De onbepaalde voornaamwoorden some en any gebruik je om iets aan te geven, maar minder specifiek dan het noemen van een hoeveelheid. Zo kun je bijvoorbeeld een specifieke hoeveelheid noemen:
- They need to eat two sandwiches and three bananas.
- They need to a lot of sandwiches and bananas.
- They need to eat (a) few sandwiches and bananas.
Maar je kunt ook some of any gebruiken (minder specifiek):
- They need to eat some sandwiches and bananas.
- They don't need to eat any cucumbers.
Some en any betekenen hetzelfde: een aantal, een beetje, enkele of wat. Maar wanneer gebruik je some en wanneer gebruik je any?
- Bij een bevestigende / neutrale zin gebruik je some: I have some cookies = Ik heb wat / een paar koekjes.
- Bij een ontkennende / negatieve zin gebruik je any: I don't have any cookies = Ik heb geen koekjes.
- Bij een vragende zin gebruik je any: Do you have any cookies left? = Heb je wat koekjes over?