger en Anshel te spreken, en om brieven van Anshel te ontvangen.
      3. De titel verwijst naar het slachten van de krijsende kippen door Emma waarvan Pieter getuige is en waarvan hij gruwelt.
      4. Nichtje van Hitler op wie hij heel verliefd was en die zelfmoord pleegde.

      Slide 5 - Tekstslide

      Personages


      • Kennen: hoofdpersonen, bijfiguren, karakterontwikkeling, uiterlijke kenmerken
      • opdracht 5 bespreken: 
      • Pierrot Fischer (-> Pieter)
      • Emilie en Wilhelm Fischer
      • Anshel Bronstein
      • Simone en Adèle Durand
      • Josette en Hugo


         

        Slide 6 - Tekstslide

        Karakterontwikkeling

        Slide 7 - Tekstslide

        Karakterontwikkeling (2)

        Slide 8 - Tekstslide

        Karakterontwikkeling (3)

        Slide 9 - Tekstslide

        Slide 10 - Link

        Wat weet je over d'Artagnan? (opdr. 6)
        •  ...
        • De drie musketiers, historische roman van Alexandre Dumas (1844). 
        • Motto d'Artagnan, Athos, Aramis, Porthos: "Eén voor allen, allen voor één": De belangen van de enkeling vallen samen met die van het geheel en vice versa.
        • Personage d'Artagnan was vastberaden en dapper
        • Hond d'Artagnan was erg bang als Wilhelm F. gewelddadig was en moeder Emilie sloeg; sprong dan op bed bij Pierrot.

        Slide 11 - Tekstslide

        Perspectief


        • opdracht 9, 11 bespreken: 
        • Tante Beatrix, Kotler, Herta Theissen, Emma, Ernst
        • Perspectief: ik-perspectief, personaal, meervoudig personaal, alwetend of auctoriaal. 
        • Wat is het in deze roman? 
        • Let op de perspectiefwissel: 



           

          Slide 12 - Tekstslide

          Perspectiefwissel

          Slide 13 - Tekstslide

          Tijd


          • opdracht 12 bespreken: 
          • historische tijd, vertelde tijd, verteltijd, chronologisch, flashbacks, flashforward, opbouw
          • is de korte herinnering aan het Champ-de-Mars een flashback? 




             

            Slide 14 - Tekstslide

            Flashback bij trein naar Orléans

            Slide 15 - Tekstslide

            Ruimte
            • plaatsen, weer, sfeer
            • parallellie (ruimte en situatie van de hoofdpersoon komen overeen) en contrast (ruimte en situatie van de hoofdpersoon zijn tegengesteld)
            • Appartementsgebouw in Parijs; weeshuis in Orléans; Berghof; school

            Slide 16 - Tekstslide

            Zelfstandig werken
            • Herhaal de theorie over beeldspraak en stijlfiguren (zie pag. 14 reader)
            • Herhaal de theorie over literaire begrippen (zie reader)
            • Voor het overzicht van de te leren begrippen: zie Teams/Lesmateriaal/P3
            • Maak opdracht 13 (beschrijf uitgebreid) en 14
            • Morgen starten we op pag. 164 met lezen

            Slide 17 - Tekstslide

            T V/G 3 C

            Welkom!







            Slide 18 - Tekstslide

            Plattegrond vandaag

            Slide 19 - Tekstslide

            Leerdoel deze week


            • Theorie literaire begrippen herhaald: personages, perspectief, tijd, ruimtes, contrast en parallellie, spanning, fictie/non-fictie.
            • Lezen in Jongen op de berg en opdrachten maken in reader
            • Schrijftoets TEA3 bekijken



            => TEA 3: toets literatuur en Diataalmeting


               

              Slide 20 - Tekstslide

              Bespreek de volgende passage
              personages - karakterontwikkeling - gedrag
              Wat voelt Pieter?

              Slide 21 - Tekstslide

              H.9

              Slide 22 - Tekstslide

              Bespreek de volgende passage
              personages - gedrag
              Wat voelt tante Beatrix?

              Slide 23 - Tekstslide

              H.9

              Slide 24 - Tekstslide

              Huiswerk

              • Maak opdracht 13 en 14
              • 13: Appartementsgebouw in Parijs; weeshuis in Orléans; Berghof; school (aanvullen als je het boek uit hebt!)
              • lezen t/m 163

              Slide 25 - Tekstslide

              Parallellie? Of contrast?

              Slide 26 - Tekstslide

              Slide 27 - Tekstslide

              Slide 28 - Tekstslide

              Slide 29 - Tekstslide

              Vergelijk met buur beeldspraak en stijlfiguren (opdr.14)
              • H8: 'Laat je niet op je kop zitten, Pieter', zei Katarina (metafoor)
              • 'Je moet hun woorden als water van je af laten glijden' (vergelijking) 
              • 'Een tijdje was ze heel dik met meneer.' (metafoor)
              • Ze lijken op elkaar. Een groot ... Dezelfde ..., kuiltjes in de wangen. Beiden even onnozel. (opsomming)
              • H9: ‘Je moeder klinkt als een onnozele vrouw,’ zei Hitler.  (vergelijking) 
              • Het huis was totaal van slag vanochtend (personificatie)

              Slide 30 - Tekstslide

              Edward VIII en Wallis Simpson
              https://historianet.nl/maatschappij/vorsten/eduard-viii-mijn-koninkrijk-voor-een-vrouw

              Slide 31 - Tekstslide

              Slide 32 - Link

              Overleg en verklaar de titel van hoofdstuk 9: 


              Een schoenmaker, een soldaat en een koning 

              Slide 33 - Tekstslide

              H.9

              Slide 34 - Tekstslide

              Samen lezen, pag. 164
              (hst. 10)


              Huiswerk 18 feb: roman uitgelezen 

              Slide 35 - Tekstslide