Oefentoets hoofdstuk 2

Oefentoets Media 

Van media hoef je alleen 2.1, 2.2 en 2.3 te leren
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets Media 

Van media hoef je alleen 2.1, 2.2 en 2.3 te leren

Slide 1 - Tekstslide

Bij communicatie:

A
ben je zelf altijd de zender
B
wordt informatie doorgegeven
C
is de zender altijd onbekend
D
moet je altijd iets zeggen

Slide 2 - Quizvraag

“Bij massamedia is de informatie voor veel mensen bedoeld.”


A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Waar gebruiken we media voor? Noem drie dingen

Slide 4 - Open vraag

Een dagboek is een massamedium
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Bij de tv heb je commerciële zenders en publieke omroepen.

Bij de radio heb je:

A
alleen commerciële zenders
B
ook commerciële zenders en publieke omroepen
C
alleen publieke omroepen
D
geen commerciële zenders en publieke omroepen

Slide 6 - Quizvraag


In Nederland zijn commerciële zenders en publieke omroepen.
Een voorbeeld van een commerciële zender is:


A
BNN
B
SBS6
C
AVROTROS
D
NPO3

Slide 7 - Quizvraag

De overheid mag zich niet bemoeien met wat journalisten schrijven. Dit noemen we:
A
censuur
B
mediawijs
C
persvrijheid

Slide 8 - Quizvraag

Als de overheid zich wel bemoeit met wat journalisten schrijven dan wordt dit ... genoemd.
A
censuur
B
mediawijs
C
persvrijheid

Slide 9 - Quizvraag

Maak de zin af. Als je mediawijs bent:


A
maak je weinig gebruik van de media
B
hoef je geen informatie meer te checken
C
bekijk je steeds of berichten betrouwbaar zijn

Slide 10 - Quizvraag

“In reclamespots zie je vaak beelden en gevoelens die mensen over moeten halen iets te kopen.”
A
Dit is juist
B
Dit is onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Als je meerdere kranten leest of naar meerdere nieuwssites kijkt, ben je meer mediawijs.
Leg uit waarom.


Slide 12 - Open vraag

Sociale media hebben voordelen en nadelen.
Noem een voordeel
Noem een nadeel

Slide 13 - Open vraag