1.4 Schrijven

Welkom
1.4 Schrijven  


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
1.4 Schrijven  


Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Even schrijven...
  • Lesdoelen
  • Uitleg
  • Opdrachten maken
  • Lesdoelen check

Slide 2 - Tekstslide




Schrijf in 5 zinnen wat je ziet of waar je aan denkt als je naar 1 of allebei de plaatjes kijkt. 

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je...
  • hoe je een e-mail schrijft
  • hoe je informeel en formeel schrijft

Slide 4 - Tekstslide

Zakelijke e-mail
Pak je lesboek erbij en maak aantekeningen

Slide 5 - Tekstslide

Maken 1.4

Opdracht: 2 en 3 




timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat staat er NIET in een zakelijke e-mail?
A
Slot: Met vriendelijke groet,
B
een e-mailadres
C
Hallo meneer/mevrouw,
D
het onderwerp

Slide 8 - Quizvraag

Welk leesteken zet je na de aanhef?

Slide 9 - Open vraag

Zakelijke mail

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Slepen maar!
Lieve allemaal,
Ik hoor graag van u.
Formeel
Informeel

Slide 12 - Sleepvraag

Aantekeningen 1.4
Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij. Je schrijft vaak zoals je spreekt.

Zakelijke e-mails: Daar gebruik je officiële taal, formeel taalgebruik. Let dan op de volgende punten:
• spreek de ander aan met u;
• gebruik nette woorden;
• schrijf in hele zinnen;
• gebruik niet te veel spreektaal.

Slide 13 - Tekstslide

Maken

Opdracht 4, 5 en 6
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Formele zin

Slide 15 - Woordweb

Informele zin

Slide 16 - Woordweb

Formeel schrijf je naar...
A
vrienden
B
bedrijven/docenten

Slide 17 - Quizvraag

Informeel schrijf je naar...
A
vrienden
B
bedrijven/docenten

Slide 18 - Quizvraag

Zakelijke aanhef begin je met...

A
Lieve meneer,
B
Geachte heer, mevrouw

Slide 19 - Quizvraag

Een zakelijke slotgroet is:


A
Met vriendelijke groet, ...
B
Groet, ...

Slide 20 - Quizvraag