H5 - hoofdletters en aanhalingstekens

hoofdletters en aanhalingstekens
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

hoofdletters en aanhalingstekens

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij nog van tussenletters in samenstellingen?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk


Hoofdstuk 4 - Spelling (blz. 124-125)
Tussenletters
Opdracht: 1 t/m 4  =>straks zelf nakijken. Antwoorden staan in Teams bij Bestanden in mapje Spelling.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Ik kan hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens correct gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees onderstaande zinnen. Wat is het verschil tussen beide zinnen?
a Ingeborg gaf zojuist de koning een hand.
b Ingeborg gaf zojuist De Koning een hand.
A
Er is geen verschil.
B
Er is een verschil in betekenis.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters
  • Aan het begin van een nieuwe zin. 

  • Bij eigennamen (Sanne, Groningen, Bernardstraat, Lauwers College, Engeland, Engels, Kerstmis, Pasen en Greenpeace) 

  • Bijvoeglijke naamwoorden die afgeleid zijn van aardrijkskundige namen (Spaanse wijn, Belgische chocolade)


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine letters
  • samenstellingen met religieuze feesten (kerstavond, paaszondag, moederdagcadeau)
  • religies (jodendom, christendom, islam, rooms-katholiek)
  • windstreken (het zuiden, westen, zuidwest)
  • seizoenen, maanden en periodes (herfst, winter, maart, april en de ijstijd)



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanhalingstekens
  • Bij citaten (directe rede):
  1. Boris riep verontwaardigd uit: 'Ik heb dat niet gedaan!'
  2. 'Ik ga liever met de trein', zei Maria.

  • Je gebruikt geen aanhalingstekens bij gedachten:
  1. Ze vroeg zich af: hoe kom ik onder dit afspraakje uit?
 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Bij titels:
  1. Het boek 'Kolja' van Arthur Japin is een groot succes.

  • Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis van het woord:
  1. Veel mensen kennen het woord 'extravagant' niet. 


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

even opwarmen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
engelse drop
B
Engelse drop

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
jarik de boer
B
Jarik De Boer
C
Jarik de Boer
D
jarik De Boer

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Sara zei:" Ik heb een super
vakantie gehad.
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Thomas zei "Daar heb ik geen zin in."
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quizvraag

De dubbele punt mist. 
"Ik vind het niet leuk!", riep Lotte.
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Boek (p. 154 - 155): 
  • Lees de theorie nogmaals door. Hier staan meer voorbeelden bij de uitleg.
  • Maak opdracht 1 en 2. Klaar? Maak opdracht 3.




timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ik kan hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens correct gebruiken
0100

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Dat gaan we checken!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf deze zin met alle leestekens en hoofdletters:
hij zei in mei leggen alle vogels een ei

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf deze zin met alle leestekens en hoofdletters:
maar vroeg van houten spreken we morgen nog af

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Ik kan hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens correct gebruiken.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Hoofdstuk 5 - Spelling (blz. 154-155)

Hoofdletters en aanhalingstekens
Opdracht 1 t/m 4

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies