H5 Spelling hoofdletters en aanhalingstekens

Startopdracht
  • Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op.
Het ...... meisje (verwennen) had moeite om te ...... (luisteren)
Morgen ....... (worden) hij al weer 10 jaar. 
We hebben vorige week in de disco ..... (dansen). 
Hij ...... (bekladden) de muur. 
Waarom maak je je zo druk om het ........ (bekladden) huis?

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
  • Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op.
Het ...... meisje (verwennen) had moeite om te ...... (luisteren)
Morgen ....... (worden) hij al weer 10 jaar. 
We hebben vorige week in de disco ..... (dansen). 
Hij ...... (bekladden) de muur. 
Waarom maak je je zo druk om het ........ (bekladden) huis?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Ik kan hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens correct gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees onderstaande zinnen. Wat is het verschil tussen beide zinnen?
a Ingeborg gaf zojuist de koning een hand.
b Ingeborg gaf zojuist De Koning een hand.
A
Er is geen verschil.
B
Er is een verschil in betekenis.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters
  • Aan het begin van een nieuwe zin. 

  • Bij eigennamen (Sanne, Groningen, Bernardstraat, Lauwers College, Engeland, Engels, Kerstmis, Pasen en Greenpeace) 

  • Bijvoeglijke naamwoorden die afgeleid zijn van aardrijkskundige namen (Spaanse wijn, Belgische chocolade)


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine letters
  • Samenstellingen (kerstavond, paaszondag, moederdagcadeau)

  • Religies (jodendom, christendom, islam, rooms-katholiek)





Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanhalingstekens
  • Bij citaten:
  1. Boris riep verontwaardigd uit: 'Ik heb dat niet gedaan!'
  2. 'Ik ga liever met de trein', zei Maria.

  • Je gebruikt geen aanhalingstekens bij gedachten:
  1. Ze vroeg zich af: hoe kom ik onder dit afspraakje uit?
 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Bij titels:
  1. Het boek 'Kolja' van Arthur Japin is een groot succes.

  • Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis van het woord:
  1. Veel mensen kennen het woord 'extravagant' niet. 


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

even opwarmen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
engelse drop
B
Engelse drop

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is fout gespeld?
A
Tweede Paasdag
B
oudjaar
C
Hemelvaartsdag
D
Nieuwjaarsdag

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder hoofdletter?
A
koningin maxima
B
Koningin maxima
C
Koningin Maxima
D
koningin Maxima

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft geen hoofdletter?
A
Engels
B
Amsterdamse
C
Noorden
D
Peugeot

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder hoofdletter?
A
aardrijkskunde
B
Aardrijkskunde

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder hoofdletters?
A
mevrouw Van Dijk
B
mevrouw van Dijk

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een hoofdletter of niet?
A
's middags kregen we bezoek.
B
'S middags kregen we bezoek.
C
's Middags kregen we bezoek.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet NIET met een hoofdletter?
A
Coca Cola
B
Nijmegen
C
Zondag
D
Toyota

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletter of niet?
A
btw
B
BTW

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
jarik de boer
B
Jarik De Boer
C
Jarik de Boer
D
jarik De Boer

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Sara zei:" Ik heb een super
vakantie gehad.
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Thomas zei "Daar heb ik geen zin in."
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

De dubbele punt mist. 
"Ik vind het niet leuk!", riep Lotte.
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Hoofdstuk 5 - Spelling

Hoofdletters en aanhalingstekens
Opdracht 1 t/m 3(havo)
Opdracht 1, 2, 4 en 6 (vwo)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens correct gebruiken
1100

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies