2HV H5 Spelling hoofdletters en aanhalingstekens

hoofdletters en aanhalingstekens
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

hoofdletters en aanhalingstekens

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk


Hoofdstuk 4 - Spelling (blz. 130-131)
Tussenletters

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Ik kan hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens correct gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees onderstaande zinnen. Wat is het verschil tussen beide zinnen?
a Ingeborg gaf zojuist de koning een hand.
b Ingeborg gaf zojuist De Koning een hand.
A
Er is geen verschil.
B
Er is een verschil in betekenis.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters
  • Aan het begin van een nieuwe zin. 

  • Bij eigennamen (Sanne, Groningen, Bernardstraat, Lauwers College, Engeland, Engels, Kerstmis, Pasen en Greenpeace) 

  • Bijvoeglijke naamwoorden die afgeleid zijn van aardrijkskundige namen (Spaanse wijn, Belgische chocolade)


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine letters
  • Samenstellingen (kerstavond, paaszondag, moederdagcadeau)

  • Religies (jodendom, christendom, islam, rooms-katholiek)





Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanhalingstekens
  • Bij citaten:
  1. Boris riep verontwaardigd uit: 'Ik heb dat niet gedaan!'
  2. 'Ik ga liever met de trein', zei Maria.

  • Je gebruikt geen aanhalingstekens bij gedachten:
  1. Ze vroeg zich af: hoe kom ik onder dit afspraakje uit?
 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Bij titels:
  1. Het boek 'Kolja' van Arthur Japin is een groot succes.

  • Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis van het woord:
  1. Veel mensen kennen het woord 'extravagant' niet. 


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

even opwarmen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
engelse drop
B
Engelse drop

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is fout gespeld?
A
Tweede Paasdag
B
Oudjaar
C
Hemelvaartsdag
D
Nieuwjaarsdag

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder hoofdletter?
A
koningin maxima
B
Koningin maxima
C
Koningin Maxima
D
koningin Maxima

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft geen hoofdletter?
A
Engels
B
Amsterdamse
C
Noorden
D
Peugeot

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder hoofdletter?
A
aardrijkskunde
B
Aardrijkskunde

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder hoofdletters?
A
mevrouw Van Dijk
B
mevrouw van Dijk

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een hoofdletter of niet?
A
's middags kregen we bezoek.
B
'S middags kregen we bezoek.
C
's Middags kregen we bezoek.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet NIET met een hoofdletter?
A
Coca Cola
B
Nijmegen
C
Zondag
D
Toyota

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletter of niet?
A
btw
B
BTW

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
jarik de boer
B
Jarik De Boer
C
Jarik de Boer
D
jarik De Boer

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Sara zei:" Ik heb een super
vakantie gehad.
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Thomas zei "Daar heb ik geen zin in."
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quizvraag

De dubbele punt mist. 
"Ik vind het niet leuk!", riep Lotte.
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ik kan hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens correct gebruiken
0100

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Hoofdstuk 5 - Spelling (blz. 162-163)

Hoofdletters en aanhalingstekens
Opdracht 1 t/m 3

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies