Nask oefening H3

Bij een temperatuur van 20 graden is water een vast stof
A
waar
B
niet waar
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Bij een temperatuur van 20 graden is water een vast stof
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quizvraag

verdampen is een ander woord voor bevriezen.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

De fase-overgang van waterdamp naar water heet condenseren.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Het grootste deel van de aarde is bedekt met water.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Er zijn twee soorten duinwater: zout duinwater en zoet duinwater.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Zeewater dat is gedestilleerd, is veilig drinkwater.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

In water waar chloor bij wordt gedaan, blijven de bacteriën leven.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Water dat door een filterzakje loopt, noem je een suspensie.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Een oplossing is altijd helder.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Een warm glas en een koud glas.
In welk glas lost de suiker sneller op?
A
warm
B
koud

Slide 10 - Quizvraag

wat is filteren?
Filteren is een manier om....
A
een opgeloste stof en een vloeistof van elkaar te scheiden.
B
een vaste stof en een vloeistof van elkaar te scheiden.
C
twee vaste stoffen van elkaar te scheiden.
D
twee vloeistoffen van elkaar te scheiden.

Slide 11 - Quizvraag

Activiteiten waarbij je thuis water gebruikt.

Slide 12 - Woordweb

waarom kun je niet alle soorten water veilig drinken?

Slide 13 - Woordweb

Je gebruikt water vaak als oplosmiddel.
Welke stoffen kun je in water oplossen.

Slide 14 - Woordweb

1 glas met ijsblokjes 1 glas zonder ijsblokjes.
laat ze even staan.
het glas met ijsblokje is na een tijdje nat aan de buitenkant.
Hoe kan dit?

Slide 15 - Open vraag